Posts tonen met het label Wilders. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Wilders. Alle posts tonen

dinsdag, januari 05, 2010

Zwartboek demonisering Geert Wilders, de PVV en haar achterban

Af en toe google ik wel eens voor de grap op mijn naam, om te kijken wat er over mij allemaal op internet staat. Ik vond het wel aardig dat ik door een Wilders-site op nummer 51 ben gezet van een top-69 (inmiddels een top-85) van Wilders-demoniseerders. Ik sta op een hogere plaats dan Jan Marijnissen, Joop.nl, Dries van Agt en Peter Breedveld (niet te verwarren met Willem Breedveld die niet Peters oom was), maar dat komt omdat de lijst chronologisch is en er steeds weer nieuwe namen bij komen. U mag mij niettemin feliciteren.


Hieronder geef ik de lijst weer:


http://www.forum-voor-de-vrijheid.nl/showthread.php?t=18676

01:Amnesty International
02:Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW)
03:VNO-NCW
04:Herman van Veen
05:Almere College
06:Eberhard van der Laan
07:Jaap van Donselaar, Hans Moors en Bob de Graaff
08:Extreemlinks
09:Judas Balkenende
10:Rob Riemen
11:Doekle Terpstra
12:Lizzy van Leeuwen
13:Haagse kunstacademie
14:Zaplog.nl
15:Britse regering
16:Ella Vogelaar
17:Paul de Leeuw
18:Karla Peijs
19:Hans van Baalen
20:Anton Zijderveld
21:Haroon Raza
22:Alexander Pechtold
23:Directie stadion de Kuip
24:Thomas von der Dunk
25:Anne Frank Stichting en de Universiteit Leiden
26:Tjibbe Joustra
27:Gijs de Vries
28:Joop van Riessen
29:Wio Joustra
30:BNR Nieuwsradio
31:Historisch Nieuwsblad
32:Fatima Elatik
33:Geert Mak
34:Bram Grandia
35:Astrid Essed
36:Ed van Thijn
37:Anja Meulenbelt
38:Marianne Besselink
39:Harry de Winter
40:Tofik Dibi
41:Karen Armstrong
42:Marcel Möring
43:Evelien Tonkens
44:Stichting Dag van het Respect
45:Rotterdamse Buurtkrant
46:Burak Özügergin
47:Nilgün Yerli
48:Thomas von der Dunk
49:Trouw
50:Ikon
51:Ewout Klei
52:Fokko Oldenhuis
53:Jan Struijs
54:Frans Schulte
55:Peter R de Vries
56:Jean Mentens
57:Mohamed Rabbae
58:Paul Frissen
59:Jan Marijnissen
60:Agnes Kant
61:Vara via joop.nl
62:Frits Huis
63:Maxime Verhagen
64:Jeroen van Inkel
65:Hassnae Bouazza
66:Kees Driehuis
67:Hannie van Leeuwen
68:Bas Kromhout
69:Dries von Agt
70:Jan Dirk Snel
71:Elsbeth Etty
72:Arie Oostlander
73:Gerda Dijksman
74:VPRO
75:Geke van Velzen
76:Anil Ramdas
77:Hans Goslinga
78:Rob Riemen
79:Jack Biskop
80:Peter Breedveld
81:Adriaan Soeterbroek
82:Frits Bolkenstein
83:Marcel Hulspas
84:Michael Blok
85:Karel Kanits

donderdag, april 09, 2009

110% anti-Wilders

http://www.conservatismeweb.nl/node/490 en http://www.conservatismeweb.nl/node/490

Auteur: onbekend

Dat de intellectuele en politieke elite van Nederland zich nog altijd geen raad weet met Wilders en zijn achterban werd ook deze week weer pijnlijk duidelijk (+3 zetels in de peilingen voor de PVV deze week?).

Ditmaal was het de beurt aan het CDA om het cordon sanitair rond Wilders verder vorm te geven. Voorzitter Van Heeswijk had, zoals de CDA traditie voorschrijft, gesteld dat het CDA geen enkele coalitie uitsluit. Hij heeft het geweten. Hij heeft zijn uitspraken onder druk van de lieve vrede moeten terugnemen. Het CDA heeft namelijk nogal wat moslims en politiek correcten in de fractie. Zij wijzen een coalitie op voorhand principieel af. Dit soort anti-democratische terreur dient het CDA in mijn ogen principieel af te wijzen. Uberhaupt hebben moslims niks te zoeken bij een christelijke partij, laat ze hun eigen partij oprichten. “Kamerleden zouden uit de fractie stappen en leden de partij verlaten.” Prima, aan dat soort 50-ers en moslims heb je toch niets. Die kunnen dan fijn samen de PVWN oprichten, partij voor wegkijken en negeren. Probleem opgelost.

Dan was er ook nog minister Verhagen die vindt dat Wilders verdeeldheid zaait. Tja, so what? Had een punt toen hij zei: ,,Alsof we bang moeten zijn voor iemand, alsof we een ander moeten bestrijden, enkel en alleen vanwege zijn geloof'' Dat is ook waar Wilders uit de bocht vliegt. Verder niet zoveel mis met het optreden van de minister, hij bestrijdt Wilders op een redelijke manier.

Dit waren niet de enige incidenten. Ephimenco heeft er een briljant stukje over geschreven in Trouw met de toepasselijke naam Adolf Wilders. Pechtold zou bij een kabinet Wilders in plaats van oppositie bieden juist gaan emigreren. Wat een laffe tak! Ook hier weer het dedain tegenover het (pvv) electoraat. En historicus Ewout Klei kon het gister in Trouw niet laten om weer even de opkomst van Wilders met de opkomst van Hitler te vergelijken. Een regelrecht gotspe. Ephimenco: “Mijn advies aan Pechtold en Klei: koop gewoon wat advertentieruimte. De tekst? ‘Zoek nette idealist al dan niet met liefde voor dieren voor urgent karwei. Sollicitatiegesprekken na 18 uur op parking Mediapark.’”
Touché!

Adolf Wilders

http://www.trouw.nl/opinie/columnisten/article2505310.ece/Adolf_Wilders__.html

woensdag, april 08, 2009

Wilders accepteert niemand, ook geen CDA

Trouw, Podium, 8 april 2008. http://www.trouw.nl/opinie/podium/article2377918.ece/Wilders_accepteert_niemand__ook_geen_CDA_.html

Wilders accepteert niemand, ook geen CDA
Ewout Klei, historicus, schrijft proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond


De PVV mag dan in de peilingen de grootste zijn, maar om te regeren moet je compromissen sluiten. Dat dreigt te falen, want Wilders bedrijft antipolitiek.


De instabiliteit van ons huidige politieke bestel komt misschien wel het duidelijkst tot uitdrukking in de wekelijkse opiniepeilingen van Maurice de Hond, die meent te weten wat het volk van Nederland wil.

Met name de VVD lijkt door de opiniepeilingen haar zelfvertrouwen te zijn kwijtgeraakt. Mark Rutte probeert met populistische proefballonnetjes die de liberale principes verloochenen het ’volk’ te paaien, dat echter liever gaat voor het rechtse origineel: de PVV van Geert Wilders die in de peilingen van De Hond de grootste partij is geworden met 32 zetels. In Trouw schreef columnist Hans Goslinga dat een kabinet van CDA en PVV geen hersenschim meer is. Voor het CDA zou nog steeds de uit 1925 stammende Nolens-doctrine gelden, namelijk dat er alleen in uiterste noodzaak wordt geregeerd met de sociaal-democraten en dat de christen-democraten liever met anderen in zee gaan. Maar kan er met de PVV, ondanks de peilingen, dan wél een partij worden geregeerd? En is er een redelijk alternatief voor de ’Venlose Variant’ van CDA en PVV?

Om te regeren moet een partij compromissen sluiten. Nederland heeft sinds 1918 een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Geen enkele partij heeft ooit de helft + 1 zetel gehaald. De PvdA trachtte dit in de jaren zeventig te doorbreken door van te voren met D66 en PPR een schaduwkabinet te vormen dat het program Keerpunt ’72 moest uitvoeren. Het in 1973 aan de macht gekomen kabinet-Den Uyl moest het echter ook doen met de gedoogsteun van KVP en ARP, waardoor revolutionaire veranderingen uitbleven.

Ook Geert Wilders moet, behalve als zijn partij 76 zetels haalt, compromissen sluiten met andere partijen als hij aan de regeringstafel wil aanschuiven. Zo werkt dat. De Wilderianen zeggen wel dat het ’volk’ spreekt en Wilders als premier wil, maar de meerderheid van de kiezers, 118 zetels, ziet dat nog steeds niet zitten. Bovendien is de gedachte dat de grootste partij de minister-president levert geen absolute regel. In de jaren vijftig was de KVP de grootste partij maar leverde de PvdA de premier. In 1966 was Jelle Zijlstra van de kleine ARP premier, van 1971 tot 1973 Barend Biesheuvel van diezelfde ARP en in 1977 en 1982 werd de PvdA de grootste, maar kwam de partij, door de onredelijke opstelling van Den Uyl, niet in de regering.

Zal Wilders water bij de wijn doen? Het lijkt mij van niet. Het succes van de PVV steunt op de antipolitiek, het verzet tegen het establishment, het weglopen van discussies en het doen van onredelijke voorstellen die in strijd zijn met onze democratische rechtsstaat. Met de film Fitna, de vergelijking van de Koran met Mein Kampf en de oproep om Marokkaanse reljongeren door hun kniebanden te schieten plaatst Wilders zich buiten de parlementaire orde. Wilderianen zullen dit wellicht opvatten als een poging om Wilders te demoniseren, maar in 1933 ging het in Duitsland behoorlijk fout toen de gematigd rechtse partijen besloten om met de grote winnaar van de verkiezingen, de antiparlementaire NSDAP van Hitler, samen te werken.

Is er een alternatief straks? Het is allereerst maar de vraag of de peilingen werkelijkheid worden. Van de twintig virtuele zetels van Trots op Nederland is er nu nog maar één over en dat kan de PVV ook overkomen. Aan de verkiezingen gaan debatten vooraf. Wilders kan niet discussiëren, en zal dus door de mand vallen. Of hij moet straks alle verkiezingsdebatten boycotten. Maar zal zijn ’volk’ daar intrappen?

Verder zijn er ook andere opiniepeilingen, zoals bijvoorbeeld de Politieke Barometer: www.politiekebarometer.nl. Uit de laatste peilingen blijkt dat het CDA nog steeds groter is dan de PVV – 35 zetels tegenover 24 – en nog veel interessanter, dat CDA, PvdA en D66 samen een parlementaire meerderheid hebben, namelijk 35 + 28 + 13 zetels = 76 zetels. Misschien kan GroenLinks dit nog aanvullen, hoewel een kabinet van vier partijen nu niet bepaald stabiel is.

Omdat de VVD op dit moment erg met zichzelf bezig is en nog steeds te veel luistert naar de populisten, is een nieuw paars kabinet onmogelijk. Vanwege het stelsel van evenredige vertegenwoordiging blijven de christen-democraten voorlopig in het centrum van de macht. Hoewel het CDA niet van harte met de PvdA regeert is er nu geen redelijk alternatief. Zeker met de Venlose Variant als nachtmerriescenario blijft de uiterste noodzaak wellicht de enige mogelijkheid.

zondag, oktober 05, 2008

Partij Trots op Lont

Onderstaande artikel stond (hoewel enigzins gecensureerd) in het Nederlands Dagblad van donderdag 2 oktober 2008.

Door: Ewout Klei


Een glimlach kon ik niet onderdrukken toen ik in het Nederlands Dagblad van 1 oktober 2008 las over de nieuwe partij van Yvette Lont, voormalig prostitué, ChristenUnie-lid en raadslid van het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost. Lont richt zich op verontruste kiezers uit de voormalige Reformatorische Politieke Federatie. Een aantal mensen uit de oude RPF maakt zich namelijk grote zorgen maken over de koers van de ChristenUnie die, nu de partij in de regering zit, een wending naar links lijkt te maken in ethische vraagstukken als homoseksualiteit, embryoselectie en Israël. Lonts woordvoerder (nee, niet Kay van de Linden) Barthus Kas benadrukt daarom dat haar nieuwe partij “Bijbelgetrouw” (dit moet RPF’ers aanspreken) wil zijn en over “onveranderlijke standpunten” (dit klinkt meer SGP-achtig) zal beschikken. Waar de ChristenUnie ter wille van de macht haar beginselen voor een schotel linzenmoes heeft verkocht, zo blijft de dappere maar eenzame Lont wel haar rug recht houden en durft zij nog wel te zeggen waar het op staat, is de indruk die zij en haar woordvoerder (het lijkt er bijna op dat je er pas toe doet als je een woordvoerder hebt) willen wekken.

Mij bekruipt echter heel erg het gevoel, mevrouw Lont mag mij vertellen als ik ongelijk heb, dat het haar eigenlijk helemaal niet gaat om de homokwestie waarom ze toentertijd uit de ChristenUnie is gestapt. Het lijkt veeleer te draaien om mevrouw Lont zelf. Haar polemische en provocerende stijl en de manier hoe ze de media bespeelt doet meer denken aan hoe Geert Wilders en Rita Verdonk in het parlement en in De Volkskrant optreden, dan op het optreden van voormalig RPF-leider Meindert Leerling, die het inhoudelijk best met haar eens is. Leerling had en heeft in de verste verte niet de behoefte om te scoren. Het gaat hem om alleen om zijn principiële punt te maken. Je kunt het daar mee eens zijn of niet, maar de manier hoe hij dit naar voren brengt is respectvol. Voor aanvang van het Kamerdebat over de Wet Gelijke Behandeling stapte Leerling op zijn homoseksuele mede-Kamerleden Jacob Kohnstamm (D66) en Peter Lankhorst (PPR) af en zei dat wat hij in het komende debat zou gaan zeggen niet persoonlijk bedoeld was. Ook beleed Leerling tijdens dit debat spontaan schuld over wat de christenen in de loop der eeuwen tegenover homo’s fout hadden gedaan. Dit werd erg gewaardeerd. Lankhorst beschouwde Leerling sindsdien als ‘dierbare vriend’ en ook de homobelangenorganisatie COC was over deze actie zeer te spreken.

Deze eerlijke en kritische zelfreflectie mis ik een beetje bij Lont. Geert Wilders en Rita Verdonk liegen. Wilders wil niet vertellen wat zijn echte bedoelingen waren achter de film Fitna en of deze film in eerste instantie eigenlijk niet veel provocerender was, en Verdonk had zich ‘vergist’ toen ze zei nooit lid te zijn van de Pacifistisch Socialistische Partij. Ik heb Lont niet op leugens betrapt, nog niet wil ik bijna zeggen, maar door haar zeer polariserende manier van optreden loopt ze sterk het risico in een morele spagaat te vallen. Norm en werkelijkheid hebben namelijk nooit een één-op-één-relatie.

Voor politicologen en historici die zich bezighouden met de politieke geschiedenis, ik behoor tot de laatste categorie, is de oprichting van een nieuwe politieke partij altijd leuk en interessant. Ik vind het nog steeds jammer dat er toentertijd niets terecht gekomen van de charismatisch-evangelische partij Nederland Pro Deo van mr. H.F. Westerveld die een lijstverbinding wilde aangaan met de SGP (ND, 10-10-2006). De ontwikkeling van Lonts partij zal ik dan ook met belangstelling volgen. Wel vermoed ik, maar ik ben slechts een historicus en geen profeet die in de toekomst kan kijken, dat de partij straks geen enkele kans maakt om een Kamerzetel te behalen en er alleen voor zorgt dat de ChristenUnie een paar (honderd, duizend?) stemmen verliest. Ik wens Lont veel sterkte met haar nieuwe partij, hoop dat er nog Lont-fans zijn die net als de klokkenluidende Tilburgse pastoor hun cavia naar haar vernoemen, het lijkt mij leuk om haar te zien bij Pauw & Witteman of Andries Knevel, maar een positief verschil zal ze denk ik niet maken.


Ewout klei is historicus en schrijft een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond

woensdag, oktober 24, 2007

Bewegingen gaan, partijen blijven bestaan

Dit artikel staat in het Nederlands Dagblad van woensdag 24 oktober 2007.

Op 17 oktober richtte Rita Verdonk ‘Trots op Nederland op’, geen politieke partij maar een beweging. Politieke partijen hebben volgens Verdonk afgedaan. Naar het voorbeeld van Marco Pastors (ÉénNL) en Geert Wilders (PVV) bepaalt bij ToN alleen de grote leider het beleid en mogen de volgelingen slechts donateur worden. Deze dictatoriale visie op het partijleven is misschien nieuw, de kritiek op het ‘oude’ partijenstelsel is echter bijna net zo oud als dit stelsel zelf.
Sinds 1918 kent ons land het kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging. Dit stelsel betekende de overwinning van de compromissenpolitiek. Omdat na 1918 geen enkele politieke partij er in geslaagd is de meerderheid te behalen, moest er met andere partijen in een coalitie worden samengewerkt. Mannen (en vrouwen) die liever geen compromissen wilden sluiten hebben sindsdien getracht dit stelsel te doorbreken dan wel te laten ontploffen.
De oudste beweging tegen het nieuwe systeem was de in 1917 opgerichte Economische Bond van M.W.F. Treub. Hij wilde een beweging die boven het oude, achterhaalde partijgekrakeel uitging en slechts het belang van ’s lands economie voor ogen had. Tijdens de Eerste wereldoorlog, toen Nederland neutraal was gebleven, had Treub als minister van financiën een voortvarend economisch beleid gevoerd en bezwoer de dreigende financiële crisis. Hij vond dat “mannen van zaken” ook na de oorlog Nederland moesten leiden, maar zijn partij behaalde ondanks een indrukwekkende verkiezingscampagne in 1918 maar drie zetels.
In 1931 richtte Anton Mussert Nationaal-Socialistische Beweging op. In plaats van ‘recht door zee’ riepen de NSB’ers ‘hou zee’ en streden ze voor een sterke regering, afschaffing van het individualistische kiesrecht en een beperking van de vrijheid van drukpers maar ook voor arbeidsplicht, een corporatieve ordening van de samenleving en een economie in dienst van de volksgemeenschap.
Na de oorlog was de term beweging ondanks de NSB niet besmet. In 1945 richtten enkele intellectuelen, die in de Tweede Wereldoorlog gevangen hadden gezeten in het krijgsgevangenkamp te Sint Michielsgestel, onder leiding van Wim Schermerhorn de Nederlandse Volksbeweging (NVB) op. Koningin Wilhelmina benoemde Schermerhorn op 24 juni 1945 tot minister-president en hoopte dat hij de antithese in de Nederlandse politiek tussen christelijke en niet-christelijke partijen zou doorbreken, zodat er in ons land (weer) een tweepartijenstelsel zou ontstaan.
Schermerhorn was ook betrokken bij de in februari 1946 opgerichte Partij van de Arbeid (een fusie tussen de Sociaal Democratische Arbeiders Partij, de Vrijzinnig Democratische Bond en de Christelijk-Democratische Unie), die aanvankelijk ook uit was op de Doorbraak. Protestanten en katholieken die voor de oorlog niet op de atheïstische SDAP wilden (en mochten) stemmen kregen in de PvdA een eigen werkgroep. Niettemin mislukte de door de PvdA gewilde Doorbraak. De nieuwe partij behaalde bij de verkiezingen van 1946 maar 28,3% van de stemmen, zo’n 2% minder dan de SDAP, VDB en CDU samen in 1937.
Het in 1966 opgerichte D’66 zag zichzelf aanvankelijk ook niet als een partij als alle anderen en wilde het oude partijenstelsel, inclusief D’66 zelf, laten ‘ontploffen’. Toen dit niet lukte besloten Hans van Mierlo en de zijnen met de PvdA en de Politieke Partij Radicalen (PPR) samen te werken in het schaduwkabinet-Den Uyl. Omdat de partijen van het schaduwkabinet-Den Uyl bij de Tweede Kamerverkiezingen van 1971 en 1972 niet de meerderheid wisten te behalen en Joop den Uyl voor de formatie van zijn eerste (en tevens het laatste) kabinet moest samenwerken met de confessionelen mislukte ook deze doorbraak.
Blokvorming was in de jaren zestig en zeventig echter niet een louter linkse aangelegenheid: de christendemocratische Katholieke Volkspartij, Antirevolutionaire Partij en Christelijk-Historische Unie begonnen na de desastreuze confessionele verkiezingsnederlaag van 1967 ook steeds meer met elkaar op te trekken wat in 1980 uiteindelijk leidde tot het Christen-Democratisch Appèl.
Rechts van de christendemocraten werkte bovendien het kleine Gereformeerd Politiek Verbond van 1966 tot 1972 samen met het Nationaal Evangelisch Verband, een supportersvereniging van kiezers die geen lid van het GPV mochten worden omdat ze niet lid waren van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). GPV’er Bart Verbrugh - architect van deze bijzondere samenwerking die in zekere beschouwd mag worden de ChristenUnie avant la lettre - hoopte dat het GPV en het NEV de stoottroepen zouden vormen van een nationaal-christelijke volksbeweging (sic!) die de revolutie van de jaren zestig zou moeten tegenhouden en terugdraaien. Verbrugh en de zijnen wilden een “Nieuw Nederland” met een christelijke bezieling. Democratisch was deze droom niet. Nieuw Nederland moest een hooggerechtshof krijgen onder voorzitterschap van de koning die wetten die in strijd waren met de christelijke grondwet kon vernietigen, zodat het christelijke karakter van Nederland gewaarborgd bleef. Wilders was dus zeker niet de eerste die het “joods-christelijke” karakter van onze cultuur wilde vastleggen.
Terug naar de ToN. De pogingen van verschillende politieke partijen in Nederland om een beweging te vormen die voor een volkseenheid zou moeten zorgen zijn allemaal mislukt. Verdonk mag misschien zeggen dat ze minister-president wil worden, maar in de Nederlandse politiek moeten compromissen worden gesloten en rekening worden gehouden met andere partijen. Hopelijk leren Verdonk en haar potentiële kiezers deze les uit het verleden: bewegingen komen en bewegingen gaan, maar het vermaledijde partijenstelsel blijft altijd bestaan.

Ewout klei is historicus en schrijft een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond

vrijdag, augustus 31, 2007

Wilders is een gevangene van zichzelf geworden

Dit artikel staat straks in CV-Koers van september 2007


Geert Wilders weet keer op keer nieuws te maken met zijn uitspraken over de islam. Dat doet eerder kwaad dan goed, constateert Ewout Klei. De polarisatiepolitiek van de PVV-leider moet dan ook worden bestreden. Maar niet met een goedkope pacificatiepolitiek.

De afgelopen weken stond Geert Wilders wéér volop in de spotlights, iets waar velen tegenwoordig lichtelijk moe van beginnen te worden. In de Volkskrant van 8 augustus vergeleek de blonde PVV-leider de Koran met Hitlers Mein Kampf. Beide boeken zouden volgens Wilders oproepen tot geweld tegen ongelovigen en andersdenkenden. Aanleiding voor zijn schrijven was de molestatie van ex-moslim Ehsan Jami. Volgens Wilders kwamen de daders dankzij de Koran tot hun daad, omdat hierin namelijk staat dat afvalligen gedood moeten worden. Wat moeten we nu met Wilders? En wat met de islam?
Wilders bereikt niets met zijn artikel. In ieder geval niets positiefs. Een koranverbod valt in de praktijk niet te handhaven. Alleen met een zedenpolitie naar goed Saoedisch voorbeeld, die bij moslims regelmatig huiszoekingen doet om te kijken of ze misschien korans hebben verstopt, maakt Wilders’ voorstel misschien een kans. Belangrijker is dat een koranverbod ingaat tegen onze grondwet, waarin de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst zijn vastgelegd. Willen we de Koran verbieden dan moeten we eerst de grondwet grondig veranderen en Nederland transformeren in een dictatuur. Misschien moet de Partij voor de (on)Vrijheid dit eens hardop zeggen in plaats van ons te vermoeien met symboolpolitiek.
Wat Wilders wel bereikt, is polarisatie. Dat is ook zijn voornaamste doel. Wilders wil weerstand. Hij wil bejubeld worden door zijn volgzame volgelingen en gehaat door zijn tegenstanders. Het draait allemaal om zijn grote ego. Hij probeert de publieke opinie gevangen te houden en telkens weer nieuws te zijn. Met andere woorden: Wilders wil de nieuwe Pim Fortuyn worden. Het is geen toeval dat hij gebruik maakt van Fortuyns terminologie en de islam stelselmatig een achterlijke cultuur noemt. Zijn PVV staat in de peilingen inmiddels op achttien zetels, wat al aardig in de buurt komt van de 26 zetels die de onlangs opgeheven LPF op 15 mei 2002 behaalde.
Haantjes
Toch zijn er wel belangrijke verschillen. Fortuyn was, als we Frits Bolkestein en Paul Scheffer even buiten beschouwing laten, de eerste die de multiculturele samenleving ter discussie durfde te stellen. Vóór Fortuyn werd in Nederland alle kritiek op de gewoonten en gedragingen van allochtonen met discriminatie of racisme verward. Ná Fortuyn is dat niet meer het geval en mogen man en paard genoemd worden. Fortuyn heeft de Nederlandse burgers wakker geschud met zijn galmende gong en hij maakte een discussie los. Wilders daarentegen maakt iedereen doof door alleen maar monotoon te hameren op de islam.
Wilders vraagt van zijn volgelingen absolute gehoorzaamheid. Alle PVV-Kamerleden doen braaf wat de grote leider zegt. Ook is de PVV geen normale partij met leden die kunnen meepraten over de koers van de club. De partij heeft alleen maar donateurs en kiezers. In aanleg is de PVV dus nog dictatorialer dan de SP van Jan Marijnissen, maar tegelijk ook weer niet, want als je geen leden hebt, valt er ook niks te besturen. Deze nieuwe orde in het partijleven legt een bom onder de Nederlandse democratie. Als alle partijen de PVV nadoen, bestaat het parlement straks namelijk alleen nog maar uit haantjes, die geen verantwoording willen afleggen voor wat ze allemaal kraaien om hun territorium af te bakenen.
Aanvankelijk was Wilders helemaal geen haan. Van 1998 tot 2002 was hij een trouw VVD-Kamerlid, een harde werker die niet opviel. Zijn toewijding en inzet werden niet beloond, want op 15 mei 2002 moest hij zijn zetel inleveren toen de VVD fors verloor. Op 26 juli werd hij echter weer Kamerlid, maar nu pakte hij het anders aan. Hij kwam dikwijls in het nieuws vanwege zijn ongezouten opinies, maar moest steeds radicalere uitspraken doen om in the picture te blijven.
Omdat hij zich niet kon vinden in het Turkije-standpunt van de VVD scheidde Wilders zich op 2 september 2004 af en begon voor zichzelf. Sinds zijn afsplitsing is Wilders vaak met de dood bedreigd, wat ongetwijfeld heeft bijgedragen aan zijn eigen radicalisering. Wilders, die sinds de moord op Theo van Gogh 24 uur per dag wordt bewaakt, is een gevangene van zichzelf geworden.
Struisvogelpolitiek
Het is gemakkelijk om tegen Wilders te zijn. Dit is echter niet zonder gevaren. Met name de PvdA heeft sterk de neiging om de multiculturele problematiek te negeren. Zo was minister Ella Vogelaar er als de kippen bij om de uitspraken van Wilders namens de regering te veroordelen, maar zei ze niets over de mishandeling van Jami twee dagen eerder. Struisvogelpolitiek ten voeten uit. Ook Wouter Bos maakte zich hier schuldig aan door aanvankelijk over de molestatie te zwijgen, maar na de uitlatingen van Wilders opeens te roepen dat Jami onnodig polariseerde. Bos gaf hiermee een duidelijk signaal: verbaal geweld tegen moslims is erger dan geweld van moslims.
Wat nu? Het is noodzakelijk dat in het debat over de multiculturele samenleving de nuance wordt gezocht. Wilders’ bombastische polarisatiepolitiek moet worden bestreden, maar niet met een blinde pacificatiepolitiek. Kritiek op onverdraagzame elementen in de islamitische godsdienst anno nu moet worden gecombineerd met een pleidooi voor tolerantie en verdraagzaamheid. In plaats van pathetische kritiek op de Koran of Mohammed moet de politiek zich sterk maken tegen vrouwendiscriminatie, homohaat, antisemitisme, terrorisme et cetera. De discussie kan dan ook gemakkelijker worden losgekoppeld van de islam an sich.
De politiek mag geen uitspraken doen over godsdiensten. Aan de orde zijn de openbare orde en grondrechten. De politiek moet daarom ook haar volle steun geven aan ex-moslims, wanneer zij gediscrimineerd worden vanwege hun ex-moslim-zijn. We leven namelijk nog steeds in een vrij land, waar voor moslims en ex-moslims, christenen en joden, atheïsten, agnosten en zelfs voor Wilders ruimte is.
Ewout Klei is historicus en publicist.
,,Als alle partijen de PVV nadoen, bestaat het parlement straks namelijk alleen nog maar uit haantjes, die geen verantwoording willen afleggen’’
[FOTOBIJSCHRIFT]
Geert Wilders staat de pers te woord in het Tweede Kamergebouw in Den Haag. Foto ANP.

woensdag, juli 25, 2007

Dé islam bestaat ‘in wezen’ helemaal niet

Dit artikel staat in het Nederland Dagblad van 25 juli 2007.

Door: Ewout Klei

De uitlatingen van minister Ella Vogelaar om de Nederlandse cultuur voortaan joods-christelijk-islamitisch te noemen, stuit op veel weerstand, met name uit de hoek van de Partij voor de Vrijheid. PVV-voorman Geert Wilders eiste dat Vogelaar haar uitlatingen zou terugnemen omdat hij anders een motie van wantrouwen tegen haar zou indienen. Volgens Wilders staan de normen en waarden van de islam haaks op die van onze cultuur.
In het Nederlands Dagblad van maandag 23 juli 2007 doet columnist, theoloog en voormalig kandidaat-kamerlid van de PVV Lucas Hartong hier een schepje bij bovenop. De islam is volgens hem ‘in wezen’ een veroveringsgeloof dat in strijd zou zijn met democratie en keuzevrijheid. Behalve dat Hartong hier een scheve voorstelling van zaken geeft maakt hij dezelfde fout als islam-apologeet Karen Armstrong, namelijk dat hij de islam essentialistisch voorstelt. De islam en moslims hebben volgens Armstrong en Hartong een onveranderlijke authentieke essentie die constituerend en determinerend is voor die entiteiten en als stabiele referent ervan dienst doet.
Zoals Hartong kandidaat-kamerlid van de PVV was is Armstrong met haar naïeve mening misschien het ideale kandidaat-kamerlid voor GroenLinks. In haar populaire boek Islam. Geschiedenis van een wereldgodsdienst 3e druk (Amsterdam 2005) betoogt Armstrong dat de islam ‘in wezen’ een godsdienst is die vrede, tolerantie, spiritualiteit en sociale gelijkheid in een hechte gemeenschap predikt. De varianten van de islam die erg van haar ideale islam afwijken bestempelt ze al snel als onislamitisch, of in strijd met de geest van koran. Zo zijn moslimfundamentalisten zijn volgens geen echte moslims (hier valt misschien wel wat voor te zeggen want veel moslims vinden dit ook), maar ook moslims die met beroep op de koran zeggen dat vrouwen aan mannen ondergeschikt zijn, verzetten zich volgens haar tegen de geest van koran.
Hartong doet ‘in wezen’ precies hetzelfde maar beargumenteerd dan alles vanuit het tegenovergestelde standpunt. De islam is volgens hem in essentie een intolerante religie die uit is op de wereldmacht en de doorsnee-moslim is fundamentalistisch ingesteld. Het christendom daarentegen zou niet dreigen met doodslag en eenieder de volstrekte vrijheid gunnen om God te dienen of niet. Hartong is blijkbaar vergeten dat het christendom ook de kruistochten en de Spaanse inquisitie heeft voortgebracht en slavernij, het kolonialisme en de Apartheid in Zuid-Afrika heeft gelegitimeerd. Waar Armstrong doelbewust alle islamitische oneffenheden wegmasseert en het christendom en het Westen overal de schuld van geeft, doet Hartong precies het omgekeerde. Beide auteurs menen door met veel feiten op de proppen te komen een overtuigend verhaal te leveren, maar zijn zeer selectief in hun brongebruik. Met een aantal koranteksten kun je ‘aantonen’ dat de islam een geweldsreligie (of juist een religie van vrede) is, maar dat kun je ook met bijbelteksten doen.
Wat is het ‘wezen van de islam’ dan? Die bestaat niet. Als een beetje postmodernist verzet ik mij tegen identiteitsconstructies zoals ‘de islam’, ‘het christendom’ of ‘het Nederlanderschap’. Natuurlijk delen alle moslims bepaalde leerstukken en een set van normen en waarden, en doen christenen en Nederlanders dit ook, maar dat verschilt per groep en individu en het is gevaarlijk om hier al te generaliserend over te spreken. Ons spreken moet daarom voorzichtig zijn.
In plaats van het steeds maar te hebben over de islam zouden we het moeten hebben over een set van normen en waarden die horen bij een moderne open samenleving. Ik denk aan democratie, mensenrechten en het idee dat alle mensen voor de wet gelijk zijn. Wanneer fundamentalistische moslims zich als individu misdragen tegen onze democratische rechtsstaat, bijvoorbeeld door geweld of het oproepen hiertoe, moet de overheid tegen hen optreden. Maar dit moet de overheid ook doen tegen rechts-extremisten die moskeeën in de brand steken of een dominee die een valse bommelding doet. De overheid dient echter alle vormen van discriminatie en ongelijke behandeling tegen te gaan, want als het over zaken als religie gaat moet de overheid neutraal zijn.
Met de opmerking van minister Vogelaar dat Nederland een joods-christelijk-islamitische identiteit heeft ben ik dan ook niet zo gelukkig. Ze stelt hierbij het jodendom, het christendom en de islam boven andere religies, zoals het hindoeïsme, boeddhisme, New Age, The Secret etc. Als gelovige kun je dit misschien doen, maar als overheid niet. Vogelaar ziet haar uitlatingen wellicht als een uitgestoken hand naar de islamitische burgers in ons land, maar door deze burgers allereerst als moslims aan te spreken en niet als burgers werkt zij - net als Geert Wilders en de zijnen - ongelijkheid en groepsdenken in de hand. Dé islam bestaat niet en dé Nederlandse cultuur bestaat ook niet. Het discussiëren over de Nederlandse identiteit is in deze tijd van nationaal navelstaren natuurlijk leuk, maar elke canon en elke poging om het wezen van iets te vatten sluit iets anders uit. Een gesprek over de islam is an sich niet verkeerd, maar essentialisten maken een echt gesprek onmogelijk.

vrijdag, juli 20, 2007

Hebban olla Vogula nestas? (opinie)

Zie: http://www.trouw.nl/deverdieping/podium/

Ewout Klei, historicus

Alle religies verdienen in ons land een plek. Islam, maar ook hindoe en new age.


Politici leven overdag in een Gouden Kooi. Er staan veel camera’s op hun gericht en ze maken elkaar het leven zuur. King of Terror Geert Wilders besmeurt zijn collega-politici figuurlijk met drek. Maandag richtte hij zijn pijlen op het pleidooi van minister Ella Vogelaar, minister van wonen, wijken en integratie, om de Nederlandse cultuur voortaan joods-christelijk-islamitisch te noemen.
Wilders eiste dat Vogelaar haar uitlatingen zou terugnemen omdat hij anders een motie van wantrouwen tegen haar zou indienen. Volgens Wilders staan de normen en waarden van de islam haaks op die van onze cultuur.
Ella Vogelaar heb ik een keer op een PvdA-congres gezien en ze leek mij de sympathiekste vrouw van de PvdA-ministers. Maar dat maakt haar natuurlijk niet meteen capabel. En nu maakt Vogelaar dus een duikvlucht.
De harde kritiek van de VVD, PVV en SGP is een pavlovreactie. Vogelaar zegt iets positiefs over de islam en dat vinden de rechtse kiezers niet zo leuk, en dan is het voor rechts makkelijk scoren door verontwaardigd te zijn. De reactie van Wilders is over the top, en Mark Rutte’s opmerking dat ’cultuurrelativisme weer helemaal terug is in de Nederlandse politiek’ is nogal overdreven. Maar dat betekent niet dat Vogelaar gelijk heeft.
De Nederlandse identiteit verandert voortdurend. Vroeger definieerden conservatieven Nederland als een protestants land. Tegenwoordig is dit verruimd tot joods-christelijk en horen de katholieken en joden er kennelijk helemaal bij. Als het aan Ella Vogelaar ligt wordt onze nationale identiteit straks joods-christelijk-islamitisch. Ook moslims moeten er namelijk helemaal bij horen. Ze vergeet echter één belangrijk ding, namelijk dat de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet het monotheïsme aanhangt maar niets, iets of van alles. Moeten we dit ook vastleggen?
Haar pleidooi slaat de plank mis. Natuurlijk horen moslims bij Nederland. Iedereen die volgens de wet Nederlander is, is Nederlander. Ook de honderdduizend hindoes die in ons land wonen. Ook aanhangers van new age, reiki en de scientologykerk. Voor het maatschappelijk verkeer is het misschien handig dat je Nederlands spreekt en je je aan de wet houdt, maar andere voorwaarden mag je niet stellen. Religie is belangrijk maar moet je niet als bindmiddel willen vastleggen in de canon of constitutie, wat de PVV wil maar ook de ChristenUnie. Zo’n verwijzing kan een onderscheid tussen eerste en tweederangs burgers creëren.
„Hebban olla Vogula nestas hagunnan hinase hic enda thu*?” schreef een 11de-eeuwse monnik in de kantlijn van een Latijns geschrift. Het was het allereerste Nederlandse zinnetje en betekent iets in de trant van „Zijn alle vogels een nestje begonnen, behalve ik en jij?”
Met dit zinnetje is de Nederlandse traditie begonnen. Het is ook relevant voor vandaag. In Nederland zijn namelijk veel religies en overtuigingen en die verdienen allemaal een plek in de Nederlandse traditie. De beste manier om dit te waarborgen is om de religieuze identiteit van Nederland, die steeds verandert, niet vast te leggen. Dan past iedereen in ons nationale nest.

dinsdag, juli 03, 2007

De blonde beesten van Bitterlemon

Dit artikel staat op: http://hetvrijewoord.org/?p=36

Geplaatst op 20 juni 2007 door Ewout Klei
Het christendom is weer terug in de Nederlandse politiek. De ChristenUnie zit in de regering en in niet-confessionele partijen zijn christenen steeds duidelijk zichtbaar. Marianne Thieme en Niko Koffeman van de Partij van de Dieren en Harry van Bommel en Huub Oosterhuis van de SP. Christenen die niet lid willen worden van een expliciet christelijke partij vormen soms een werkgroepje in een niet-confessionele partij. Linkse christenen kunnen terecht bij de LinkerWang van GroenLinks of de Protestantse Werkgroep van de PvdA, rechtse christenen bij Bitterlemon, een conservatief genootschap dat de PVV officieus steunt maar zich ook profileert als christelijk. Wie zijn deze conservatieve christenen eigenlijk?

Er was eens een verkering tussen de conservatieve Edmund Burke Stichting en de Partij voor de Vrijheid maar dit is vandaag voorgoed voorbij. Bart-Jan Spruyt heeft zich teruggetrokken in de politieke woestijn en predikt een prudent conservatisme van de matiging. Geert Wilders daarentegen marcheert verder voort op de door hem ingeslagen weg van populistisch nationalisme van de daadkracht. Hij wordt hierin door de conservatieve christenen van Bitterlemon nagevolgd. Met Wilders zijn zij tegen de toetreding van Turkije tot de Europese Unie en een Europese grondwet en voor het behoud van de joods-christelijke cultuur en nationaal onderwijs dat de burgers republikeinse deugden bijbrengt waardoor ze geestelijk weerbaar worden.
Laten we eens een kijken nemen op hun website. Hoewel het genootschap zich tegenwoordig Bitterlemon noemt, naar het gelijknamige tijdschrift, heet de site nog steeds www.openorthodoxie.nl. Hierop lezen we dat Bitterlemon een “magazine voor weerbare burgers” dat zich richt “op versterking van de conservatieve geest en op vorming van jong conservatief talent.” Bitterlemon hangt de groot-Nederlandse gedachte aan en wil een Anschluss met Vlaanderen. Op zijn persoonlijke pagina met de veelzeggende titel “Unie, religie en militie” wijst hoofdredacteur Erik van Goor naast de christelijke bron nog twee andere bronnen onze beschaving aan: de klassieke en de Teutoonse (!) bron. Nationaal-socialistisch wil men echter niet zijn. In plaats van de Duitse dictator Adolf Hitler wordt door redacteur Marcel Bas daarom de in 1934 door de nazi’s vermoorde Oostenrijkse autocraat Engelbert Dolfuss geprezen: “een boerenzoon die uitblonk in soberheid, vlijt, diepgevoeld katholicisme, antinazisme en onbaatzuchtigheid” die het “verlammende parlementarisme” wist om te buigen “tot orde en bezieling”.
Orde en bezieling zijn de toverwoorden van het genootschap. Men wil een nieuwe orde in Nederland, dat door het multiculturalisme en individualisme van haar bronnen zou zijn beroofd. Het christendom moet voor deze bezieling zorgen, maar wordt vooral gewaardeerd als een stabiliserende sociaal-maatschappelijke factor. Van Goor laat duidelijk zien te zijn beïnvloed door het theocratische denken van de hervormde theoloog A.A. van Ruler (1908-1970) wanneer hij stelt: “Iedere Nederlander maakt volgens zijn geboorte deel uit van een christelijke natie en heeft te maken met de kerk van Nederland: de Nederlandse Hervormde Kerk. […] Iedereen, en ook mensen van andere ‘godsdiensten’ hebben zich daarnaar te voegen. Tot heil van zichzelf, van hun naaste en van de cultuur en samenleving in haar geheel.” Volgens Van Goor sluit God een verbond met volken, naar analogie van zijn verbond met Israël. In Nederland heette dit verbond de Unie van Utrecht van 1579, in Zwitserland de Eidgenossenschaft en in het Zuiden van de Verenigde Staten de Confederation.
In de zuivere gemeenschap van dappere uitverkorenen die bang zijn om hun identiteit te verliezen is geen ruimte voor het vrouwelijke, het zwakke, de ergernis, het skandalon. Femke Halsema is de perfecte belichaming van het zwakke multiculturalisme en CU-politica Tineke Huizinga is iemand “die volstrekt naïef te werk gaat op grond van een aantoonbaar failliete linkse maatschappelijke visie”.
Het christendom van Bitterlemon lijkt zo alleen voor ‘echte’ mannen te zijn weggelegd. René Schmitt verwoordt dit het duidelijkst in zijn artikel ‘300: Sparta en het aristocratische ideaal’ over de onlangs uitgebrachte bioscoopfilm over de slag bij Thermopylae. Zoals de dappere Spartanen hun vrijheidsstrijd verloren tegen de Perzen vanwege het verraad van de verschoppeling Ephialtes, zo dreigen de conservatieven hun strijd tegen de islam te verliezen vanwege het verraad van de links-radicalen, “maatschappelijke verschoppelingen die uit ressentiment of medelijden in opstand komen tegen het goede en het schone.”Hoewel men zegt op te komen voor de joods-christelijke cultuur lijkt Bittterlemon de vredesboodschap van de Bergrede te zijn vergeten. Deze christenstrijders zijn geen vredestichters maar doen daarentegen denken aan islamitische jihadisten en Nietzscheaanse blonde beesten. Ik weet niet wat Wilders er van vindt, maar ik vind het een schande.

vrijdag, mei 11, 2007

Wekkers van de Nederlandse natie

Dit artikel stond in Het Katern van 4 mei 2007.

Door Ewout Klei

Overmorgen is het precies vijf jaar geleden dat Pim Fortuyn is vermoord. Dr. W.S.P. Fortuyn was korte tijd buitengewoon hoogleraar maar bleef daarna de professortitel gewoon dragen, tegen de Nederlandse gewoonte van doe-maar-normaal-dan-ben-je-gek-genoeg in. Professor Pim heeft met zijn politieke optreden ons land wakker geschud. Dankzij hem staat Nederland in de buitenwereld niet meer te boek als het progressief tolerante gidsland, maar is het een land als alle andere.

Fortuyns impact op de Nederlandse politiek is enorm geweest. Er zijn partijen die zich expliciet op Fortuyn beroepen/beriepen, zoals de LPF en EenNL, en partijen die bereid waren om van de lessen van Fortuyn te leren, zoals de VVD en PvdA. Ook zijn er allerlei politici en opiniemakers die op een of andere manier aan Fortuyn doen denken, zoals Ayaan Hirsi Ali (Magan), Theo van Gogh, Marco Pastors, Rita Verdonk, Peter R.de Vries en last but not least Geert Wilders. Na de dood van Fortuyn is men vooral aan de haal gegaan met zijn ongezouten islamkritiek. Maar Fortuyn deed natuurlijk meer dan dat. Het fenomeen Fortuyn vond plaats in een zeer gespannen atmosfeer. Bovendien past de strijd van Fortuyn in een politieke traditie van provocerend profetische voortrekkers, waar zijn epigonen maar schril bij afsteken.

De Fortuynrevolte van 2001-2002 was een ware omwenteling. Die hing in de lucht. Politiek was weer spannend geworden. Iedereen praatte over Fortuyn. Iedereen voelde aan dat er iets stond te gebeuren. Gebeurtenissen volgenden elkaar in een rap tempo op. Gebeurtenissen waar Fortuyn altijd weer op een of andere manier mee te maken had. Gebeurtenissen die uitliepen op een climax.

Taart
Het begon allemaal op 20 augustus 2001, toen Fortuyn bekendmaakte de politiek in te willen gaan. Amper twee weken later waren de aanslagen op de Twin Towers, die zijn islamkritiek opeens wereldnieuws maakte. Op 25 november werd Fortuyn lijsttrekker van Leefbaar Nederland, op 20 januari 2002 lijsttrekker van Leefbaar Rotterdam. Op 9 februari vond het beruchte interview met Volkskrant -journalist Hans Wansink (die in 2004 zou promoveren op De erfenis van Fortuyn ) plaats, waarin Fortuyn zei artikel 1 van de Grondwet te willen afschaffen en de islam een achterlijke cultuur noemde. Dit zorgde voor de breuk met Leefbaar Nederland. Vervolgens hij op 11 februari met een eigen partij kwam die wel rekening hield met zijn ego: Lijst Pim Fortuyn. De LPF deed het goed in de peilingen en Fortuyn leek af te stevenen op een verkiezingsoverwinning.
De lijsttrekkers van de grote partijen voelden zich terecht bedreigd door Fortuyn, die schitterde in de televisiedebatten op RTL 4 en SBS 6. Om hem monddood te maken, werd Fortuyn gestigmatiseerd. Fortuyn was de Hollandse Haider of de Mussolini van de Lage Landen, niet rechts maar extreemrechts en Anne Frank zou weer moeten onderduiken in het Achterhuis. Fortuyn werd echter niet alleen gedemoniseerd maar ook bedreigd. Op 13 maart kreeg hij een taart in het gezicht en op 6 mei, enkele dagen voor de verkiezingen, werd hij vermoord.

Kookpunt
Met zijn theatraal tegendraadse optreden, zijn provocerende uitspraken en uitstraling, probeerde Fortuyn de aandacht van de publieke opinie op zich gevestigd te houden en de politieke gemoederen tot een kookpunt te brengen. Het fenomeen Fortuyn staat echter niet op zichzelf. In andere tijden en plaatsen zijn er ook populistische patriotten van het type Fortuyn geweest, die meenden hun vaderland van de ondergang te moeten redden. Het oude Griekenland had de redenaar Demosthenes, die stenen in zijn mond stopte om harder te kunnen spreken, en (tevergeefs) waarschuwde tegen het Macedonische imperialisme. Rome had Cicero die de samenzwering van Catilina bekendmaakte ( o tempora, o mores ). In het 18e-eeuwse Engeland in de jaren voor het roemruchte theefeest in Boston praatte men alleen maar over de vrijheidslievende John Wilkes, wiens scheelheid minstens zo legendarisch geweest moet zijn als Fortuyns schedel en Wilders' kapsel. En het 19e-eeuwse Frankrijk was een tijdlang in de ban van generaal Boulanger, die de nederlaag tegen Bismarck-Duitsland moest wreken en een geliefd onderwerp was van vele liedjes, krantenartikelen, bordspelen en populaire biografieën.

Fortuyn heeft zich ook door een dergelijk figuur laten inspireren, namelijk door de Overijsselse politicus baron Joan Derk van der Capellen tot den Pol (1741-1784). Fortuyns manifest Aan het volk van Nederland. De contractmaatschappij , een sociaal-economische zedenschets uit 1992 was aan Van der Capellen opgedragen. Om Fortuyn beter te begrijpen, is het daarom relevant om te kijken naar het optreden van zijn ,,illustere voorganger en voorbeeld,,.

Martelaar
Joan Derk van der Capellen werd op 2 november 1741 geboren in Tiel. Hij studeerde rechten in Utrecht en vatte toen het plan op om Nederland te hervormen. Om dit van binnenuit te doen, was het nodig om lid te worden van een Ridderschap, het bestuursorgaan waarin de adel vertegenwoordigd was en onderdeel uitmaakte van de Provinciale Staten. Na veel moeite lukte het Van der Capellen om in 1772 lid te worden van de Staten van Overijssel. Hij had hiervoor de hulp ingeroepen van stadhouder prins Willem V, die dacht in Van der Capellen een medestander gevonden te hebben. De baron zou de politiek van de prins echter fel bestrijden.

De historicus Jan Romein noemde in Erflaters van onze beschaving Van der Capellen 'een tribuun der burgerij', omdat de baron in zijn strijd tegen vriendjespolitiek een beroep deed op de volksstem. Omdat men in de 18e-eeuw nog geen democratische verkiezingen kende, maakte Van der Capellen gebruik van buitenparlementaire middelen om de burgers bij de politiek te betrekken. Hij bracht geheime vergaderstukken in openbaarheid en liet zijn toespraken voor de Landdag van tevoren drukken en onder het volk verspreiden. De regenten konden Van der Capellens strijdmethode en sterk gepolitiseerde retoriek niet waarderen. Zijn bijdrages op de Statenvergaderingen werden daarom niet zelden uit de notulen geschrapt en in de 'secrete capse' (de doofpot) gestopt. Dit was onverstandig, want Van der Capellen kon in reactie hierop de politieke martelaar uithangen. Zijn martelaarschap werd in 1778 compleet, toen hij als lid van de Ridderschap werd geschorst. Vier jaar lang zou zijn politieke ballingschap duren. Dankzij een door hem georganiseerde petitiebeweging gehouden onder de Overijsselse burgers wist Van der Capellen terug te keren in de politiek. Een jaar eerder, in 1781, had Van der Capellen anoniem het pamflet Aan het volk van Nederland geschreven. Dit pamflet, dat in de nacht van 25 op 26 september over heel ons land was verspreid, vormde de klaroenstoot voor de patriottenbeweging. Niet alleen in Overijssel maar in heel Nederland gingen burgers aandringen op meer invloed op het bestuur. En hoewel de patriotten in 1787 door de Pruisische inval van hun macht werden beroofd, keerden ze in 1795 terug en bouwden ze mee aan de opbouw van Nederland als moderne democratische eenheidsstaat: de Bataafse Republiek (1795-1806).

Volksstem
De politieke carrière van Fortuyn lijkt erg op die van Van der Capellen. Beide politici waren buitenstaanders die graag de rol van martelaar speelden. Maar ook schroomden ze niet om van partij te wisselen wanneer dit hun van pas kwam. Zoals Van der Capellen (uit opportunisme) aanvankelijk orangist was, zo was Fortuyn (met overtuiging) marxist en lid van de PvdA. In hun strijd tegen de politieke elite (Oranje of Paars van kleur) deden ze allebei een beroep op de volksstem. In deze strijd wisten ze bovendien altijd in the picture te blijven, namelijk door de al dan niet geschreven regels van het politieke spel op provocatieve wijze te overtreden. Van der Capellen bracht geheime stukken in de openbaarheid en schreef anonieme strijdschriften, Fortuyn had kritiek op het heilige huisje dat multiculturalisme heette en vertelde zonder gêne over zijn pleziertjes in de dark room.

Terug naar het heden: Van der Capellen en Fortuyn overtraden de regels van het politieke spel met een heel duidelijk doel. Ze keerden zich tegen het vastgeroeste politieke systeem van hun tijd en wilden de zaak weer in beweging brengen. Hun optreden verschilt in dit opzicht enorm van dat van ex-filmmaker en ex-Metrocolumnist wijlen Theo van Gogh en Kamerlid en GeenStijl-columnist Geert Wilders. Van Gogh en Wilders hebben het alleen maar over islam, provoceren om het provoceren en drijven alles tot in het waanzinnige op de spits. Hun polarisatiestrategie en zucht naar publiek martelaarschap heeft helemaal geen zin, want Fortuyn heeft ons land immers wakker geschud. Onze tijd vraagt om andere strijdmiddelen. De patriottentijd was heel rumoerig. In de Bataafse tijd werden de verschillende partijen echter weer met elkaar verzoend en kwamen er veel hervormingen tot stand. Vandaag moet er daarom naar constructieve oplossingen worden gezocht. Post-Fortuynistisch Nederland heeft een redelijk alternatief nodig. Nu Fortuyn ons met zijn galmende gong heeft gewekt, hebben we geen behoefte aan de ketelmuziek van Van Gogh, of het schandaal van het Wilderiaanse simplisme.

Ewout Klei studeerde geschiedenis en won in 2005 de Radixprijs voor zijn eindscriptie over Van der Capellen en Fortuyn. Hij is momenteel werkzaam als assistent in opleiding aan de Theologische Universiteit (Broederweg) te Kampen en schrijft een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond.

woensdag, maart 14, 2007

De PS kunnen wel wat vuurwerk gebruiken

Dit artikel stond in CV.Koers van maart 2007

De verkiezingen van de Provinciale Staten kunnen de burger over het algemeen niet erg bekoren. Volgens Ewout Klei komt dat omdat de Staten zich te regentesk opstellen. Er is een cultuuromslag nodig: van bestuursorgaan naar een instituut dat de burger zichtbaar vertegenwoordigt.

Door Ewout Klei

Op 7 maart mogen we weer naar de stembus. Nu voor de Provinciale Statenverkiezingen. De opkomst voor deze verkiezingen is altijd bijzonder laag. In maart 2003 was 47,6 procent van de kiesgerechtigden komen opdagen, wat veel minder was dan de 79,9 procent die in januari 2003 naar de stembus ging voor de Tweede Kamerverkiezingen. De Staten hebben dan ook weinig te vertellen. Als bestuurslaag zit de provincie tussen het rijk en de gemeente in en meestal bemoeit ze zich zelden autonoom met bepaalde zaken. Financieel zijn de provincies bijna helemaal afhankelijk van het rijk en besluiten van de provincie kunnen door het rijk worden overruled.
Ook hebben de Provinciale Staten een suf imago. De onderwerpen waarmee de provincie zich bezighoudt, zijn meestal niet erg spannend. Van zaken als ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie en agrarische zaken worden de meeste burgers niet heet of koud. Het zijn over het algemeen niet de onderwerpen die breed leven bij de bevolking en tot felle debatten zouden kunnen leiden. Debatten worden er trouwens zelden gevoerd. De Staten komen meestal maar een keer in de maand bij elkaar en veel werk wordt voorbereid door commissievergaderingen. Statenleden zijn geen fulltime politici, ze doen hun ‘statenwerk’ naast hun gewone baan en krijgen een vergoeding.

Oppositie
Om aan deze gezapig aandoende cultuur enigszins een einde te maken, werd in 2003 besloten dat de gedeputeerden, die het dagelijks bestuur van de provincie vormen, geen lid meer mochten zijn van de Provinciale Staten. Ze hadden dus geen stemrecht in de Statenmeer en moesten nu echt verantwoording afleggen voor hun werk. In veel provincies heeft dit echter nog niet geleid tot meer duale verhoudingen, omdat de gewoonte van de Provinciale Staten om vooral te besturen, nog niet is afgeleerd. In Overijssel vormen CDA, PvdA en VVD een brede coalitie van 48 zetels. Oppositie voeren hiertegen is onmogelijk omdat de oppositiepartijen samen maar 15 zetels hebben.
De vraag is of de voorgenomen vermindering van het aantal Statenzetels voor verbetering zal zorgen. Dit jaar wordt het aantal Statenzetels in Nederland verlaagd van de huidige 764 naar 564. In Overijssel gaat men dan terug van 63 naar 47 leden. Nieuwe partijen als de Partij voor de Dieren, die misschien voor een beetje tegendraads vuurwerk had kunnen zorgen als ze in de Staten zou worden verkozen, maken nu helaas minder kans. Bang voor de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders hoeft men evenmin te zijn, want de rechts-nationalistische partij van de Mozart uit Venlo doet niet mee aan de Statenverkiezingen.

Politieke cultuur
Omdat provincies te klein zijn voor grote besluiten en te groot voor kleine besluiten, vallen ze vaak tussen de wal en het schip. De vraag of provincies moeten worden afgeschaft en Nederland net als Frankrijk in departementen of net als Duitsland in deelstaten moet worden opgedeeld, is daarom nog steeds actueel. Een argument tegen de afschaffing van provincies is uiteraard de breuk met het verleden. Sommige provincies hebben een sterke identiteit, zoals Friesland. Flevoland heeft dit natuurlijk helemaal niet. Om aan dit historische argument enigszins tegemoet te komen zou besloten kunnen worden dat provincies wel nog in naam blijven voortbestaan. Maar hier zal het voorlopig waarschijnlijk niet van komen omdat bestuurlijke vernieuwing voor het nieuwe kabinet geen prioriteit heeft. Heel begrijpelijk na de puinhopen die een halfjaar LPF en drie jaar D66 achterlieten.
Wat de Provinciale Staten nodig hebben, is echter niet allereerst bestuurlijke verandering, maar vooral politieke vernieuwing. In de Provinciale Staten heerst nog te veel de regentenmentaliteit, en die politieke cultuur moet veranderd worden. De kloof tussen burger en politiek wordt pas verkleind wanneer burgers zich herkennen in de politici door wie ze vertegenwoordigd worden. Politici moeten weer ware volksvertegenwoordigers worden. De Provinciale Staten moeten zich minder gaan gedragen als een bestuursorgaan en meer als een vertegenwoordigd orgaan. Er moet meer oppositie komen en er moeten meer onderwerpen op de agenda komen die de burger boeien.

Dubbele loyaliteit
De komende Provinciale Statenverkiezingen zullen overigens toch spannend worden, wat te maken heeft met een andere merkwaardige verantwoordelijkheid van de Staten. We kiezen namelijk niet alleen direct de leden van de Provinciale Staten maar beslissen indirect ook mee over de samenstelling van de Eerste Kamer, die door de Staten gekozen wordt. En het is maar de vraag of de nieuwe coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie de huidige meerderheid in de Eerste Kamer zal behouden. Opiniepeiler Maurice de Hond voorspelde in februari dat de coalitie deze meerderheid mogelijk zou verliezen, omdat het CDA en de PvdA door de discussie over de dubbele nationaliteit van staatssecretarissen Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb in de peilingen zijn weggezakt.
De kiezer heeft op 7 maart dus een dubbele loyaliteit. Hij stemt over het provinciale belang, maar indirect ook over het landsbelang. Dat maakt de verkiezingen spannend, maar tegelijk is het de vraag of de provincie in dit geval eigenlijk niet alleen maar voor spek en bonen meedoet. Een allereerste stap in de goede richting zou misschien zijn om de Provinciale Statenverkiezingen en de indirecte verkiezingen voor de Senaat los te koppelen. Dan weten burgers in ieder geval waarvoor ze stemmen bij de Statenverkiezingen.

Ewout Klei is historicus en werkt aan een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond.

woensdag, februari 28, 2007

Wilders en radicale moslims houden elkaar gevangen

Dit artikel stond in het Nederlands Dagblad van woensdag 28 februari 2007

door Ewout Klei
De afgelopen weken stonden Wilders en zijn Partij voor de Vrijheid (PVV) volop in de aandacht. Volgens Ewout Klei laat het optreden van Wilders zien dat de politicus en de radicale moslims elkaar nodig hebben. Ze willen gehaat worden.

Op donderdag 15 februari maakte Sietse Fritsma van de PVV bezwaar tegen de beëdiging van Ahmed Aboutaleb en Nebahat Albayrak als staatssecretaris. Zijn punt was dat beiden een dubbele nationaliteit hebben en dus(?) gehoorzaamheid verschuldigd zijn aan de Marokkaanse respectievelijk Turkse overheid en dus(?) onbetrouwbaar zijn.

Fritsma werd het woord ontnomen door Kamervoorzitter Gerdi Verbeet, omdat Albayrak bij de aanvaarding van haar Kamerlidmaatschap een eed op de grondwet heeft afgelegd, en dat er aan haar integriteit niet getwijfeld mag worden. Wilders was het niet met dit afkappen eens en beschuldigde Verbeet van partijpolitiek. De PVV schrijft nu een motie van wantrouwen tegen Aboutaleb en Albayrak, die wellicht volkomen kansloos is.

Maar hier bleef het niet bij. Twee dagen eerder, op 13 februari, had Wilders in een interview beweerd dat moslims in Nederland de helft uit de Koran moeten scheuren en anders teruggestuurd moeten worden naar het land van herkomst. Wilders uitspraken stonden een paar dagen later overal ter wereld in islamitische kranten. De ambassades van Saoedi-Arabië en Iran tekenden protest aan bij de Nederlandse regering en Pakistan ontraadde Wilders in dat land op bezoek te gaan, omdat dit zou leiden tot grote protesten.

Protest
Wilders denkt dat hij met zijn krachtdadige houding het moslimfundamentalisme bestrijdt, maar in feite bevordert hij dit alleen maar. Radicale islamieten kijken namelijk met een zeer selectieve bril naar het Westen en pikken alleen de negatieve dingen op. Ze vinden de anti-islamitische uitspraken van Wilders cum suis prachtig, want daarin worden al hun vooroordelen tegen het Westen bevestigd. Wilders bombastische optreden geeft moslimfundamentalisten nog meer excuus om westerlingen te haten en gewelddaden te plegen. Wilders op zijn beurt vindt de islamitische agressie geweldig, want dit bevestigt zijn vooroordeel dat alle moslims eigenlijk fundamentalisten zijn. Wilders en radicale moslims hebben elkaar nodig. Ze hebben de haat van de ander nodig om interessant te blijven. Ze willen gehaat worden. Net als het vuur van de liefde moet het vuur van de haat blijven branden, anders dooft ze uit.

Wilders en de moslimfundamentalisten proberen daarom altijd in het nieuws te komen. Wilders doet dit via provocerende uitspraken en een provocerend kapsel, moslimfundamentalisten doen dit via provocerende aanslagen op symbolische doelen en filmpjes op internet. Omdat er op het internet bijna complete vrijheid heerst kunnen de grootste gekken van alles beweren. Ze zoeken elkaar op en bevestigen elkaar in en haat voor de ander.

Dialoog
Mensen zijn niet altijd op zoek naar een dialoog. Mensen hebben soms de behoefte om te haten en gehaat te worden. In het martelaarschap worden immers het eigen gelijk, het eigen zelfbeeld en wereldbeeld bevestigd. In een wereld van haat is alles zwart-wit en is het gemakkelijk keuzes te maken en aan de 'goede' kant te staan. De hel, dat is de ander. De beruchte Deense cartoons, die uiteraard ook prominent op Wilders website stonden, gaven letterlijk een vertekend beeld van de islam. De islamitische woede, hoe goed georkestreerd misschien ook, was niet alleen woede over de belediging van de profeet maar ook een protest tegen het beeld dat het Westen zogenaamd heeft van moslims en de islam. Hoewel moslims aan de ene kant zeer verontwaardigd waren over de cartoons, hadden ze aan de andere kant behoefte om gehaat te worden. Wilders heeft dezelfde behoefte. Hij schreeuwt om negatieve aandacht.

In de islamitische wereld is een gelijkschakelingsproces aan de gang. Gelijkschakeling in nationaal-socialistische zin: Gleichschaltung . Radicale moslims zijn erop uit van alle moslims fundamentalisten te maken door ze een vijandbeeld te geven (de joden en het Westen) en door interne terreur (de meeste slachtoffers van islamitisch terrorisme zijn andere moslims). Ze zijn daarin behoorlijk succesvol, omdat iemand als George W. Bush door domme oorlogen te voeren veel moslims het idee geeft dat het Westen tegen de islam is. Kritische moslims moeten hun mond houden, omdat ze anders voor collaborateurs worden uitgemaakt.

Xenofoob
Ook Wilders hoopt de Nederlanders gelijk te schakelen. We zouden allemaal onze islamitische naasten moeten haten. Iedereen die het niet met Wilders eens is heeft slappe knieën. Dat er geen gematigde moslims bestaan in Wilders' optiek bewijst de kwestie van de dubbele paspoorten. Aboutaleb en Albayrak zijn beiden schoolvoorbeelden van goed geïntegreerde (lees niet: geassimileerde) moslims in de Nederlandse samenleving. Beiden zijn lid van een democratische partij, de Partij van de Arbeid.

Als Wilders zich alleen maar zorgen maakte over het moslimfundamentalisme had hij van de dubbele nationaliteit geen punt gemaakt. Maar uit deze kwestie blijkt dat Wilders gewoon een ordinaire xenofoob is, van het type Janmaat en Michiel Smit.

Ewout Klei is historicus.

vrijdag, juli 28, 2006

Platform voor extremisten en vrijdenkers

Dit artikel stond in het Nederlands Dagblad van vrijdag 28 juli 2006

door Ewout Klei

Kleine politieke partijen zijn vooral een forum voor mensen om hun radicale ideeën in kwijt te kunnen, een perfect platform voor extremisten, querulanten en vrijdenkers.

Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 1967 deden meer dan twintig politieke partijen mee aan de strijd om de gunst van de kiezer. Om enigszins wegwijs te worden in de jungle, die in Nederland partijpolitiek wordt genoemd, schreef de Groningse journalist Henk J. Meier het Politiek Zakboek 1967. In zijn boekje zijn naast de gevestigde partijen de kleine partijen opgenomen en veel partijen, deels nieuwe partijen, die niet in het parlement waren vertegenwoordigd. Naast D'66 waren dit onder andere de Partij voor Ongehuwden, de Republikeinse Partij, de Partij van het Recht, de Christen Democraten Unie en last but not least de Christelijk Nationale Volkspartij voor Monarchale Democratie (CNVPvMD).

Vandaag de dag lijkt het niet veel anders met de politiek gesteld. Na het grote succes van nieuwkomer Lijst Pim Fortuyn, die in 2002 26 zetels haalde, beproefden in 2003 enkele nieuwe partijtjes, zoals de Partij voor de Dieren, Lijst Emile Ratelband en conservatieven.nl hun geluk. In 2006 zullen andere 'fortuynzoekers' een poging wagen. Bij de kiesraad staan tientallen politieke partijen ingeschreven die niet in het parlement worden vertegenwoordigd. Deze kleine partijtjes zijn het perfecte platform voor extremisten, querulanten en vrijdenkers. In kleine partijtjes kunnen ze ongestoord werken aan radicale en/of buitenissige ideeën waar in grote partijen geen ruimte voor is. De Partij voor Naastenliefde Vrijheid en Diversiteit (PNVD) pleit bijvoorbeeld voor legalisatie van seks tussen volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar en naaktloperij.

Welke partijtjes maken kans om in het parlement te worden verkozen? En wat is de functie van deze partijtjes voor de Nederlandse politiek?

Afzetten
Laten we beginnen bij DeZES. Deze partij werd op 13 mei 2006 opgericht in Zutphen door D66-dissidenten. Op de website staan een enthousiast meisje en DeZES-kroonjuwelen als 'One man, one vote', 'radicale democratisering' en 'online politiek'. DeZES wil een online monitor-groep in het leven roepen waarvan alle partijleden lid kunnen worden. Deze groep moet DeZES-vertegenwoordigers in de toekomst controleren en zo nodig afzetten. DeZES denkt in november tenminste één zetel te kunnen halen. Hoewel online-ostracisme wel een aardig idee is (bierviltjes-ostracisme is misschien nog aardiger), doet DeZES denken aan WorldOnline van Nina Brink: een zeepbel.

Radicaler dan DeZES is de Continue Directe Democratie Partij van Rob Verboom. De partij haalde op 20 december 2005 het dagblad Trouw. De CDDP wil met een continu referendum onder de leden bepalen wat haar vertegenwoordigers gaan stemmen. De CDDP heeft zelf geen standpunten. Het Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) verwijst op zijn website naar de CDDP, maar de informatie over de CDDP op de online encyclopedie Wikipedia is genomineerd voor verwijdering.

Dieren
DeZES en de CDDP willen vertegenwoordigers reduceren tot stemvee, de Partij voor de Dieren van Marianne Thieme komt op voor de rechten van het dier en ziet dit als de logische stap in het evolutionaire proces dat emancipatie heet. Volgens Thieme hebben nadere diervriendelijke partijen, zoals GroenLinks, te weinig prioriteiten gegeven aan de rechten van het dier. De in 2002 opgerichte PvdD kreeg in 2003 47.665 stemmen, net iets minder dan driekwart van het aantal dat benodigd is voor een zetel. Misschien heeft de partij in november 2006 meer succes.
De Partij voor de Dieren is een one-issuepartij en principiële criticus van GroenLinks, de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders lijkt hier op maar bekritiseert de VVD. In de peilingen is de conservatief-liberale partij goed voor drie zetels. De PvdV wil lagere belastingen, een verbod op het preken in moskeeën in een andere dan de Nederlandse taal, vervanging van artikel 1 van de Grondwet door een artikel waarin het joods-christelijke en humanistische culturele erfgoed wordt beschermd. Hoewel de PvdV door deze houding in de marge van de politiek komt te staan, zorgt Wilders er wel voor dat de VVD, uit angst voor verlies van rechtse kiezers, Rita Verdonk in het zadel wil houden.

Door zich te verbinden met de conservatieve intellectueel Bart Jan Spruyt hebben Wilders en zijn PvdV wellicht nog wat te melden. De partij-in-wording van Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam en het LPF-Kamerlid Joost Eerdmans - met wie Wilders zich absoluut niet wil associëren - kenmerkt zich daarentegen door een totaal gebrek aan inhoud. Een mogelijke partijnaam luidt namelijk: Niet Lullen Maar Poetsen. Zelfs Peter R. de Vries, wiens Partij voor Rechtvaardigheid, Daadkracht en Vooruitgang (PRDV) na enkele maanden een zachte dood stierf, had meer fantasie.

Verder zijn er nog de rechtsextremistische partij NieuwRechts van Michiel Smit, de Vooruitstrevende Integratiepartij van Mr Drs R. Dhalganjansing, die zijn halve familie op de lijst heeft gezet; de Pacifistisch-Socialistische Partij '92 en de Nieuwe Communistische Partij Nederland die niet wilden meedoen met GroenLinks (nu nog het Nieuw Gereformeerd Politiek Verbond), de Liberaal-Democratische Partij, Nederland Transparant, Duurzaam Nederland, de Progressief-Democratie Partij, de Directe Democraten, de Partij van de Toekomst (zet zich in voor feest), Forza! Nederland, de Republikeinse Socialisten, etc. etc. etc.

Van sommige partijen werkt de website het niet meer, wat betekent dat de partij niet meer actief is. Veel kleine partijen zijn het initiatief van een of twee mensen en het is altijd maar de vraag hoe lang ze ermee willen doorgaan. Een website in de lucht houden is voor sommige partijen kennelijk al moeilijk, maar als een nieuwe partij daadwerkelijk aan de verkiezingen wil meedoen, moet men per kieskring (Nederland kent negentien van dit soort kringen) dertig handtekeningen verzamelen en bovendien een waarborgsom van 11.250 euro betalen. Wanneer de partij de kiesdeler niet haalt, wordt deze borgsom niet terugbetaald.

In het Politiek Zakboek 1967 vertelt Meier over J.F.N. van Os, de lijsttrekker van de eerder genoemde CNVPvMD, die in 1967 bijna failliet raakte omdat hij steeds weer probeerde in de Kamer verkozen te worden. VermakelijkKleine politieke partijen zijn vooral een forum voor mensen om hun radicale ideeën in kwijt te kunnen. De politieke invloed van veel partijtjes is nihil. Ze zijn vooral erg vermakelijk. Sommige partijtjes bedreigen door hun principiële opstelling echter grotere partijen (zoals de PvdD Groenlinks en de PvdV de VVD) en oefenen indirect invloed uit. Ten slotte kunnen kleine politieke partijtjes soms voor een grote doorbraak zorgen, omdat ze iets verwoorden waarmee men in Den Haag geen rekening heeft gehouden. Maar tot dusverre zijn alleen D66 en LPF hier in geslaagd.