Posts tonen met het label Fortuyn. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Fortuyn. Alle posts tonen

vrijdag, juli 28, 2006

Platform voor extremisten en vrijdenkers

Dit artikel stond in het Nederlands Dagblad van vrijdag 28 juli 2006

door Ewout Klei

Kleine politieke partijen zijn vooral een forum voor mensen om hun radicale ideeën in kwijt te kunnen, een perfect platform voor extremisten, querulanten en vrijdenkers.

Tijdens de Tweede Kamerverkiezingen van 1967 deden meer dan twintig politieke partijen mee aan de strijd om de gunst van de kiezer. Om enigszins wegwijs te worden in de jungle, die in Nederland partijpolitiek wordt genoemd, schreef de Groningse journalist Henk J. Meier het Politiek Zakboek 1967. In zijn boekje zijn naast de gevestigde partijen de kleine partijen opgenomen en veel partijen, deels nieuwe partijen, die niet in het parlement waren vertegenwoordigd. Naast D'66 waren dit onder andere de Partij voor Ongehuwden, de Republikeinse Partij, de Partij van het Recht, de Christen Democraten Unie en last but not least de Christelijk Nationale Volkspartij voor Monarchale Democratie (CNVPvMD).

Vandaag de dag lijkt het niet veel anders met de politiek gesteld. Na het grote succes van nieuwkomer Lijst Pim Fortuyn, die in 2002 26 zetels haalde, beproefden in 2003 enkele nieuwe partijtjes, zoals de Partij voor de Dieren, Lijst Emile Ratelband en conservatieven.nl hun geluk. In 2006 zullen andere 'fortuynzoekers' een poging wagen. Bij de kiesraad staan tientallen politieke partijen ingeschreven die niet in het parlement worden vertegenwoordigd. Deze kleine partijtjes zijn het perfecte platform voor extremisten, querulanten en vrijdenkers. In kleine partijtjes kunnen ze ongestoord werken aan radicale en/of buitenissige ideeën waar in grote partijen geen ruimte voor is. De Partij voor Naastenliefde Vrijheid en Diversiteit (PNVD) pleit bijvoorbeeld voor legalisatie van seks tussen volwassenen en kinderen vanaf 12 jaar en naaktloperij.

Welke partijtjes maken kans om in het parlement te worden verkozen? En wat is de functie van deze partijtjes voor de Nederlandse politiek?

Afzetten
Laten we beginnen bij DeZES. Deze partij werd op 13 mei 2006 opgericht in Zutphen door D66-dissidenten. Op de website staan een enthousiast meisje en DeZES-kroonjuwelen als 'One man, one vote', 'radicale democratisering' en 'online politiek'. DeZES wil een online monitor-groep in het leven roepen waarvan alle partijleden lid kunnen worden. Deze groep moet DeZES-vertegenwoordigers in de toekomst controleren en zo nodig afzetten. DeZES denkt in november tenminste één zetel te kunnen halen. Hoewel online-ostracisme wel een aardig idee is (bierviltjes-ostracisme is misschien nog aardiger), doet DeZES denken aan WorldOnline van Nina Brink: een zeepbel.

Radicaler dan DeZES is de Continue Directe Democratie Partij van Rob Verboom. De partij haalde op 20 december 2005 het dagblad Trouw. De CDDP wil met een continu referendum onder de leden bepalen wat haar vertegenwoordigers gaan stemmen. De CDDP heeft zelf geen standpunten. Het Documentatiecentrum voor Nederlandse Politieke Partijen (DNPP) verwijst op zijn website naar de CDDP, maar de informatie over de CDDP op de online encyclopedie Wikipedia is genomineerd voor verwijdering.

Dieren
DeZES en de CDDP willen vertegenwoordigers reduceren tot stemvee, de Partij voor de Dieren van Marianne Thieme komt op voor de rechten van het dier en ziet dit als de logische stap in het evolutionaire proces dat emancipatie heet. Volgens Thieme hebben nadere diervriendelijke partijen, zoals GroenLinks, te weinig prioriteiten gegeven aan de rechten van het dier. De in 2002 opgerichte PvdD kreeg in 2003 47.665 stemmen, net iets minder dan driekwart van het aantal dat benodigd is voor een zetel. Misschien heeft de partij in november 2006 meer succes.
De Partij voor de Dieren is een one-issuepartij en principiële criticus van GroenLinks, de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders lijkt hier op maar bekritiseert de VVD. In de peilingen is de conservatief-liberale partij goed voor drie zetels. De PvdV wil lagere belastingen, een verbod op het preken in moskeeën in een andere dan de Nederlandse taal, vervanging van artikel 1 van de Grondwet door een artikel waarin het joods-christelijke en humanistische culturele erfgoed wordt beschermd. Hoewel de PvdV door deze houding in de marge van de politiek komt te staan, zorgt Wilders er wel voor dat de VVD, uit angst voor verlies van rechtse kiezers, Rita Verdonk in het zadel wil houden.

Door zich te verbinden met de conservatieve intellectueel Bart Jan Spruyt hebben Wilders en zijn PvdV wellicht nog wat te melden. De partij-in-wording van Marco Pastors van Leefbaar Rotterdam en het LPF-Kamerlid Joost Eerdmans - met wie Wilders zich absoluut niet wil associëren - kenmerkt zich daarentegen door een totaal gebrek aan inhoud. Een mogelijke partijnaam luidt namelijk: Niet Lullen Maar Poetsen. Zelfs Peter R. de Vries, wiens Partij voor Rechtvaardigheid, Daadkracht en Vooruitgang (PRDV) na enkele maanden een zachte dood stierf, had meer fantasie.

Verder zijn er nog de rechtsextremistische partij NieuwRechts van Michiel Smit, de Vooruitstrevende Integratiepartij van Mr Drs R. Dhalganjansing, die zijn halve familie op de lijst heeft gezet; de Pacifistisch-Socialistische Partij '92 en de Nieuwe Communistische Partij Nederland die niet wilden meedoen met GroenLinks (nu nog het Nieuw Gereformeerd Politiek Verbond), de Liberaal-Democratische Partij, Nederland Transparant, Duurzaam Nederland, de Progressief-Democratie Partij, de Directe Democraten, de Partij van de Toekomst (zet zich in voor feest), Forza! Nederland, de Republikeinse Socialisten, etc. etc. etc.

Van sommige partijen werkt de website het niet meer, wat betekent dat de partij niet meer actief is. Veel kleine partijen zijn het initiatief van een of twee mensen en het is altijd maar de vraag hoe lang ze ermee willen doorgaan. Een website in de lucht houden is voor sommige partijen kennelijk al moeilijk, maar als een nieuwe partij daadwerkelijk aan de verkiezingen wil meedoen, moet men per kieskring (Nederland kent negentien van dit soort kringen) dertig handtekeningen verzamelen en bovendien een waarborgsom van 11.250 euro betalen. Wanneer de partij de kiesdeler niet haalt, wordt deze borgsom niet terugbetaald.

In het Politiek Zakboek 1967 vertelt Meier over J.F.N. van Os, de lijsttrekker van de eerder genoemde CNVPvMD, die in 1967 bijna failliet raakte omdat hij steeds weer probeerde in de Kamer verkozen te worden. VermakelijkKleine politieke partijen zijn vooral een forum voor mensen om hun radicale ideeën in kwijt te kunnen. De politieke invloed van veel partijtjes is nihil. Ze zijn vooral erg vermakelijk. Sommige partijtjes bedreigen door hun principiële opstelling echter grotere partijen (zoals de PvdD Groenlinks en de PvdV de VVD) en oefenen indirect invloed uit. Ten slotte kunnen kleine politieke partijtjes soms voor een grote doorbraak zorgen, omdat ze iets verwoorden waarmee men in Den Haag geen rekening heeft gehouden. Maar tot dusverre zijn alleen D66 en LPF hier in geslaagd.

dinsdag, maart 28, 2006

Hallo meneer de uil, waar brengt u ons naar toe?

Onderstaande toespraak werd op 19 december 2004 gehouden door Jan-Willem Tamminga, ter gelegenheid van mijn afstuderen.



Allereerst het volgende: ik zat eens in de kerk te luisteren naar een emeritus-predikant van een jaar of 75, en plotseling moest ik bijna wanhopig denken: zou de vraag “verveel ik jullie misschien ook” nou helemaal niet bij die man opkomen?
Het risico bestaat dat dit een gortdroge verhandeling wordt, bovendien onbegrijpelijk: in dat geval hoop ik dat iemand er een eind aan maakt.


Hallo meneer de uil, waar brengt u ons naar toe?
Tegen populisme de politiek met een knipoog

Ik neem u even mee naar de nacht van Wiegel, waarin het tweede Kabinet Kok struikelde over het stokpaard van D’66, het correctief referendum. 18 mei 1999, het lijkt een geheel ander tijdperk.
In de nacht waarin hij werd overgeleverd, hield toenmalig premier Kok in de eerste kamer een gloedvol betoog waarin hij aangaf waarom de coalitiepartners toch echt voor zouden moeten stemmen. Het was algemeen bekend dat de VVD-coryfee van plan was tegen te stemmen, wat tot gevolg zou hebben dat er één stem te weinig zou zijn om de grondwet ten gunste van het referendum te wijzigen. Na afloop complimenteerde Wiegel Kok met zijn mooie toespraak – en stemde tegen. Kok zal zoiets gedacht hebben “Hans, verraad je mij met een kus”? Hij was in ieder geval heftig verontwaardigd, liet hij na afloop blijken. Wiegel begreep niet waarom; het feit of hij Kok’s toespraak mooi vond zei in zijn ogen niets over voor of tegen stemmen.
Dit alles vond plaats in de Eerste Kamer, ook wel beschouwd als het huis van de heilige wijsheid van de Nederlandse politiek.
Niet voor niets begin ik mijn betoog met een voorval uit dit eerbiedwaardige instituut. Door Vriend Klei, inmiddels Drs Vriend Klei, ben ik gevraagd te spreken hier op zijn afstudeerfeest. Ik beschouw het als een grote eer het woord te mogen voeren in wat eveneens bekend staat als het huis van de heilige wijsheid, bekend om haar vermaarde filosofen, natuurkundigen, historici en wiskundigen.
Op het gevaar af beticht te worden van overmatig gebruik van pedante professorale zwaarwichtigheden, ik ontleen deze term aan de filosoof Arthur Coleman Danto, zal ik betogen dat de diverse vormen van populisme zoals die zich tegenwoordig aan ons voordoen, bestaan bij de gratie van het totale ontbreken van zelfrelativering en humor, en verder dat ik niet graag zou zien dat deze twee waarden uit onze geliefde polder verdwijnen. Voor de duidelijkheid: in de tijd van Wiegel en Kok waren wij nog de polder, nu zie ik ons meer een soort van woestijn worden, en dat zeker niet wegens al die in Nederland woonachtige woestijnvolkeren die het nieuws en de politieke agenda lijken te beheersen.
Even mijn eigen positie: ik heb de pest aan dat modieuze gedoe van al die figuren die weer wat bedenken en meteen vinden dat iedereen dat ook maar moet vinden en dat theatraal van de daken gaan schreeuwen en na iedereen beledigd te hebben het vreemd vinden dat ze worden bedreigd. Vergeef me deze tirade, ik zeg ook wel eens wat ik vind en vind ook wel eens wat ik zeg.
Je struikelt in dit land over gekrenkte ego’s die denken dat ze vernieuwend bezig zijn en klagen dat niemand dat erkent.
In de nieuwste HP de Tijd, die ik vandaag even doorkeek, beklaagt voormalig politicus Rik van der Ploeg, nu hoogleraar in Florence, zich er over hoe de humor uit Nederland verdwenen is, en met de humor de tolerantie.
Wat heeft humor met populisme te maken, vraagt u zich wellicht af. Het antwoord luidt: niets. Humor is wezensvreemd aan populisme, net als dat humor wezensvreemd is aan fundamentalisme.
Fundamentalisme komt voort uit het ontbreken van een vorm van kritische distantie ten opzichte van de ideeën die men aanhangt, zelfreflectie dus. Wanneer men zegt zijn handelen op een direct gebod van boven, of een algemene ethische theorie over bijvoorbeeld de omgang met dieren, al was het maar iets banaals als veganisme, te baseren, is daarover geen discussie mogelijk, geen reflectie dus.
Ook is het niet mogelijk een onderscheid te maken tussen de opvatting en het handelen wat die opvatting tot gevolg heeft. Het handelen volgt immers direct uit het opvolgen van het gebod.
De grote geesten van onze tijd maken echter dezelfde fout. Onder het mom van vrije meningsuiting de confrontatie te zoeken door beledigende teksten te bezigen of medelanders publiekelijk te kleineren of op andere wijzen proberen zo theatraal mogelijk tegendraads te zijn, is niet meer dan het vermeende kwaad met zijn eigen wapens bestrijden. Het is evenzeer het zich vastbijten in de eigen opvatting, en deze dermate tot strijdpunt te verheffen dat dit onbespreekbaar wordt. De radicalisering van mensen als Wilders en Ayaan Hirsi Ali, in navolging van Fortuyn, laten dit zien, terwijl zelfs de leiders van de VVD in deze radicalisering mee lijken te gaan. En dan wordt Piet-Heyn Donner uitgemaakt voor reactionaire fundamentalist!
Terug naar de humor. De naam van de roos van Umberto Eco gaat over twee vragen. Een daarvan is: heeft Christus tijdens zijn leven op aarde gelachen? Uiteindelijk slaan de broeders in het klooster elkaar de hersenen in in de discussie over deze vraag en een ander probleem, dat ik nu zal laten rusten.
De kloosterling Jorge geeft commentaar op Aristoteles’ ideeën over de lach. De lach relativeert alles, de lach relativeert daardoor ook alle gezag, waardoor de lach uiteindelijk de chaos bewerkstelligt, en de afvalligheid van God. De lach is derhalve des duivels. De lach kan geen plaats krijgen in een omgeving waarin mensen zichzelf en hun leven en het leven serieus nemen, doodserieus zou ik willen zeggen.
Maar is onze wereld leefbaar als wij alles zo serieus nemen? Hebben wij niet nodig de dingen zo nu en dan eens te relativeren? Jorge’s tegenstrever stelt hiertegenover dat juist de duivel gekenmerkt wordt door eeuwige somberheid, daar hij weet waar hij vandaan komt en waar hij naartoe gaat. “De duivel is de aanmatiging van de geest, het geloof zonder glimlach, de waarheid die nooit aan twijfel onderhevig is.” De monnik die de lach van de duivel afkomstig noemde, laat het verhaal eindigen in een geweldig inferno waarbij het hele klooster in vlammen opgaat.
Zonder de humor ligt het gevaar op de loer dat wij ons niet mee kunnen distantiëren van wat ons overkomt. Iemand die het leven al te serieus neemt, maakt zichzelf uiteindelijk tot middelpunt van de wereld.
Dit is, wat wij in het ware fundamentalisme zien, én in de reactie van degenen die ons met alle middelen proberen te behoeden voor dat fundamentalisme.
Het huis van de heilige wijsheid bleek tevens het huis van de glimlach. Het was geen grootse grap, daar in de eerste kamer. Wiegel, enerzijds de elitaire liberale politicus, anderzijds nog altijd enorm populair en vertrouwenswekkend, had oog voor de schoonheid van de woorden van Kok an sich, maar distantieerde zich van de inhoud van de boodschap. De ironie was echter dat juist hij tegen stemde. Hij kon waardering voor de woorden van tegenstander én het politieke spel opbrengen, en deze loskoppelen van zijn overtuiging. Dat Kok, toch politicus van de oude stempel, hier Kokkiaans narrig om werd, is tegen de achtergrond van de belangen op dat moment begrijpelijk, maar is tevens een teken van een blinde vlek voor de zo belangrijke relativering, van de discussie met een knipoog.
Populisme van onze tijd bestaat bij de gratie van de hardheid van haar retoriek en haar boodschap. Zij kan zich niet permitteren een glimlach te laten zien, daar zij strijd tegen de duivel van het fundamentalisme. Zij kan zich niet distantiëren van deze strijd, omdat zij slechts kan bestaan door de inhoud van deze strijd, varend op de golven van het ressentiment.
Ik las in Drs’ Klei’s verhandeling over Joan Derk van den Cappellen tot den Poll dat deze een zeer groot ego had en een nogal onaangenaam persoon was.
Zijn verdiensten in de politiek zijn groot geweest, want het was wel eens goed dat het establishment werd opgeschud, net als dat de opkomst van Pim Fortuyn op dat moment dringend gewenst was. (Fortuyn ging er overigens prat op dat hij meer Marokaanse jongens kende dan welke politicus in dit land ook, zij het dat dat vaak op plaatsen was waar hij ze niet eens kon zien). De meeste populisten dan ook eindigen als een nuttige voetnoot in de geschiedenis. (Deze opmerking op verzoek van Albert).

"Men kan het martelaarschap van het niet begrepen worden niet uithouden en kiest daarom maar op een veel gemakkelijke manier de bewondering van de wereld." zegt de door drs. Vriend Klei immens bewonderde Kierkegaard. Wel, Kierkegaard was een zeldzaam genie, die zich in lijn van een lange traditie roepende in de woestijn noemde. Maar, wat geeft iemand het recht dit met zoveel pathos over zichzelf uit te roepen, hetgeen wij zoveel meemaken? Misschien dat iemand die het echt heeft gemaakt het op zijn sterfbed fluisterend zou kunnen uitspreken.
Geheel in lijn van de in dit huis bewonderde Hegel zou ik willen zeggen “de uilen van Minerva vliegen uit in de avondschemering”.
De wijsheid komt achteraf zogezegd, in het heetst van de strijd zelf zoekt de wijsheid beschutting in plaats van direct er bovenop te springen. Voordat de wijsheid komt past het ons onze overtuiging zo af en toe tegen het licht te houden, Tot die tijd volstaat zij door aan de rand van het slagveld tussen fundamentalisme en populisme minzaam te knipogen en haar oordeel op te schorten, om te voorkomen dat we met z’n allen eindigen in een woestijnachtig fabeltjesland, in een slechte editie van de fabeltjeskrant.

Ik dank u wel.
Jan-Willem Tamminga

vrijdag, september 30, 2005

Geachte abactis, lieve Stieneke,

"Als het genie profetisch naar de toekomst wijst, kan hij dit slechts, dank zij zijn dieper besef van het verleden." (Søren Kierkegaard)

Geachte abactis, lieve Stieneke,


Mijn voormalige huisgenoot, Albert Mollema, vermoeide vorig jaar de GSV met een afscheidsbrief die maar liefst 20 minuten duurde. Ik, bescheiden als ik ben, zal u niet zo lang vervelen met mijn geblaat, slechts 2 pagina's. Auke Minnema zal nu misschien denken: "Vriend Klei, verraad je mij nu met een kus?" Maar ik zeg u, Auke, ik heb je waarlijk lief. Hoed mijn schapen.

Nu ik deze brief schrijf is het vakantie. Ik ben bezig met een boek van Dick Pels over Pim Fortuyn, de opvolger van de theatraal tegendraadse achttiende-eeuwse politicus Joan Derk van der Capellen tot den Pol, waarover ondergetekende zijn eindscriptie heeft geschreven, waarmee hij de Radix scriptieprijs heeft gewonnen, ondanks het feit dat hij in de Sic zich nogal provocerend populistisch over het magazine van het Gereformeerd Wetenschappelijk Genootschap had uitgelaten.
In "De geest van Pim" vertelt Dick Pels dat Fortuyn een buitenstaanders was, iemand die anders was dan de rest en daarom werd buitengesloten. Pim voelde zich buitengesloten en ging daarom anders gedragen, zodat het "buitengesloten-zijn" een zelfvervullende profetie werd.
Voorwaar, voorwaar ik zeg u, de biografie van Pels is een feest der herkenning. Ik sluit mij soms ook buiten. Op zondag 17 juni letterlijk. Ik had de deur achter mij dichtgeslagen en realiseerde mij opeens dat ik geen sleutels bij mij had om weer terug te komen. Ik stond nu midden in de woestijn, en er was niemand die mijn geroep, mijn smeking en mijn klagen hoorde. Het was immers zondagochtend en alle studenten lagen nog in bed. Och, wat voelde ik mij eenzaam en verlaten. Ik moest een besluit nemen. Ik moest hulp buiten mijzelf gaan zoeken. Ik, een geboren calvinist [nee, niet wedergeboren] en dus geneigd tot alle kwaad.
Maar in de moeilijkste momenten van je leven kom je erachter wie je ware vrienden zijn. Zij lopen niet in een grote boog om je heen en laten je links liggen. Zij lappen je geestelijk en fysiek op en als je ze om een fiets vraagt zullen ze je geen kopje suiker geven. Ik dwaal af. Om een lang verhaal kort te maken: ik kreeg van Bennard Doornbos een fiets en maakte toen - om de sleutels te halen - een queeste naar het verre Middelstum. [Even wachten] Daarheen en weer terug. [Deze LOTR-grap is speciaal voor Matthijs Schokker] Af en toe sloeg ik de verkeerde weg in, maar gelukkig had ik het einddoel goed voor ogen, en wist ik mijn zoektocht naar de heilige graal, ik bedoel de sleutels, met succes te volbrengen.

Dit verhaal over verlossing, waarin feit en fictie door elkaar lopen, illustreert prachtig mijn zijn-tot-de-GSV. [Let op de Heideggeriaanse streepjes] Ik was af en toe onmogelijk, u heeft mij ondanks mijn fouten en gebreken toch geaccepteerd. Ik was het eigenwijze koekoeksjong dat - hoewel ik nog niet kon vliegen - het warme nest verliet, u "steeg op als een arend" en ving mij op. Ik was de verloren zoon, u was mijn liefhebbende vader. Ik was de hoer, u Hosea. [Wachten totdat het gelach verstomd is]
De GSV: christelijk, sociaal en studentikoos. Intellectueel niet meer, maar daar wil ik in deze brief niet over lamenteren. Ik kaart het alleen even aan. Wie staat er op om tegen de bierkaai te vechten nu ik niet meer onder u ben? Wie zal er voorgaan in de geest van Klei? Iemand?
Het meest waardeer ik echter het sociale karkater van de GSV. Niemand wordt buitengesloten. Het feit dat we het vaak hebben over randleden, betekent dat er om deze mensen gedacht wordt! Het grote verschil met de middelbare school en met de boze buitenwereld is dat op de GSV iedereen mee mag doen, iedereen telt, iedereen wordt geaccepteerd, of je nu de Radixprijs hebt gewonnen of na twee jaar nog steeds je propedeuse niet hebt gehaald. [Dit bedoel ik dus niet serieus] Om met de woorden van professor Snape te spreken: "Fame isn't everything, Mr. Potter."
GSV, bedankt voor je stoere novitiaat, je thoffe [op z'n Huttenga's uitspreken] kampen, je gave Dies (hoewel de gaafste Dies in Utrecht was met de dame die nu mijn brief voorleest), je swingende feesten, je fantastische ABC-weekenden, je heerlijke Happietaria, je aardse zedenmeesters, je hemelse Annie Stortemelktrofee-winnares, je paarse hazen, je senaat L.A.M., je Join Boerma-website, je prachtige SiC (met daarin de intelligentste artikelen over Friedrich Nietzsche, Jacques Derrida, Pierre Bayle en Joan Derk van der Capellen tot den Pol) en je geweldige OV-lezingen (met name die met James Kennedy, Eddo Evinck, Willem Jan Otten en Wolter Rose). GSV, you are always in my mind.

Met vriendelijke groet,


Ewout Klei

PS. Mag ik misschien reünist worden?