donderdag, januari 04, 2007

ChristenUnie moet voluit democratisch gaan denken

Dit artikel stond in CV.Koers van januari 2007.

Nu de ChristenUnie een plaats lijkt te krijgen in het kabinet, moet de partij zich voluit democratisch tonen, meent Ewout Klei. Dat betekent volgens hem dat er geen ruimte meer is voor het theocratisch gedachtegoed. De partij past bescheidenheid en een constructieve houding.

In augustus 1984 deed PvdA-leider Joop den Uyl een felle aanval op de orthodox-protestantse partijen SGP, GPV en RPF, door de pers ‘klein rechts’ genoemd. Den Uyl was van mening dat de programma’s van deze partijen wezenlijk ademocratische trekken hadden en dat de politieke vertaling van theocratisch denken een latente bedreiging van wezenlijke vrijheden vormde. Ook in de periode daarna liet Den Uyl zich in de media zo over klein rechts uit. Zijn kritiek vond plaats tegen de achtergrond van een eventuele toekomstige samenwerking tussen CDA en deze partijen in de zogenaamde Staphorster-variant (een minderheidskabinet van CDA en VVD met gedoogsteun van klein rechts). Den Uyl moest van deze ‘flirtation’ van het CDA met zijn principiële kleine zusjes niets hebben.
Een echo van deze kritiek kwam ruim twintig jaar later uit de pen van Elsbeth Etty, hoogleraar literatuurkritiek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en éminence rouge van de linkse kerk. In haar column Partij van God in het NRC-Handelsblad van 5 december 2006 keerde ze zich tegen regeringsdeelname van de ChristenUnie. Niet Staphorst maar Hezbollah (‘partij van Allah’) was het spookbeeld dat Etty trachtte op te roepen. In een verkiezingsfolder voor verstandelijk gehandicapten stond namelijk dat de ChristenUnie een regering wil die in God gelooft. Dat was ondemocratisch. Bovendien had André Rouvoet De volken geroepen van evangelist Pieter Bos aanbevolen, een uitgesproken antidemocratisch boek.
Etty stond in haar kritiek niet alleen. In het Tweede Kamerdebat van dinsdagavond 19 december over de afgeronde verkennende fase van de formatie trok ook D66 ten strijde tegen de ChristenUnie. Alexander Pechtold was bang dat door regeringsdeelname van de ChristenUnie in een kabinet met CDA en PvdA de Paarse verworvenheden en de abortuswet op de tocht zouden komen te staan. Wouter Bos verzekerde hem echter dat de PvdA hier niet aan wil tornen.

Breed publiek
Is de ChristenUnie (CU) vanwege haar uiterst principiële standpunten eigenlijk niet bij voorbaat ongeschikt om te regeren? Sommige CU-leden menen van wel. Oud RPF-leider Meindert Leerling bijvoorbeeld is van mening dat Rouvoet alleen in een kabinet zitting mag nemen dat de Paarse verworvenheden terugdraait. Zo’n kabinet is in de huidige constellatie ondenkbaar. Als de ChristenUnie de mening van Leerling zou zijn toegedaan, veroordeelt ze zichzelf tot een getuigenispartij in de marge. Zo’n partij hoeft geen vuile handen te maken en kan daarom altijd zeggen dat ze gelijk heeft.
Het lijkt er echter op dat de ChristenUnie van haar marginale positie af wil. De partij lijkt klaar om te gaan regeren. Zowel haar programma als lijsttrekker André Rouvoet spreken een breed publiek aan. De rechtlijnige principes zijn gebleven, maar worden op een aantrekkelijker manier gecommuniceerd. Zo komt de partij langzaam maar zeker af van haar ‘fundamentalistische’ imago en is ze al een beetje salonfähig geworden. Partijleider Rouvoet won de Thorbeckeprijs en werd uitgeroepen tot politicus van het jaar.
Ook wordt de ChristenUnie niet zonder meer gerekend tot klein rechts en de partij durft echt oppositie te voeren. Kamerlid Tineke Huizinga vocht vier jaar lang tegen het asielbeleid van Rita Verdonk. En met PvdA, SP, GroenLinks, D66 en de Partij voor de Dieren dwong de ChristenUnie het demissionaire kabinet zelfs opschorting van de uitzetting van asielzoekers af. Zoiets zou in de jaren tachtig ongehoord zijn, toen het GPV de regering door dik en dun steunde en daarom stemde tegen de boycot van het apartheidsregime in Zuid-Afrika en voor de plaatsing van kruisraketten. Je zou soms bijna vergeten dat de ChristenUnie van twee nogal ademocratische partijen afstamt.

Bescheidenheid
Als de ChristenUnie wil regeren moet het roer definitief worden omgegooid. De partij moet voluit democratisch worden. Dus niet alleen in naam. Van het theocratische denken, dat volgens het commentaar van Stefan Paas elders in dit nummer nog steeds bij de ChristenUnie te vinden is, moet ondubbelzinnig afscheid worden genomen. Het terugnemen van de positieve woorden voor het antidemocratische boek van Pieter Bos door Rouvoet is een goed begin maar niet genoeg. De ChristenUnie moet democratisch gaan denken.
In een democratie geldt als regel dat de meerderheid beslist. Voor het terugdraaien van de Paarse verworvenheden bestaat in Nederland onvoldoende draagvlak. De ChristenUnie moet zich in de formatiebesprekingen op ethisch vlak dus realistisch en ook een beetje bescheiden opstellen.
Een andere regel in de democratie is dat er ruimte moet zijn voor minderheden. Rouvoet legde hier de nadruk op in zijn reactie op Etty in het Nederlands Dagblad van woensdag 13 december. Maar ruimte voor minderheden beperkt zich niet tot het recht op bijzonder onderwijs en het recht van gewetensbezwaarde ambtenaren van de burgerlijke stand. Met minderheden als homoseksuelen, feministen, atheïsten, agnosten, moslims enzovoort dient de ChristenUnie serieus rekening te houden wanneer de partij in de regering komt.
Al met al moet de ChristenUnie zich tijdens de formatie dus niet fixeren op een strijd tegen Paars. Dit zou namelijk een strijd tegen windmolens kunnen worden. Bovendien is het zo negatief. Men zou vanuit een positieve instelling moeten werken aan de vorming van een christelijk-sociaal kabinet. Lukt dat, dan wordt er niet meer gesproken over Staphorst, geen Hezbollah, maar over een redelijk (christelijk-sociaal) alternatief. Misschien is de tijd er nu rijp voor en slaagt de ChristenUnie erin om een sprong te maken van de marge naar het centrum van de politiek. We zullen zien.

Ewout Klei is assistent in opleiding aan de Theologische Universiteit Kampen (Broederweg) en schrijft een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond.