woensdag, maart 14, 2007

De PS kunnen wel wat vuurwerk gebruiken

Dit artikel stond in CV.Koers van maart 2007

De verkiezingen van de Provinciale Staten kunnen de burger over het algemeen niet erg bekoren. Volgens Ewout Klei komt dat omdat de Staten zich te regentesk opstellen. Er is een cultuuromslag nodig: van bestuursorgaan naar een instituut dat de burger zichtbaar vertegenwoordigt.

Door Ewout Klei

Op 7 maart mogen we weer naar de stembus. Nu voor de Provinciale Statenverkiezingen. De opkomst voor deze verkiezingen is altijd bijzonder laag. In maart 2003 was 47,6 procent van de kiesgerechtigden komen opdagen, wat veel minder was dan de 79,9 procent die in januari 2003 naar de stembus ging voor de Tweede Kamerverkiezingen. De Staten hebben dan ook weinig te vertellen. Als bestuurslaag zit de provincie tussen het rijk en de gemeente in en meestal bemoeit ze zich zelden autonoom met bepaalde zaken. Financieel zijn de provincies bijna helemaal afhankelijk van het rijk en besluiten van de provincie kunnen door het rijk worden overruled.
Ook hebben de Provinciale Staten een suf imago. De onderwerpen waarmee de provincie zich bezighoudt, zijn meestal niet erg spannend. Van zaken als ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer, economie en agrarische zaken worden de meeste burgers niet heet of koud. Het zijn over het algemeen niet de onderwerpen die breed leven bij de bevolking en tot felle debatten zouden kunnen leiden. Debatten worden er trouwens zelden gevoerd. De Staten komen meestal maar een keer in de maand bij elkaar en veel werk wordt voorbereid door commissievergaderingen. Statenleden zijn geen fulltime politici, ze doen hun ‘statenwerk’ naast hun gewone baan en krijgen een vergoeding.

Oppositie
Om aan deze gezapig aandoende cultuur enigszins een einde te maken, werd in 2003 besloten dat de gedeputeerden, die het dagelijks bestuur van de provincie vormen, geen lid meer mochten zijn van de Provinciale Staten. Ze hadden dus geen stemrecht in de Statenmeer en moesten nu echt verantwoording afleggen voor hun werk. In veel provincies heeft dit echter nog niet geleid tot meer duale verhoudingen, omdat de gewoonte van de Provinciale Staten om vooral te besturen, nog niet is afgeleerd. In Overijssel vormen CDA, PvdA en VVD een brede coalitie van 48 zetels. Oppositie voeren hiertegen is onmogelijk omdat de oppositiepartijen samen maar 15 zetels hebben.
De vraag is of de voorgenomen vermindering van het aantal Statenzetels voor verbetering zal zorgen. Dit jaar wordt het aantal Statenzetels in Nederland verlaagd van de huidige 764 naar 564. In Overijssel gaat men dan terug van 63 naar 47 leden. Nieuwe partijen als de Partij voor de Dieren, die misschien voor een beetje tegendraads vuurwerk had kunnen zorgen als ze in de Staten zou worden verkozen, maken nu helaas minder kans. Bang voor de Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders hoeft men evenmin te zijn, want de rechts-nationalistische partij van de Mozart uit Venlo doet niet mee aan de Statenverkiezingen.

Politieke cultuur
Omdat provincies te klein zijn voor grote besluiten en te groot voor kleine besluiten, vallen ze vaak tussen de wal en het schip. De vraag of provincies moeten worden afgeschaft en Nederland net als Frankrijk in departementen of net als Duitsland in deelstaten moet worden opgedeeld, is daarom nog steeds actueel. Een argument tegen de afschaffing van provincies is uiteraard de breuk met het verleden. Sommige provincies hebben een sterke identiteit, zoals Friesland. Flevoland heeft dit natuurlijk helemaal niet. Om aan dit historische argument enigszins tegemoet te komen zou besloten kunnen worden dat provincies wel nog in naam blijven voortbestaan. Maar hier zal het voorlopig waarschijnlijk niet van komen omdat bestuurlijke vernieuwing voor het nieuwe kabinet geen prioriteit heeft. Heel begrijpelijk na de puinhopen die een halfjaar LPF en drie jaar D66 achterlieten.
Wat de Provinciale Staten nodig hebben, is echter niet allereerst bestuurlijke verandering, maar vooral politieke vernieuwing. In de Provinciale Staten heerst nog te veel de regentenmentaliteit, en die politieke cultuur moet veranderd worden. De kloof tussen burger en politiek wordt pas verkleind wanneer burgers zich herkennen in de politici door wie ze vertegenwoordigd worden. Politici moeten weer ware volksvertegenwoordigers worden. De Provinciale Staten moeten zich minder gaan gedragen als een bestuursorgaan en meer als een vertegenwoordigd orgaan. Er moet meer oppositie komen en er moeten meer onderwerpen op de agenda komen die de burger boeien.

Dubbele loyaliteit
De komende Provinciale Statenverkiezingen zullen overigens toch spannend worden, wat te maken heeft met een andere merkwaardige verantwoordelijkheid van de Staten. We kiezen namelijk niet alleen direct de leden van de Provinciale Staten maar beslissen indirect ook mee over de samenstelling van de Eerste Kamer, die door de Staten gekozen wordt. En het is maar de vraag of de nieuwe coalitie van CDA, PvdA en ChristenUnie de huidige meerderheid in de Eerste Kamer zal behouden. Opiniepeiler Maurice de Hond voorspelde in februari dat de coalitie deze meerderheid mogelijk zou verliezen, omdat het CDA en de PvdA door de discussie over de dubbele nationaliteit van staatssecretarissen Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb in de peilingen zijn weggezakt.
De kiezer heeft op 7 maart dus een dubbele loyaliteit. Hij stemt over het provinciale belang, maar indirect ook over het landsbelang. Dat maakt de verkiezingen spannend, maar tegelijk is het de vraag of de provincie in dit geval eigenlijk niet alleen maar voor spek en bonen meedoet. Een allereerste stap in de goede richting zou misschien zijn om de Provinciale Statenverkiezingen en de indirecte verkiezingen voor de Senaat los te koppelen. Dan weten burgers in ieder geval waarvoor ze stemmen bij de Statenverkiezingen.

Ewout Klei is historicus en werkt aan een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond.

Geen opmerkingen: