Deze boekbespreking stond in het Katern van 23 maart 2007.
Hebben de ‘grote verhalen’ nog toekomst? Wel volgens Govert Buijs en Herman Paul, die een serie interviews hielden met (prominente) vertegenwoordigers van een aantal religieuze en ideologische stromingen. Deze interviews waren al eerder te lezen in Beweging, het populair-filosofische blad van de Stichting voor Reformatorische Wijsbegeerte, en zijn nu gebundeld.
De bundel wil een tegendraadse bijdrage leveren aan het religie- en maatschappijdebat. Hiervoor moet een vijand bestreden worden: de secularisatiethese, die beweert dat door modernisering van de samenleving religie privé en publiek naar de marge wordt gedrongen. Volgens Buijs en Paul kan deze these bij het grofvuil worden gezet. Religies en ideologieën blijken veerkracht te hebben. Als een groot verhaal onder druk staat eindigt het niet, maar verplaatst het zich slechts.
Wat zijn grote verhalen? In de inleiding schrijven de auteurs dat het hun niet gaat om religie op zich maar om een gestalte daarvan die is ontworpen met het oog op deelname aan de publieke ruimte. Ze denken aan de ‘solide principes’ van paus Leo XIII, de ‘ordinantiën Gods’ van Abraham Kuyper en ‘het liberalisme als grondslag van onze volksvrijheden’. Het gaat om een Weltanschauung (wereldbeschouwing) die gefundeerd is op beginselen.
Alister McGrath komt in de bundel als eerste aan het woord. Hij is een professor van het type dat zegt ,,O, hier heb ik net een boek over geschreven.” Hij formuleert zo kras dat de een met hem dweept en de ander hem verkettert. Zo deed zijn bewering dat het protestantisme zijn beste tijd wel heeft gehad en dat het evangelicalisme de toekomst heeft, in 2003 toen het interview voor het eerst werd gepubliceerd, de gemoederen in klein-christelijk Nederland hoog oplopen. Buijs en Paul verbazen zich achteraf over de commotie. Het debat zou zich focussen op het protestantse arbeidsethos en de aanvaarding van het alledaagse leven. Dit is niet helemaal juist. Door de concentratie op het alledaagse zouden protestanten volgens McGrath namelijk het contact met het ‘heilige’ hebben verloren, in tegenstelling tot evangelicalen. Maar McGrath vergeet dat de evangelicalen geen uitgewerkte beginselen hebben. Het is daarom jammer dat de interviewers McGrath vroegen om een analyse van het protestantisme te geven terwijl ze in de inleiding een beroep op Kuyper deden. Was het niet veel interessanter geweest iemand te interviewen die in de gereformeerde traditie staat maar ook midden in de wereld?
Kritische vragen worden te weinig gesteld. Een marxist die dictator Mao Zedong een grote revolutionair met nieuwe inzichten noemt omdat hij theorie en praktijk met elkaar verbond, wordt niet van repliek gediend. Buijs en Paul zijn niet Pauw en Witteman. Deze keuze om het marxisme aan het woord te laten is onbegrijpelijk. De sociaal-democratie heeft nog een beetje veerkracht, maar het marxisme is voor mensen met een horizon die niet verder reikt dan Oost-Groningen of Oss.
Interessant zijn de gesprekken over de islam, het jodendom, het hindoeïsme en het boeddhisme. Geen van deze religies heeft zich echter ontwikkeld tot een ‘wereldbeschouwing’. Het orthodoxe jodendom blijft in het getto. Reformistische joden bewaren hun jood-zijn maar zijn vaak meer geseculariseerd dan christenen. Joodse intellectuelen spreken niet namens hun groep maar namens zichzelf. Het hindoeïsme en het boeddhisme kennen geen orthodoxie en het draait niet om de ontwikkeling van een wereldbeschouwing maar om wereldverzaking. De islam is na 11 september 2001 radicaler geworden en staat niet open voor culturele vernieuwing, omdat dit collaboratie met de vijand betekent. Een Weltanschauung als het Kuyperianisme ziet andersdenkenden als gelijkwaardig. Islam betekent echter onderwerping en hier wordt ook naar gestreefd.
De secularisatiethese is geen universeel verklaringsmodel maar hoeft daarom niet meteen bij het grofvuil worden gezet. Het verklaart deels wel waarom het christendom in West-Europa van het centrum naar de marge van de samenleving is verdwenen. Voor andere religies in andere gestalten gelden echter andere regels. Bovendien is de veel religieuzere Derde Wereld in veel opzichten nou niet bepaald modern. De veerkrachtthese is tenslotte ook geen goed alternatief, want die veronderstelt dat religies en ideologieën een uitgewerkte Weltanschauung hebben en dat is niet altijd het geval. Deze tegendraadse bundel draagt bij aan het debat over religie en samenleving, maar dit is nog niet het einde van het verhaal.
N.a.v. Govert Buijs & Herman Paul, De veerkracht van het grote verhaal. Levensbeschouwing in het publieke domein. Zoetermeer, Boekencentrum. 144 blz. Prijs: 14,90 euro
Geen opmerkingen:
Een reactie posten