Dit artikel stond op 25 juni op www.protestant.nl
http://www.protestant.nl/actueel/staphorster-venlose-variant-het-kan-verkeren-de-politiek
Een week lang was informateur Uri Rosenthal bezig met het kijken naar de mogelijkheid van een kabinet van VVD, PVV en CDA – het nachtmerriescenario voor iedereen die maar een beetje links en progressief is. In de jaren tachtig was de slechtst denkbare coalitie volgens progressief Nederland de Staphorster variant, een kabinet met CDA en VVD dat (gedoog)steun kreeg van de kleine orthodox-protestantse partijen, in de pers steevast met de term ‘klein rechts’ aangeduid. Het Gereformeerd Politiek Verbond (GPV), de Reformatorische Politieke Federatie (RPF) en vooral de Staatkundig-Gereformeerde Partij (SGP) zouden ‘theocratische partijtjes’ zijn met ‘a-democratische trekken’.
De naam 'Staphorster variant' is in 1981 bedacht door Volkskrant-journalist Jan Joost Lindner. Regeringspartijen CDA en VVD hadden bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 26 mei hun krappe meerderheid in het parlement verloren en omdat de coalitieonderhandelingen tussen CDA en PvdA zeer moeizaam verliepen, vreesden progressieve opiniemakers dat het CDA de kleine orthodox-protestantse partijen om steun zou vragen. Lindner bracht de door progressieven zo gevreesde coalitiemogelijkheid in verband met Staphorst, het conservatieve boerendorp in Overijssel en SGP-bolwerk.
De Staphorster variant kwam er niet. CDA, PvdA en D’66 besloten een coalitie te vormen, die het echter nog geen jaar uithield. In 1982 kregen CDA en VVD weer een parlementaire meerderheid, zodat steun van GPV, RPF en SGP niet nodig was. In de aanloop naar de Tweede-Kamerverkiezingen van 1986 kwam de Staphorster variant weer in beeld omdat de VVD volgens de peilingen veel zetels zou verliezen. GPV-leider Gert Schutte, die zich als parlementariër positief probeerde te onderscheiden van de zeer op het getuigenis gerichte politici van RPF en SGP, had grote moeite met de term ‘Staphorst’. Op een verkiezingsbijeenkomst in Groningen (waar relatief gezien veel GPV-stemmers woonden) pleitte hij daarom voor de ‘Groninger variant’. Deze variant stond niet voor christelijke bekrompenheid, maar had volgens Schutte juist heel positieve programmapunten, zoals het bestrijden van de werkloosheid. Ook de Groninger variant kwam er niet, omdat CDA en VVD dankzij een grote verkiezingsoverwinning van het CDA hun meerderheid in het parlement behielden.
In 1989 en 1994 is er alleen in de orthodox-protestantse pers (het opnieblad Koers en het Nederlands Dagblad) heel even sprake geweest van de Staphorster variant als serieuze coalitiemogelijkheid, maar daarbuiten niet. Pas in 2006 kwam de ChristenUnie (de opvolger van GPV en RPF) in de regering. Deze regering was echter centrumlinks en de ChristenUnie moest haar belangrijkste standpunten (het terugdraaien van abortus, euthanasie en het homohuwelijk) in de ijskast zetten. De ChristenUnie was linkser en progressiever geworden. In tegenstelling tot de SGP voelde de ChristenUnie in 2010 daarom ook weinig voor gedoogsteun aan de ‘Venlose variant’ van VVD, PVV en CDA. De tijden zijn dus behoorlijk veranderd.
Ewout Klei, voor Protestant.nl
25 juni 2010
Posts tonen met het label Venlose Variant. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Venlose Variant. Alle posts tonen
donderdag, juli 29, 2010
woensdag, april 08, 2009
Wilders accepteert niemand, ook geen CDA
Trouw, Podium, 8 april 2008. http://www.trouw.nl/opinie/podium/article2377918.ece/Wilders_accepteert_niemand__ook_geen_CDA_.html
Wilders accepteert niemand, ook geen CDA
Ewout Klei, historicus, schrijft proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond
De PVV mag dan in de peilingen de grootste zijn, maar om te regeren moet je compromissen sluiten. Dat dreigt te falen, want Wilders bedrijft antipolitiek.
De instabiliteit van ons huidige politieke bestel komt misschien wel het duidelijkst tot uitdrukking in de wekelijkse opiniepeilingen van Maurice de Hond, die meent te weten wat het volk van Nederland wil.
Met name de VVD lijkt door de opiniepeilingen haar zelfvertrouwen te zijn kwijtgeraakt. Mark Rutte probeert met populistische proefballonnetjes die de liberale principes verloochenen het ’volk’ te paaien, dat echter liever gaat voor het rechtse origineel: de PVV van Geert Wilders die in de peilingen van De Hond de grootste partij is geworden met 32 zetels. In Trouw schreef columnist Hans Goslinga dat een kabinet van CDA en PVV geen hersenschim meer is. Voor het CDA zou nog steeds de uit 1925 stammende Nolens-doctrine gelden, namelijk dat er alleen in uiterste noodzaak wordt geregeerd met de sociaal-democraten en dat de christen-democraten liever met anderen in zee gaan. Maar kan er met de PVV, ondanks de peilingen, dan wél een partij worden geregeerd? En is er een redelijk alternatief voor de ’Venlose Variant’ van CDA en PVV?
Om te regeren moet een partij compromissen sluiten. Nederland heeft sinds 1918 een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Geen enkele partij heeft ooit de helft + 1 zetel gehaald. De PvdA trachtte dit in de jaren zeventig te doorbreken door van te voren met D66 en PPR een schaduwkabinet te vormen dat het program Keerpunt ’72 moest uitvoeren. Het in 1973 aan de macht gekomen kabinet-Den Uyl moest het echter ook doen met de gedoogsteun van KVP en ARP, waardoor revolutionaire veranderingen uitbleven.
Ook Geert Wilders moet, behalve als zijn partij 76 zetels haalt, compromissen sluiten met andere partijen als hij aan de regeringstafel wil aanschuiven. Zo werkt dat. De Wilderianen zeggen wel dat het ’volk’ spreekt en Wilders als premier wil, maar de meerderheid van de kiezers, 118 zetels, ziet dat nog steeds niet zitten. Bovendien is de gedachte dat de grootste partij de minister-president levert geen absolute regel. In de jaren vijftig was de KVP de grootste partij maar leverde de PvdA de premier. In 1966 was Jelle Zijlstra van de kleine ARP premier, van 1971 tot 1973 Barend Biesheuvel van diezelfde ARP en in 1977 en 1982 werd de PvdA de grootste, maar kwam de partij, door de onredelijke opstelling van Den Uyl, niet in de regering.
Zal Wilders water bij de wijn doen? Het lijkt mij van niet. Het succes van de PVV steunt op de antipolitiek, het verzet tegen het establishment, het weglopen van discussies en het doen van onredelijke voorstellen die in strijd zijn met onze democratische rechtsstaat. Met de film Fitna, de vergelijking van de Koran met Mein Kampf en de oproep om Marokkaanse reljongeren door hun kniebanden te schieten plaatst Wilders zich buiten de parlementaire orde. Wilderianen zullen dit wellicht opvatten als een poging om Wilders te demoniseren, maar in 1933 ging het in Duitsland behoorlijk fout toen de gematigd rechtse partijen besloten om met de grote winnaar van de verkiezingen, de antiparlementaire NSDAP van Hitler, samen te werken.
Is er een alternatief straks? Het is allereerst maar de vraag of de peilingen werkelijkheid worden. Van de twintig virtuele zetels van Trots op Nederland is er nu nog maar één over en dat kan de PVV ook overkomen. Aan de verkiezingen gaan debatten vooraf. Wilders kan niet discussiëren, en zal dus door de mand vallen. Of hij moet straks alle verkiezingsdebatten boycotten. Maar zal zijn ’volk’ daar intrappen?
Verder zijn er ook andere opiniepeilingen, zoals bijvoorbeeld de Politieke Barometer: www.politiekebarometer.nl. Uit de laatste peilingen blijkt dat het CDA nog steeds groter is dan de PVV – 35 zetels tegenover 24 – en nog veel interessanter, dat CDA, PvdA en D66 samen een parlementaire meerderheid hebben, namelijk 35 + 28 + 13 zetels = 76 zetels. Misschien kan GroenLinks dit nog aanvullen, hoewel een kabinet van vier partijen nu niet bepaald stabiel is.
Omdat de VVD op dit moment erg met zichzelf bezig is en nog steeds te veel luistert naar de populisten, is een nieuw paars kabinet onmogelijk. Vanwege het stelsel van evenredige vertegenwoordiging blijven de christen-democraten voorlopig in het centrum van de macht. Hoewel het CDA niet van harte met de PvdA regeert is er nu geen redelijk alternatief. Zeker met de Venlose Variant als nachtmerriescenario blijft de uiterste noodzaak wellicht de enige mogelijkheid.
Wilders accepteert niemand, ook geen CDA
Ewout Klei, historicus, schrijft proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond
De PVV mag dan in de peilingen de grootste zijn, maar om te regeren moet je compromissen sluiten. Dat dreigt te falen, want Wilders bedrijft antipolitiek.
De instabiliteit van ons huidige politieke bestel komt misschien wel het duidelijkst tot uitdrukking in de wekelijkse opiniepeilingen van Maurice de Hond, die meent te weten wat het volk van Nederland wil.
Met name de VVD lijkt door de opiniepeilingen haar zelfvertrouwen te zijn kwijtgeraakt. Mark Rutte probeert met populistische proefballonnetjes die de liberale principes verloochenen het ’volk’ te paaien, dat echter liever gaat voor het rechtse origineel: de PVV van Geert Wilders die in de peilingen van De Hond de grootste partij is geworden met 32 zetels. In Trouw schreef columnist Hans Goslinga dat een kabinet van CDA en PVV geen hersenschim meer is. Voor het CDA zou nog steeds de uit 1925 stammende Nolens-doctrine gelden, namelijk dat er alleen in uiterste noodzaak wordt geregeerd met de sociaal-democraten en dat de christen-democraten liever met anderen in zee gaan. Maar kan er met de PVV, ondanks de peilingen, dan wél een partij worden geregeerd? En is er een redelijk alternatief voor de ’Venlose Variant’ van CDA en PVV?
Om te regeren moet een partij compromissen sluiten. Nederland heeft sinds 1918 een stelsel van evenredige vertegenwoordiging. Geen enkele partij heeft ooit de helft + 1 zetel gehaald. De PvdA trachtte dit in de jaren zeventig te doorbreken door van te voren met D66 en PPR een schaduwkabinet te vormen dat het program Keerpunt ’72 moest uitvoeren. Het in 1973 aan de macht gekomen kabinet-Den Uyl moest het echter ook doen met de gedoogsteun van KVP en ARP, waardoor revolutionaire veranderingen uitbleven.
Ook Geert Wilders moet, behalve als zijn partij 76 zetels haalt, compromissen sluiten met andere partijen als hij aan de regeringstafel wil aanschuiven. Zo werkt dat. De Wilderianen zeggen wel dat het ’volk’ spreekt en Wilders als premier wil, maar de meerderheid van de kiezers, 118 zetels, ziet dat nog steeds niet zitten. Bovendien is de gedachte dat de grootste partij de minister-president levert geen absolute regel. In de jaren vijftig was de KVP de grootste partij maar leverde de PvdA de premier. In 1966 was Jelle Zijlstra van de kleine ARP premier, van 1971 tot 1973 Barend Biesheuvel van diezelfde ARP en in 1977 en 1982 werd de PvdA de grootste, maar kwam de partij, door de onredelijke opstelling van Den Uyl, niet in de regering.
Zal Wilders water bij de wijn doen? Het lijkt mij van niet. Het succes van de PVV steunt op de antipolitiek, het verzet tegen het establishment, het weglopen van discussies en het doen van onredelijke voorstellen die in strijd zijn met onze democratische rechtsstaat. Met de film Fitna, de vergelijking van de Koran met Mein Kampf en de oproep om Marokkaanse reljongeren door hun kniebanden te schieten plaatst Wilders zich buiten de parlementaire orde. Wilderianen zullen dit wellicht opvatten als een poging om Wilders te demoniseren, maar in 1933 ging het in Duitsland behoorlijk fout toen de gematigd rechtse partijen besloten om met de grote winnaar van de verkiezingen, de antiparlementaire NSDAP van Hitler, samen te werken.
Is er een alternatief straks? Het is allereerst maar de vraag of de peilingen werkelijkheid worden. Van de twintig virtuele zetels van Trots op Nederland is er nu nog maar één over en dat kan de PVV ook overkomen. Aan de verkiezingen gaan debatten vooraf. Wilders kan niet discussiëren, en zal dus door de mand vallen. Of hij moet straks alle verkiezingsdebatten boycotten. Maar zal zijn ’volk’ daar intrappen?
Verder zijn er ook andere opiniepeilingen, zoals bijvoorbeeld de Politieke Barometer: www.politiekebarometer.nl. Uit de laatste peilingen blijkt dat het CDA nog steeds groter is dan de PVV – 35 zetels tegenover 24 – en nog veel interessanter, dat CDA, PvdA en D66 samen een parlementaire meerderheid hebben, namelijk 35 + 28 + 13 zetels = 76 zetels. Misschien kan GroenLinks dit nog aanvullen, hoewel een kabinet van vier partijen nu niet bepaald stabiel is.
Omdat de VVD op dit moment erg met zichzelf bezig is en nog steeds te veel luistert naar de populisten, is een nieuw paars kabinet onmogelijk. Vanwege het stelsel van evenredige vertegenwoordiging blijven de christen-democraten voorlopig in het centrum van de macht. Hoewel het CDA niet van harte met de PvdA regeert is er nu geen redelijk alternatief. Zeker met de Venlose Variant als nachtmerriescenario blijft de uiterste noodzaak wellicht de enige mogelijkheid.
Abonneren op:
Posts (Atom)