Posts tonen met het label VVD. Alle posts tonen
Posts tonen met het label VVD. Alle posts tonen

zaterdag, oktober 13, 2012

Een volkspartij zal D66 nooit worden - gelukkig maar



Onderstaande artikel stond vandaag in het dagblad Trouw.


Een kiezersonderzoek zou moeten uitwijzen of potentiële D66-stemmers vanwege de te rechtse koers op 12 september overliepen naar de PvdA.


Ewout Klei

Politiek historicus en D66-lid



D66 vierde op 12 september 2012 uitbundig feest. Maar was dit terecht? De verkiezingsuitslag is een pyrrusoverwinning voor Alexander Pechtold.

Hoewel D66 de enige middenpartij was die een bescheiden winst boekte – de partij ging van 10 naar 12 zetels terwijl het CDA zakte van 21 naar 13 zetels en GroenLinks van 10 naar 4 – had de partij op meer gehoopt. NRC-Handelsblad voorspelde op de dag van de verkiezingen zelfs dat D66 een cruciale rol zou spelen in de kabinetsformatie. Uiteindelijk bleken echter veel potentiële Pechtold-kiezers toch te kiezen voor Rutte of Samsom. VVD en PvdA werden zelfs zo groot, dat ze D66 niet nodig om tot een meerderheidscoalitie in het parlement te komen.

Moet D66 zich in navolging van GroenLinks ook gaan bezinnen op de te varen koers? Want net als het linkse zusje hebben de Democraten niet hun doel – bruggenbouwer in een brede Paarse coalitie – bereikt.

De partij werd in 1966 opgericht om het door de christelijke partijen gedomineerde partijensysteem doen te laten ontploffen en de burger meer invloed te geven op de politiek, onder andere via referenda, de gekozen burgemeester en de gekozen minister-president (de zogenoemde kroonjuwelen). Omdat het partijensysteem maar niet wilde ontploffen, werd D66 onder Jan Terlouw een gewone politieke partij , het ‘redelijk alternatief’ voor VVD en PvdA. De kroonjuwelen gingen de kast in (om ze er soms even uit te halen). D66 koos voor een sociaal-liberale middenkoers en behaalde met de Paarse kabinetten vooral op immaterieel gebied grote successen, zoals de legalisatie van het homohuwelijk en de euthanasie.

Op materieel gebied boekt D66 minder succes. De partij profileert zich op thema’s die hoogopgeleide, internationaal denkende mensen lekker in het gehoor liggen – over Europa, hervormen en onderwijs – maar heeft in tegenstelling tot het CDA vroeger geen uitgewerkt sociaal-economisch alternatief voor het socialisme en het (neo-)liberalisme. Logisch, omdat de partij niet ideologisch maar pragmatisch wil zijn.

Helaas heeft D66 zich de laatste jaren steeds meer tot een VVD-light ontwikkeld, als een redelijk alternatief voor VVD’ers die de conservatief-populistische koers van hun partij niet zo zien zitten. Electoraal gezien liggen hier zeker kansen, maar D66 dreigt zo sociaal-liberale PvdA-kiezers van zich te vervreemden. Dat sommige potentiële D66-kiezers op 12 september kozen voor de PvdA, komt wellicht mede door de te rechtse koers van de partij. Een kiezersonderzoek zou moeten uitwijzen, of deze hypothese klopt.

Het was een foute keus van D66 om meteen na verkiezingen voor de oppositie te kiezen. Natuurlijk, rekenkundig is D66 overbodig, maar de partij zou vanwege haar sociaal-liberale en progressieve identiteit de lijm kunnen zijn die VVD en PvdA bij elkaar houdt. En de D66-campagneslogan ‘Hervormen Nu!’ is een loze kreet, als de partij meteen besluit voor de oppositiebankjes om vervolgens zuur te gaan doen. Hier kweekt de partij geen goodwill mee. Dat D66 niet in elke coalitie wil stappen is historisch te snappen: de D66-deelname aan het centrum-rechtse kabinet-Balkenende II werd een drama en zorgde ervoor dat de partij in 2006 nog maar drie zetels overhield. Regeren kent een prijs. Oppositievoeren kent dat echter ook.

Kan D66 als middenpartij ook het redelijk alternatief vormen voor afvallige CDA’ers? Ja, heel goed zelfs. Katholieken vinden bij D66 de gezelligheid en de kunst van het relativeren terug, progressieve protestanten de inzet voor mensenrechten en het milieu. D66 is echter geen volkspartij zoals PvdA, VVD en CDA, en zou dat ook niet moeten willen worden. De kracht van D66 is juist dat de partij vernieuwende ideeën heeft, met de tijd meegaat (en vaker nog op de ontwikkelingen vooruit loopt) en zich steeds weer opnieuw weet uit te vinden. Juist die creativiteit kan Nederland uit de crisis helpen.

dinsdag, oktober 09, 2012

De kruisweg van het CDA




Door: Ewout Klei

Nu alle ogen zo op de zwanenzang van Jolande Sap en Heleen Weenink gericht zijn, vergeten we bijna dat het CDA misschien ook binnenkort het tijdelijke voor het eeuwige gaat verwisselen. Is de christendemocratie in Nederland ten dode opgeschreven? Als we kijken naar de dramatische resultaten die de partij haalde bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2010 en 2012, kunnen we deze vraag bevestigend beantwoorden. Het CDA halveerde in 2010 van 41 zetels naar 21, en daar bleven in 2012 nog 13 zetels van over.
Politiek journalist Frits Wester van RTL4, voormalig spindoctor van het CDA, verklaarde de partij dood. “Het is o-ver”. Miko Flohr, Jaap-columnist en GroenLinks-stemmer, reageerde hier echter heel cynisch op: “Dan zit CDA dus weer in komend kabinet”.
Als we een voorspelling willen doen over de toekomst van het CDA, moeten we de mogelijkheid van het wonder niet uitsluiten. In de jaren zeventig leek de christendemocratie op sterven na dood, maar in de jaren tachtig was het CDA een tijdlang de machtigste partij van het land. Tijdens de paarse jaren negentig leek het einde van het CDA nabij, maar in 2002 wist de partij weer een tijdlang de politiek te domineren.
In dit essay gaan we in op de positie die het CDA heeft ingenomen het Nederlandse politieke bestel en wat het meest realistische toekomstperspectief voor de partij is. Leidt de kruisweg van het CDA uiteindelijk tot de dood? Of bestaat er toch nog ruimte voor een wederopstanding?

Drie koningen op een kruispunt
Het CDA is officieel opgericht in 1980, als fusie van de Katholieke Volkspartij, de Antirevolutionaire Partij en de Christelijk-Historische Unie. De KVP was een grote middenpartij die altijd op het pluche zat. De pragmatische partij had een voorkeur voor regeren met de VVD, maar kon in uiterste noodzaak ook met de PvdA in zee. De ARP daarentegen was veel principiëler. De partij ging als het moest de oppositie in, en ontwikkelde vanaf de jaren zestig een duidelijke voorkeur voor linkse coalities. In tegenstelling tot KVP’ers bedienden ARP-politici zich van een heel religieus vocabulaire. De CHU zat hier tussenin. De partij zat na 1945 vaker in de oppositie dan de ARP, maar de CHU was gouvernementeel ingesteld en vond het in de eerste plaats belangrijk dat Nederland goed werd geregeerd. Een oppositionele houding paste de partij niet. CHU-politici profileerden zich niet zo zeer als partijmannen, maar als onpartijdige bestuurders. De partij vond het gezag heel belangrijk en was de conservatiefste partij van de drie.
Van 1918 tot 1967 hadden de christendemocratische partijen een nipte meerderheid in het parlement. Voor de verkiezingen van 1967 had de KVP 50 zetels, en hadden ARP en CHU er allebei dertien. Na de Tweede Kamerverkiezingen van 1967 ging het echter bergafwaarts met de christendemocratie. De KVP zakte van 50 naar 27 zetels en de CHU van dertien naar acht. De ARP handhaafde zich en had in 1972 veertien zetels.
De belangrijkste oorzaak van het christendemocratische verlies was de ontzuiling in combinatie met de secularisatie. Stemmen op christelijke partijen werd steeds minder vanzelfsprekend, en bovendien waren steeds minder mensen christelijk. Om toch hun invloed te behouden, besloten de drie christendemocratische partijen fusiebesprekingen aan te gaan.
Medio jaren zeventig, toen het linkse kabinet-Den Uyl Nederland regeerde, waren velen er heilig van overtuigd, dat het laatste uur voor de confessionele politiek had geslagen. PvdA’er Joop van den Berg voorspelde dat het alleen nog maar bergafwaarts kon gaan: KVP, ARP en CHU waren fusiebesprekingen aangegaan, om te sterven in elkaars armen.
Opland, cartoonist van de Volkskrant maakte er een mooie tekening over: op 16 december 1974 tekende hij de leiders van KVP, ARP en CHU als de ‘drie koningen’ uit het kerstverhaal, die op een tandem bij een kruispunt staan. Ze kunnen linksaf, rechtdoor of rechtsaf, maar elke weg loopt dood. De weg heeft ‘toevallig’ de vorm van een kruis, symbool van het christendom maar ook van de dood. Het einde leek nabij.




Op en neer, op en neer
God/Het lot besliste anders. Onder het leiderschap van eerst Dries van Agt en vervolgens van Ruud Lubbers wisten de christendemocraten goede electorale resultaten te boeken, en kwam het CDA weer in het centrum van de macht. Van Agt wist de electorale neergang tegen te houden door zich op te werpen als de non-politicus, die in alles het tegenovergestelde was van de gedreven drammer Joop den Uyl. De grachtengordel gruwde van Van Agt, maar bij het gewone volk in de provincie was de conservatieve CDA-leider mateloos populair.
Dankzij Ruud Lubbers groeide het CDA in 1986 naar 54 zetels. De partij bezat, net als de KVP toentertijd, een sleutelpositie in het politieke midden. Het CDA kon de VVD of de PvdA als partner kiezen. In zijn eerste en tweede kabinet regeerde Lubbers samen met de VVD, in zijn derde en tevens laatste kabinet met de PvdA.
Omdat het laatste kabinet-Lubbers onpopulair was, Lubbers’ troonopvolger Elco Brinkman er (mede dankzij zijn spindoctor Frits Wester) niets van bakte en de secularisatie ook in de jaren tachtig bleef voortschrijden, verloor het CDA in 1994 maar liefst twintig zetels en zakte van 54 naar 34. De partij kwam bovendien in de oppositiebankjes terecht.
Van 1994 tot 2002 regeerden PvdA, VVD en D66 als paars. Het CDA kwijnde weg in de oppositie. In 1998 verloor de partij opnieuw. Veel politieke analisten meenden dat het doek voor CDA nu snel zou vallen. Maar wederom vond er een wonder plaats.
Het CDA, dat eind 2001 in de peilingen op 25 zetels stond, werd door de media totaal niet serieus genomen. Illustratief is een aflevering van het VARA-programma Kopspijkers, waarin Jack Spijkerman de nieuwe onervaren lijsttrekker Jan-Peter Balkenende en voormalig CDA-leider Jaap de Hoop Scheffer aan de tand voelt:

Jack Spijkerman: (grinnikt) Nou, mooi. Al leuke reacties gehad meneer Balkenende?
Jan-Peter Balkenende: Ja, heel erg leuke reacties gehad. Vooral van mijn vrouw, die moest erg lachen.
Jack Spijkerman: Waarom moest ze lachen?
Jan-Peter Balkenende: Nou, toen ik vertelde dat ze binnen het CDA op zoek waren naar iemand met nog meer charisma dan Jaap de Hoop Scheffer en bij mij waren uitgekomen, toen lag ze echt onder de tafel van het lachen. En dat gebeurt echt niet vaak, zeker niet als ìk iets vertel.
Jaap de Hoop Scheffer: Nou doe je jezelf tekort Jan Peter Balkenende. Wij gaan er binnen het CDA vanuit dat Jan Peter Balkenende de partij binnen zeven maanden aan een glorieuze verkiezingsoverwinning zal gaan helpen.


Ook de zaal lag onder de tafel van het lachen. Niemand geloofde dat het CDA er weer bovenop zou komen. Maar weer vond er een wonder plaats. Het CDA sloot een niet-aanvalspact met Pim Fortuyn en werd na de moord op Fortuyn het niet-populistische alternatief voor de kiezers die niet langer nog ‘de puinhopen van paars’ wilden.
Balkenende werd bij veel kiezers populair. Dat de gereformeerde JP de MP over ‘normen en waarden’ begon vonden progressieven verschrikkelijk, maar de man in de straat was blij dat er eindelijk iemand was die wat tegen de verloedering wilde doen.
Na verloop van tijd werd Balkenende echter net zo gelikt als de andere politici van het land. Hij kreeg een kekke bril en leek daardoor niet meer op de nerdy kinderboekenheld Harry Potter, waarmee hij in het begin vaak werd vergeleken. Men raakte op Balkenende uitgekeken en tolereerde zijn onhandigheid (het T-Shirt ‘Fuck drugs’ en ‘U kijkt zo lief’ tegen een kritische RTL-journaliste) niet meer. Op 9 juni 2010 halveerde het CDA, van 41 zetels naar 21. Balkenende stapte toen de verkiezingsuitslag bekend werd meteen op en liet een verwond en verweesd CDA achter.
Het CDA verloor de verkiezingen maar won de formatie. Niet alleen kwam de partij in de regering terecht en regeerde weer met haar favoriete coalitiepartner, de VVD, maar ook leverden de christendemocraten evenveel ministers als de liberalen. Er was echter één nadeel aan dit kabinet. Het was een minderheidskabinet dat leunde op de gedoogsteun van de PVV (en later ook de SGP). Met name in de oude ARP-kringen lag deze samenwerking moeilijk.
Toen het kabinet in 2011 dreigde de jonge asielzoeker Mauro Manuel terug naar Angola te sturen, daalde de populariteit van het CDA naar een nieuw dieptepunt. Het CDA liet Mauro stikken, maar staatssecretaris Henk Bleker bood voor het oog van de natie wel tickets aan voor een voetbalwedstrijd. Dat het CDA hypocriet bezig was ontging zelfs de blonde TV-ster Britt Dekker niet, merkte Volkskrant-columnist Marcel van Dam op. “Nog even volhouden en de partij heeft geen enkele zetel meer.”
In de peilingen stond het CDA op elf zetels. Onder leiding van Sybrand van Haersma Buma wist de partij op 12 september 2012 echter toch nog dertien zetels te behalen.

Linksaf, rechtdoor of rechtsaf?
Volgens Opland kon het CDA linksaf, rechtdoor of rechtsaf. Deze drie richtingen vallen eigenlijk nagenoeg samen met de drie voorlopers van het CDA: ARP, KVP en CHU.
De weg linksaf is de weg van de ARP. Deze weg loopt dood. Zo stemt ARP-coryfee Willem Aantjes tegenwoordig ChristenUnie en heeft voormalig partij-ideoloog Henk Woldering zijn lidmaatschap opgezegd en sympathiseert hij met GroenLinks. CDA’ers die een neiging vertonen links naast de pot te plassen, worden zo goed gedrild dat ze dit snel hebben afgeleerd. Tijdens het rechtse kabinet-Rutte liepen ‘dissidenten’ Ad Koppejan en Kathleen Ferrier in tegenstelling tot de zogenoemde loyalisten – linkse CDA-Kamerleden die liever een tweede kabinet-Den Uyl hadden gehad het kabinet-Van Agt daarom zeer kritisch bejegenden - loyaal aan de fractielijband. Blaffen deden ze zelden, bijten al helemaal niet. Van groot belang is bovendien dat de stemmen die het CDA in 2010 en 2012 verloren heeft vooral naar rechtse partijen gingen, naar VVD en PVV. Als het CDA deze stemmen terug wil winnen, kan de partij beter niet voor een linkse koers kiezen.
De weg rechtdoor is de weg van de KVP, de grote middenpartij die soms voor de PvdA koos om samen mee te regeren, en soms voor de VVD. Het CDA is nu echter zo erg gekrompen dat de partij in tegenstelling tot vroeger niet meer een sleutelrol in kabinetsformaties spelen kan. Het CDA is een kleine speler op het politieke speelveld geworden en dient zich daarom bescheidener op te stellen. De KVP was decennialang vrij kleurloos omdat de partij zich dit kon permitteren. Mensen stemden toch wel KVP, omdat ze katholiek waren en het zo hoorde. Deze vanzelfsprekendheid is voorgoed voorbij. Kiezers kiezen voor een partij die zich duidelijk weet te profileren. Het radicale midden – de koers die is voorgesteld door partijvoorzitster Ruth Peetoom – is misschien een optie. Het CDA is er echter nog niet in geslaagd een goed politiek profiel overtuigend neer te zetten, wat de interne strubbelingen en ook het electorale echec van 2012 bewijzen.
De derde weg is de weg rechtsaf, de weg van de CHU. Deze partij was een conservatieve partij, christelijk maar niet al te zeer belijnd, die gezag en orde belangrijk vond. De CHU stond voor stabiliteit en bracht veel bekwame bestuurders voor. Hoewel de kleine CHU na de Tweede Wereldoorlog nooit meer een premier zou leveren, zat de partij vaak in de regering en was vooral lokaal en provinciaal zeer aanwezig. Het gedecimeerde CDA kan in de toekomst de oude rol van de CHU vervullen. De partij moet kiezers werven met een traditioneel program, stabiliteit en rust uitstralen en zich constructief opstellen tegenover andere partijen, als regeringspartij maar ook als men in de oppositie zit. Dat het CDA de politiek niet meer domineert betekent niet dat de politieke rol van de partij is uitgespeeld. Als stabiele politieke beweging rechts van het midden kan het CDA dan bepaalde coalities aan een meerderheid helpen en op deze manier invloed blijven uitoefenen. Als het CDA net als de CHU toentertijd een constructieve oppositie voeren gaat zal dit de partij in de toekomst veel parlementair gezag opleveren, gezag dat zich uitbetalen zal. Door voor een rechtse, conservatieve koers te kiezen kan het CDA wellicht ook een deel van de VVD- en PVV-kiezers terugwinnen, kiezers die het CDA nu te links, te slap en te onduidelijk vinden. Misschien pikt het CDA zelfs nog een zeteltje van de SGP, nu nog de enige echte conservatief-christelijke partij in ons land. Ten slotte moet het CDA niet kiezen voor een expliciet-christelijke koers, zoals ChristenUnie en SGP. Het valt op dat het CDA aan ChristenUnie en SGP eigenlijk bijna geen kiezers verliest. Voor CDA-kiezers is een expliciet-christelijke partij een te hoge drempel. Als het CDA stemmen wil winnen, zijn dat in de eerste plaats stemmen van kiezers die nu bij VVD en PVV zitten.


Wederopstanding?
Is er toekomst voor het CDA, ook na het (bijna) vergaan van hun wereld na 2012? Ja. Het CDA kan nog steeds een rol van betekenis spelen in de Nederlandse politiek, hoewel die rol van minder dominant is dan voorheen. Als het CDA er in slaagt zich politiek goed te profileren als een stabiele partij rechts van het midden, bereid om te regeren en ook bereid om constructief oppositie te voeren, dan kan de partij een deel van het electoraat weer terugwinnen. Is hiermee het sterven van het CDA voorgoed afgewend? Nee. De secularisatie gaat door, een gematigd-christelijke partij als het CDA is ook met een rechtse koers vatbaarder voor het secularisatievirus, dan de orthodoxe partijen ChristenUnie en SGP.
Het CDA kan als kleinere partij wellicht nog jarenlang mee, maar is niet onbeperkt houdbaar. Ook na de wederopstanding wacht uiteindelijk de dood.



donderdag, augustus 26, 2010

CDA-loyalisten: Loyaal aan principes, niet aan de partij

Onderstaande artikel staat sinds dinsdag 24 augustus 2010 op Joop.nl





Het dagblad Trouw meldde vrijdag 20 augustus dat er in de CDA-fractie tenminste één Kamerlid is die een principieel voorbehoud heeft gemaakt tegen een regeerakkoord met gedoogsteun van de PVV van Geert Wilders. Een dag later schreef de krant dat er twee CDA-parlementariërs waren die weigerden om met Wilders samen te werken. CDA-leider Maxime Verhagen verwijst deze geruchten naar de prullenmand: "De hele fractie heeft unaniem, alle leden, ingestemd met het voeren van deze onderhandelingen. Tegelijkertijd geldt voor de hele fractie ook dat het eindresultaat beoordeeld wordt op de inhoud."

Los van wie er nu gelijk heeft, Trouw of Verhagen, doet deze situatie mij denken aan die van zo’n dertig jaar eerder, toen het kersverse CDA veel te stellen had met de zogenaamde loyalisten. Over hen gaat deze column. Wie waren de loyalisten, wat wilden zij, hoe groot was hun invloed en in hoeverre lijkt de situatie toen op die van thans?

Het verhaal van de loyalisten begint in 1977: In Nederland is het kabinet-Den Uyl aan de macht, het meest linkse kabinet dat ons land ooit gekend heeft. Twee voorlopers van het CDA, de protestantse ARP en de katholieke KVP, leveren ministers voor dit kabinet. De AR-ministers voelen zich in dit kabinet als een vis in het water, maar KVP-minister Van Agt daarentegen botst regelmatig met zijn progressieve collega’s. Dankzij Van Agt komt het kabinet-Den Uyl begin 1977 dan ook ten val. ARP en KVP doen samen met de conservatief-christelijke CHU als CDA aan de parlementsverkiezingen mee. Van Agt is lijsttrekker. Het CDA wordt met 49 zetels de tweede partij van het land.

Het ligt voor de hand dat het CDA met de grote winnaar van de verkiezingen, de 53 zetels tellende PvdA, gaat regeren. Het loopt echter anders. Nadat de formatiepogingen tussen PvdA, CDA en D66 telkens weer zijn stukgelopen besluit Van Agt om met Hans Wiegel van de VVD aan tafel te zitten. CDA en VVD vormen met 77 zetels samen een krappe meerderheid in het parlement. In restaurant Le Bistroquet wordt eind 1977 het rechtse kabinet-Van Agt-Wiegel informeel geformeerd. De meeste CDA-Kamerleden, moe van al het geformeer, zien dit kabinet wel zitten. Zeven (voornamelijk uit de ARP afkomstige) parlementariërs waren echter liever met Den Uyl in zee gegaan. De zeven dissidenten zijn: Willem Aantjes (ARP), fractievoorzitter van het CDA tot zijn val in 1978, Bouke Beumer (ARP), Hans de Boer (ARP), Stef Dijkman (KVP), Sytze Faber (ARP), Jan van Houwelingen (ARP) en Jan Nico Scholten (ARP).

De zeven willen hun steun aan het rechtse kabinet niet voluit toezeggen. Uiteindelijk gaan ze wel akkoord, maar onder voorwaarden. Dankzij de CDA-loyalisten kan het kabinet geen wezenlijk ander beleid voeren dan in de voorafgaande jaren. De overheidstekorten, enorm gestegen tijdens het kabinet-Den Uyl, worden nog groter. Van Agt en Wiegel komen niet toe aan het ‘puinruimen’, wat Wiegel ons later wil doen laten geloven. Het bezuinigingsplan Bestek ’81 is heel bescheiden.

In 1980 komt het kabinet-Van Agt/Wiegel dankzij de loyalisten bijna ten val. Onderwerp van de controverse is niet de bezuinigingspolitiek maar de houding van het kabinet tegenover het blanke apartheidsregime in Zuid-Afrika. CDA en VVD zijn beslist geen voorstanders van de rassenscheiding in dat land en de stelselmatige discriminatie van de zwarte bevolking, maar ze vinden de apartheid geen voldoende reden om Zuid-Afrika economisch te boycotten. De progressieve partijen vinden van wel. Oppositieleider Den Uyl dient een motie in om tegen Zuid-Afrika een olieboycot in te stellen. De motie wordt aangenomen maar het kabinet besluit deze naast zich neer te leggen. Vervolgens dient Den Uyl een motie van wantrouwen in, die op het nippertje door de Kamer wordt verworpen: 72 parlementariërs stemmen voor, 74 tegen. De CDA-loyalisten hebben voor de motie gestemd. Het kabinet-Van Agt/Wiegel heeft de motie van wantrouwen overleefd alleen omdat de kleine rechtse partijen besluiten om tegen te stemmen. Belangwekkend is dat kabinetsformateur Wim van der Grinten een situatie zoals die zich in 1980 zou voordoen drie jaar eerder heeft voorzien, en in 1977 met de SGP, het GPV, de Boerenpartij en DS’70 een gedoogovereenkomst heeft afgesproken. Dankzij de gedoogsteun van drie rechtse partijen die dubieus staan tegenover de rechtsstaat (SGP, GPV en de BP steunen de apartheid door dik en dun) kan het kabinet dus in het zadel blijven.

In 1981 wordt het rechtse kabinet-Van Agt/Wiegel opgevolgd door het centrumlinkse kabinet-Van Agt/Den Uyl/Terlouw, dat na een klein jaar ruziën ten val komt. Na het interimkabinet-Van Agt/Terlouw treed in 1982 het rechtse kabinet-Lubbers aan. In tegenstelling tot Van Agt komt Lubbers wel aan bezuinigen toe en doet dit zo voortvarend, dat de Nederlandse economie er (ondanks pijnlijke maatregelen) weer bovenop wordt geholpen. De loyalisten, inmiddels kleiner in aantal, voeren nu een achterhoedegevecht. Omdat CDA en VVD met samen 81 zetels over een stevige meerderheid in het parlement beschikken zijn de overgebleven loyalisten politiek gezien ook niet zo relevant meer. Alleen tijdens het debat over de vraag of er op Nederlandse bodem Amerikaanse atoomwapens mogen worden geplaatst doen de linkse loyalisten lastig, maar dankzij de steun van klein rechts (nu SGP, GPV en RPF) trekken de CDA-dissidenten weer aan het kortste eind.

Dat de loyalisten steeds minder invloed krijgen komt ook door de toenemende fractiediscipline bij het CDA. Fractievoorzitter Bert de Vries ontneemt in 1983 de gedreven maar kritische Scholten het fractiewoordvoerderschap, waarop Scholten uit de CDA-fractie stapt. Scholten vormt hierna samen met Dijkman de fractie Scholten/Dijkman en blijft tot 1986 Kamerlid. In 1984 richt Scholten de Parlementariërs tegen Apartheid op, een internationale groepering die het wereldwijde anti-apartheidsprotest kracht wil bijzetten. Saillant detail: Scholten wordt in Washington opgepakt als hij daar tegen apartheid demonstreert. In 1986 besluit Scholten om lid te worden van de PvdA en voor deze partij belandt hij later nog in de senaat. Een progressieve partij als de PvdA bood meer ruimte aan kritische geesten dan het vaak zo conservatieve en conformistische CDA.

Tussen toen en thans zijn er interessante verschillen en overeenkomsten. Het grootste verschil is de grootte van de linkse loyalisten en rechtse gedogers. De loyalisten van nu zijn (volgens Trouw) met z’n tweeën in Kamer, in 1977 waren het er zeven. De rechtse gedogers daarentegen waren in 1977 slechts goed voor 6 zetels (3 SGP, GPV, Boerenpartij en DS’70 elk 1) terwijl PVV en SGP nu samen 26 zetels hebben (24 PVV, 2 SGP). De ChristenUnie (de opvolger van GPV en RPF) kan bovendien niet langer zonder meer tot rechts gerekend worden: partijleider André Rouvoet en vooral senator Egbert Schuurman hebben nu publiekelijk afstand genomen van de PVV en willen een rechts kabinet geen gedoogsteun geven.

De grote overeenkomst met vroeger is dat de keuze om CDA-dissident te worden nog steeds wordt ingegeven door moraal. De loyalisten zijn niet trouw aan de partijleiding, maar aan hun eigen principes. Het is dan ook geen wonder dat de loyalisten toen en thans voor het leeuwendeel protestanten zijn. Katholieken zijn hiërarchischer ingesteld en hebben de neiging hun instituut Kerk (met hoofdletter) altijd de hand boven het hoofd houden, ook al gebeuren daar dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Protestanten, en ik bedoel hiermee geen SGP’ers maar protestanten van het progressieve soort, gaan uit van het individuele geweten. Zij doen hun mond open als er ergens in de wereld onrecht plaatsvindt. Ik wens de CDA-loyalisten in de Kamer en daarbuiten (ik denk aan Wouter Beekers, Sytse Faber, Willem Aantjes, Doekle Terpstra maar ook aan Bert de Vries en Dries van Agt) veel succes in hun strijd voor de morele geloofwaardigheid van hun partij.

woensdag, augustus 04, 2010

Prominenten doen oproep om afstand van PVV te nemen

http://www.volkskrant.nl/binnenland/article1406270.ece/Prominenten_doen_oproep_om_afstand_van_PVV_te_nemen

Oproep aan Kamerleden: neem afstand van PVV

Oproep aan Kamerleden: neem afstand van PVV

http://www.nd.nl/artikelen/2010/augustus/04/oproep-aan-kamerleden-neem-afstand-van-pvv

Nederlands Dagblad, 5 augustus 2010

van onze redactie binnenland

AMSTERDAM - Tweede Kamerleden van de VVD en het CDA moeten afstand nemen van de plannen van hun partijen om een gedoogakkoord te sluiten met de PVV.


14 reacties


Die oproep doet het nieuwe Comité voor de rechtsstaat in een brief die het aan de Kamerleden van de VVD en het CDA heeft gestuurd. Het comité is opgericht door de historici Jan Dirk Snel en Rob Hartmans. De brief is mede ondertekend door zeventig Nederlanders, waaronder bekende theologen, historici, filosofen en opiniemakers. Zo staan er de namen onder van hoogleraar theologie Erik Borgman, emeritus hoogleraar economie en voormalig ARP-Kamerlid Bob Goudzwaard, emeritus hoogleraar geschiedenis Maarten van Rossem, hoogleraar filosofie Paul van Tongeren, politiek historicus Ewout Klei, historicus Johan Snel en adjunct-directeur van De Groene Amsterdammer Tiers Bakker.

De brief is gebaseerd op een stuk van Jan Dirk Snel, dat eerder als opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad verscheen. Volgens de opstellers moeten de Kamerleden van CDA en VVD uitspreken dat ze elke aanval op de rechtsstaat afkeuren en dat ze het niet zullen accepteren, als de gedoogpartner van de coalitie zich daar toch schuldig aan maakt. ,,De werkelijkheid is niet zozeer dat de PVV zich bereid toonde een minderheidskabinet te gedogen, maar dat VVD en CDA de rabiate uitspraken van Wilders voortaan officieel gedogen'', stelt de brief. Volgens de opstellers tasten de uitspraken van Wilders de beginselen van de rechtsstaat aan en vraagt dat om een ondubbelzinnige, publieke afwijzing.

Partijpolitieke aard
Mark Rutte (VVD), Maxime Verhagen (CDA) en Geert Wilders (PVV) hebben juist afgesproken dat die laatste mag blijven zeggen wat hij wil. De opstellers van de brief doen geen uitspraak over welk kabinet wél gewenst is. Hun schrijven is ,,niet van partijpolitieke aard''.

CDA-leider Verhagen benadrukte woensdag in een interview dat het zou gaan om een CDA-VVD-kabinet. En in het gedoogakkoord met de PVV worden zaken als de bezuinigingen vastgelegd, maar niet de anti-islamagenda van Wilders. Emeritus-hoogleraar filosofie Sander Griffioen, die de brief ook ondertekende, vindt dat te makkelijk gesteld. ,,Zo onschuldig is het niet. Ik heb niets tegen het aangaan van tijdelijke bondgenootschappen. Maar je kijkt nu naar het aantal zetels dat de PVV vertegenwoordigt en vraagt om structurele hulp. Op zo'n moment moet je andersom ook eisen stellen aan de PVV en het optreden van die partij.''

Fout
In de optiek van Griffioen maakte het CDA ook al een fout toen de partij tijdens het eerste kabinet-Balkenende in zee ging met de Fortuynisten. ,,Dat heeft de staat serieus in gevaar gebracht. Maar het CDA wil altijd regeringsverantwoordelijkheid dragen. Dat zit ze in het bloed.''

Een andere ondertekenaar van de brief, Herman Oevermans, directeur van de Academie Mens en Organisatie aan de Christelijke Hogeschool Ede, vindt ook dat Verhagen zich er te gemakkelijk van af maakt. ,,Lubbers heeft al gesteld dat dit geen echt minderheidskabinet is, maar een bijzonder meerderheidskabinet. De PVV is nodig op onderdelen.''

SGP
Hij verbaast zich er daarnaast over dat een groep reformatorische christenen en een partij als de SGP geen afstand nemen van deze kabinetsvariant. ,,Als orthodox-christelijke minderheid sta je pal voor de rechten van minderheden. Daar zit ook een zeker eigenbelang bij. Maar Wilders gunt die rechten niet aan de islamitische minderheid. Daarom is het wat mij betreft een doodlopend spoor om met de PVV zaken te doen. Rechten die je claimt voor jezelf moet je anderen niet ontnemen.''

dinsdag, augustus 03, 2010

Persbericht - Oprichting Comité voor de Rechtsstaat - Oproep aan Kamerleden van VVD en CDA

Onderstaande open brief heb ik ook ondertekend.

PERSBERICHT

OPRICHTING COMITÉ VOOR DE RECHTSSTAAT
BRIEF AAN KAMERLEDEN VVD EN CDA

Het op vrijdag 31 juli jongstleden genomen besluit van VVD, CDA en PVV om te streven naar een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV, heeft veel kritsche reacties opgeroepen. Wat echter tot nog toe sterk onderbelicht is gebleven, is dat VVD en CDA met dit besluit een principiële grens hebben overschreden.
In hun streven samen te gaan regeren willen VVD en CDA een gedoogakkoord sluiten met een partij die zich een vijand van onze rechtsstaat betoont, waarbij er volgens de vrijdag afgelegde verlaring sprake is van ‘acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht’.
De PVV keert zich tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet, terwijl zij tevens wil tornen aan de onafhankelijkheid van de rechtsspraak. Het staat een ieder vrij deze ideeën uit te dragen, maar van partijen als de VVD en het CDA, die zeggen onze rechtsstaat te verdedigen, mag verwacht worden dat zij zich van dergelijke opvattingen distantiëren, en dat zij zich niet politiek afhankelijk maken van een ondemocratisch georganiseerde partij die deze antirechtsstatelijke ideeën propageert.

Deze uiterst zorgelijke ontwikkeling is voor een aantal burgers aanleiding een Comité voor de Rechtsstaat op te richten. De initiatiefnemers, de historici Jan Dirk Snel en Rob Hartmans, hebben een brief geschreven aan alle leden van de Tweede Kamer van VVD en CDA, die mede is ondertekend door ruim zeventig bezorgde burgers, waaronder de theoloog Erik Borgman, de historicus Maarten van Rossem, de ethicus Gerrit Manenschijn, de econoom Bob Goudzwaard, de oud-ambassadeur Edy Korthals Altes, de islamoloog Pieter Sjoerd van Koningsveld en de filosofen Sander Griffioen en Paul van Tongeren. Hierin wordt de Kamerleden van beide partijen gevraagd ondubbelzinnig afstand van te nemen van de verklaring van jongstleden vrijdag en uit te spreken dat zij elke aanslag op de grondslagen van onze liberale rechtsstaat afkeuren en het ook niet acceptabel achten als gedoogpartners van een door hen gesteund kabinet dat wel doen. (Zie bijgaande brief)
De initiatiefnemers en ondertekenaars zullen, afhankelijk van de ontwikkelingen, zich beraden over verdere stappen.

Namens het comité,
Jan Dirk Snel
Rob Hartmans
(Initiatiefnemers van het Comité voor de Rechtstaat)


Noot voor de redactie
Comité voor de Rechtsstaat
Eerste Oosterparkstraat 168D
1091 HJ Amsterdam
020 693 64 24 (Jan Dirk Snel)
06-46437538 (Rob Hartmans)
j.d.snel@chello.nl
robhartmans@gmail.com








Officiële tekst in de bijlage


Comité voor de Rechtsstaat
Eerste Oosterparkstraat 168D
1091 HJ Amsterdam
020 693 64 24 (Jan Dirk Snel)
06 46437538 (Rob Hartmans)


Aan:
de leden van de Tweede Kamerfracties van VVD en CDA
Ter kennisneming aan:
de overige leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal
- Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
-Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Postbus 20017
2500 EA Den Haag

Amsterdam/Assendelft, 3 augustus 2010



Geacht Kamerlid,

Vrijdag 30 juli 2010 is de dag waarop uw fractie een principiële grens heeft overschreden. Op de avond van deze vrijdag deelden de fractievoorzitters van VVD en CDA, Mark Rutte en Maxime Verhagen, in een verklaring die ze samen met de fractievoorzitter van de PVV, Geert Wilders, aflegden, mee dat ze zouden gaan onderhandelen over een regeerakkoord tussen VVD en CDA, dat door middel van een gedoogakkoord door de PVV gesteund zou worden.

Rutte en Verhagen verklaarden samen met Wilders dat de partijen "elkaars verschil van inzicht" over de vraag of de islam te karakteriseren valt "als óf religie óf (politieke) ideologie", "accepteren". En iets verderop herhaalden ze dat nog eens door te reppen van "acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht".

Wat dit betekende, konden we heel snel zien. PVV-leider Wilders legde aan de verzamelde pers uit dat hij voortaan door zou kunnen gaan met zijn bekende uitspraken over de islam. De werkelijkheid is dus niet zozeer dat de PVV zich bereid toonde een minderheidskabinet te gedogen, maar dat VVD en CDA de rabiate uitspraken van Wilders voortaan officieel gedogen.

Wie het partijprogramma van de PVV raadpleegt, zal constateren dat deze partij onder meer de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en levensovertuiging niet op de islam wil betrekken, een heilig boek wil verbieden, hoofddoekjes wil belasten en de “strijd tegen de islam” tot “het kernpunt van ons buitenlandbeleid” wil maken. De PVV keert zich hiermee in ieder geval tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet. Ook dat is binnen ons rechtsbestel toegestaan, maar wel moet geconstateerd worden dat een partij die zich uitspreekt tegen deze fundamentele grondrechten, zich een vijand van onze rechtsstaat betoont.

Onze vrijheden zijn ongedeeld: ze gelden voor alle burgers zonder uitzondering gelijkelijk. Wie dat niet aanvaardt, verwerpt de vrijheden die van ons allen zijn. Niet wat wij van de islam vinden, is het kernpunt, maar of we de rechtsstaat de moeite van het verdedigen waard achten.

Door middel van hun verklaring hebben Mark Rutte en Maxime Verhagen aangegeven dat ze pleidooien tegen onze rechtsorde accepteren als een legitieme uiting van een gedoogpartner, ook al is het duidelijk dat ze die zelf geenszins onderschrijven. Vanuit hun verantwoordelijkheid hadden ze zover nooit mogen gegaan. Van coalitiegenoot of gedoogpartner mag men bij twijfel een meer hartelijke omhelzing van de beginselen van de rechtsstaat verwachten.

U bent lid van een fractie die met de gedoogverklaring heeft ingestemd. Wij vragen u alsnog daar in een publieke verklaring ondubbelzinnig afstand van te nemen en uit te spreken dat u elke aanslag op de grondslagen van onze liberale rechtsstaat afkeurt en het ook niet acceptabel acht als gedoogpartners van een door u gesteund kabinet dat wel doen.

Over de vraag welke coalitie al dan niet gewenst is, spreken wij ons in dit schrijven niet uit, ook niet als het gaat over een eventuele coalitie met de PVV of gedoogsteun door die partij. Dit schrijven is niet van partijpolitieke aard. Het gaat de ondertekenaren om de handhaving van een fundamentele en principiële norm.

Voor de tekst van deze brief zijn de eerste twee ondertekenaren volledig verantwoordelijk. De medeondertekenaren ondersteunen de hoofdstrekking van dit betoog, maar zullen op onderdelen uiteraard hun eigen uiteenlopende opvattingen koesteren. Deze brief is voortgekomen uit een schrijven dat de eerste ondertekenaar op 31 juli 2010 opstelde en verzond en dat onder meer te vinden is op zijn weblog en op verzoek op de site joop.nl; dat stuk was uiteraard alleen voor zijn verantwoordelijkheid.

Wij hopen dat u gevolg geeft aan de oproep in deze brief en wensen u het allerbeste bij uw werkzaamheden ten dienste van het gehele Nederlandse volk.


Hoogachtend,


Jan Dirk Snel, historicus, Amsterdam


Rob Hartmans, historicus, Assendelft



Medeondertekenaren:

* Tiers Bakker, adjunct-directeur De Groene Amsterdammer, Amsterdam

* H.Bart, emeritus hoogleraar wiskunde Erasmus Universiteit Rotterdam, Bleiswijk

* M.M.L. Beek, psycholoog, voorheen universitair docent huisartsgeneeskunde Radboud Universiteit, Nijmegen

* Klaas van Berkel, hoogleraar geschiedenis Rijksuniversiteit Groningen, Zuidhorn

* Jan de Boer, oud-directeur sociale dienst Leeuwarden, schrijver-dichter in de Franse taal, St.Laurent de la Cabrerisse, Frankrijk

* Marlies ter Borg, auteur Bijbel en Koran in Verhalen, Aerdenhout

* M.B. ter Borg, hoogleraar godsdienstsociologie en niet-institutionele religie Universiteit Leiden, Aerdenhout

* Erik Borgman, hoogleraar theologie van de religie in het bijzonder het christendom Universiteit van Tilburg, Utrecht

* J.Breman, emeritus hoogleraar Universiteit van Amsterdam, Heemstede

* Maureen Butter, coördinator Platform Gezondheid en Milieu, Leens

* M. Clotscher, HRM consultant, Den Haag

* René Danen, voorzitter Nederland Bekent Kleur, Amsterdam

* M. Doef, huisvrouw, Bleiswijk

* Fons Elders, emeritus hoogleraar Theory of World Views, Warder

* Elizabeth Fisher-Spanjer, literair agent voormalige Alexander Herzen Stichting, Amsterdam

* Willem Frijhoff, emeritus hoogleraar geschiedenis Vrije Universiteit, Rotterdam

* Jaap van Gelderen, kerkhistoricus, Kampen

* Bob Goudzwaard, emeritus hoogleraar economie Vrije Universiteit en oud-lid van de Tweede Kamer (ARP)

* Sander Griffioen, emeritus hoogleraar wijsbegeerte Vrije Universiteit, Loenen aan de Vecht

* Anton van Hooff, klassiek historicus, Nijmegen

* Leon Heuts, journalist, Eindhoven

* J.E. Hamburger, stafmedewerker Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid, Broek in Waterland

* Willem Harland, gepensioneerd leraar, Delfzijl

* J.Z. Herrenberg, schrijver, Delft

* Maarten Jan Hijmans, journalist, Amsterdam

* Han van der Horst, hstoricus, Schiedam

* Jacqueline van IJken, manager ggz, Assendelft

* Esther van IJken, Amsterdam, logopedist

* Michele Jacobs, journalist, Amsterdam

* Cees van der Jagt, aow-er en als vrijwilliger bij diverse activiteiten betrokken, Ede

* Bert de Jong, oud-parlementair redacteur en chef-redacteur dagblad Trouw, Almere

* Jaap de Jong, docent, Utrecht

* T.P. de Jong, predikant, Stadskanaal

* Ewout Klei, politiek historicus, Kampen

* Dolph Kohnstamm. oud-hoogleraar psychologie, Amsterdam

* Jan H. Kompagnie, historicus, Gouda

* Pieter Sjoerd van Koningsveld, emeritus hoogleraar islamologie, Oegstgeest.

* Cor en Anne Koole, Zeist

* Peter Koop, office-manager, Bloemendaal

* Edy Korthals Altes, oud-ambassadeur, Den Haag

* Bas Kromhout, historicus, Voorburg

* Bert Laeyendecker, emeritus hoogleraar sociologie, Doorn

* Solange Leibovici, literatuurwetenschapster, Amsterdam

* Gerrit Manenschijn, emeritus hoogleraar ethiek, Alphen aan den Rijn

* Bauke Marinus, historicus, Amsterdam

* Monica Meijsing, filosoof, Nijmegen

* Herman Oevermans. directeur Academie Mens en Organisatie, Christelijke Hogeschool Ede, Bennekom

* Rob de Ridder, antropoloog, Harich

* S.M. Rodenhuis, Almere

* Maarten van Rossem, emeritus hoogleraar geschiedenis, Utrecht

* T.Schroders, psychriatisch verpleegkundige,Terschelling.

* Arend Smilde, freelance vertaler en redacteur, Utrecht

* Frans Smits, hoofdredacteur Historisch Nieuwsblad en Maarten!, Amsterdam

* Alice Snel–ten Dolle, gepensioneerd (jeugd)bibliothecaris en hbo-docent, Deventer

* Johan Snel, historicus, Ede

* Frans J.J. Thuijs, historicus, Amsterdam

* Gérard van Tillo, emeritus hoogleraar godsdienstsociologie Universiteit van Amsterdam, Amsterdam

* Jans Tinbergen, filosofe, Rotterdam

* Paul J.M. van Tongeren, hoogleraar filosofie Radboud Universiteit, Nijmegen.

* Jouke Turpijn, historicus, Amsterdam

* Erna Vahrmeijer, Zwolle

* Alida van der Veen, Amsterdam

* J.A. van der Ven, hoogleraar religiewetenschappen Radboud Universiteit, Nijmegen

* L. Vermij, gepensioneerd, voorheen werkzaam in industrie research en development, Doesburg

* Rienk Vermij, historicus, Norman, Oklahoma, Verenigde Staten
* Karuna Waaijer, psychologe-psychotherapeute, Leiden

* Koo van der Wal, emeritus hoogleraar wijsbegeerte, Maarssen

* Gerard Wiegers, hoogleraar religiestudies Universiteit van Amsterdam, Leiden

* Diederik Wienen, theoloog, Utrecht

* Bèr Wilbers, journalist, Eindhoven

* F. Willems, huisvrouw, Feinsum

* Theo W.A. de Wit, universitair docent en bijzonder hoogleraar Universiteit van Tilburg, Utrecht

* Kees van Zijverden, Enkhuizen

* Evert van der Zweerde, hoogleraar politieke filosofie, Nijmegen

donderdag, juli 29, 2010

Bij regering van VVD, PVV en CDA ga ik naar het Malieveld

Dit artikel stond op 17 juni 2010 op www.protestant.nl


http://www.protestant.nl/actueel/bij-regering-van-vvd-pvv-en-cda-ga-ik-naar-het-malieveld

Op 9 juni was ik jarig. Het mooiste cadeau waren de Tweede Kamerverkiezingen. ’s Avonds wachtte ik vol spanning af te welke partij de grootste zou worden: PvdA of VVD. Toen ik naar bed ging dacht ik dat Cohen premier zou worden, toen ik de volgende ochtend wakker werd bleek Rutte op het nippertje toch te hebben gewonnen. Het is nu aan hem om een stabiele coalitie te formeren, die in tegenstelling tot die van Balkenende de eindstreep wel haalt.

De verkiezingsuitslag was voor de confessionele partijen een drama. Het CDA heeft net als in 1994 weer twintig zetels verloren: toen gingen de christendemocraten van 54 naar 34, nu zijn ze van 41 naar 21 gegaan. Ook de ChristenUnie heeft verloren, hoewel maar één zetel. Mijn vermoeden is dat dit komt omdat een aantal CU-kiezers op het laatste moment dacht: ‘Stem strategisch, stem CDA’ en het verlies van de christendemocraten hiermee hoopte te beperken.

Komen de confessionele partijen weer in de regering? In 1994 was het CDA zo instabiel vanwege de ruzie tussen Ruud Lubbers en Elco Brinkman, dat winnaar Wim Kok er niet over dacht om met deze partij in zee te gaan. Als het CDA nu kans wil maken om in de regering te komen, moeten ze snel met een nieuwe, door iedereen erkende leider te komen. Anders kunnen ze weer voor acht jaar de oppositie in. Sowieso speelt het CDA in een regering de derde viool, omdat de partij nu kleiner is dan de PvdA én de PVV.

De ChristenUnie kan het helemaal vergeten. De partij is te links voor de Venlose variant (VVD, PVV en CDA) en te conservatief voor paars plus (VVD, PvdA, D66 en GroenLinks). De SGP daarentegen bevindt zich wel in een riante positie. De staatkundig-gereformeerden staan ideologisch gezien het dichtst bij de grote winnaar van de verkiezingen, de PVV, en zijn onder leiding van haar nieuwe fractievoorzitter Kees van der Staaij uitgesproken anti-islam geworden. Bovendien is de steun van de SGP straks misschien nodig om de Venlose variant overeind te houden. VVD, PVV en CDA beschikken over 76 van de 150 zetels in het parlement. Als het dwarse Kamerlid Hero Brinkman wegloopt blijft de coalitie dankzij de steun van de SGP haar meerderheid in het parlement behouden.

Voor mij is een rechts kabinet van VVD, PVV en CDA, al dan niet steunend op gedoogsteun van de SGP een nachtmerriescenario. Als we een regering krijgen die openlijk mensen discrimineert ga ik naar het Malieveld. Voor de vorm zal Rutte in de eerste instantie kijken of een kabinet met de PVV tot de mogelijkheden behoort, maar ik hoop en verwacht dat hij voldoende liberaal is om in te zien dat de weg naar Venlo doodloopt. Een VVD-PvdA-CDA-kabinet is vlees-nog-vis, dus die komt er denk ik ook niet.

Wat rest is paars plus. Ik denk dat er van deze coalitie veel elan kan uitgaan, net als toentertijd bij paars I. Kok zei toen het eerste paarse kabinet was gevormd dat dit geen antireligieus kabinet was. Paars III wordt dat ook niet. In tegenstelling tot de PVV zijn VVD, PvdA, D66 en GroenLinks democratische partijen waar iedereen lid van kan worden. Het hoeft ook geen betoog dat voor elk van deze vier partijen moslims en christenen actief zijn. Ze zijn wellicht niet zo conservatief als de gelovigen die van mening zijn dat je alleen met mensen van je eigen ware geloof in één partij mag zitten, maar zullen wel rekening houden met orthodoxe gevoeligheden. De PVV doet dat niet. Ik verwacht daarom dat het paars plus wordt.

Pas dan is mijn verjaardag echt geslaagd.

Ewout Klei voor Protestant.nl

Ewout Klei is historicus en schrijft een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond.

maandag, juni 07, 2010

4 juni - VVD Kampen winnaar van de politieke quiz in 'T Ukien!

www.vvdkampen.nl

4 juni - VVD Kampen winnaar van de politieke quiz in 'T Ukien!
Op vrijdag 4 juni heeft een afvaardiging van de VVD Kampen IJsselmuiden meegedaan aan de politieke quiz van Kampen. De quiz werd georganiseerd door ’t Ukien. De samensteller van de quiz, Ewoud Klei, is het gelukt om afwisselende vragen in 8 categorieën aan de teams voor te leggen.
Andere teams waren D66, Groen Links en een samengesteld team met jongeren.
In het team van de VVD zaten Luc Bomhof, Gerda Heideveld, Robert Nissink en Marieke Spijkerman.
Na de eerste ronde, met het onderwerp Politieke geschiedenis, hebben we de koppositie gepakt dankzij de uitmuntende kennis van Luc en Gerda.
Met de tweede en derde ronde, Actualiteit en Politieke & Entertainment hebben we deze positie verstevigd.
Erg lastig waren de vragen over Citaten van politici en Standpunten van politieke partijen.
Uiteindelijk zijn we, na 8 vragenrondes, de winnaar geworden.
D66 is tweede geworden voor Groen Links die als derde zijn geëindigd.
Het was een leerzame en leuke avond in een ontspannen sfeer.