Posts tonen met het label Paars. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Paars. Alle posts tonen

woensdag, mei 25, 2011

Stellingen promotie

1. Het ethisch conflict, dat de belangrijkste reden was om het GPV op te richten, was achteraf beschouwd niet zozeer conflict tussen vrijgemaakt-gereformeerden en synodaal-gereformeerden, maar vooral een conflict tussen vrijgemaakten onderling. (hfdst. 1)

2. De bewering van historicus James Kennedy dat de vrijgemaakten de meest uitgesproken tegenstanders van de Doorbraak waren, moet worden genuanceerd. De vrijgemaakte theologen waren weliswaar principieel tegen de Doorbraak, maar hun strijd tegen de bestaande christelijke organisaties leek verdacht veel op de strijd van de barthiaanse Doorbraaktheologen tegen christelijke partijvorming an sich. (hfdst. 1)

Contra: J.C. Kennedy, ‘Het ontstaan van het Gereformeerd Politiek Verbond in een cultuur van vernieuwing’ in: G. Harinck en R. Janssens red., Het Amersfoorts Congres van 1948 ADChartas-reeks 1 (Barneveld 1998) 13-28.

3. Om de kwestie T. Holwerda goed te begrijpen moet worden gelet op de organisatorische en sociaal-culturele context waarin dit conflict plaatsvond, in plaats van te fixeren op de persoonlijke kant van de zaak. Deze kwestie was geen incident maar was symptomatisch voor de partijcultuur van het GPV. (hfdst. 2)

Contra: C. Sol, C. Sol, ‘Partij van vrijgemaakte mannenbroeders: een geschiedenis van het GPV, 1945-1963’ in: R. Kuiper en W. Bouwman red., Vuur en vlam deel 2: De organisatie van het vrijgemaakt-gereformeerde leven 1944-1994 (Amsterdam 1998) 11-56, aldaar 24-33; H. Veenhof, Zonder twijfel. Pieter Jongeling (1909-1985). Journalist, politicus en Prins (Barneveld 2009) 162-183.

4. P. Jongeling was in de Tweede Kamer en in de media zo succesvol, omdat hij tegenover een algemeen publiek een andere rol vervulde dan tegenover zijn eigen achterban. De schaduwzijde van dit succes was dat buitenstaanders de GPV-parlementariër alleen waardeerden om zijn eerlijkheid en om zijn humor, niet om zijn inhoudelijke boodschap. (hfdst. 3)

5. Het GPV presenteerde zich in de jaren zestig op Nationale Appèls als een tegenbeweging met een autoritair, nationalistisch en militant karakter. Dat buitenstaanders en ook sommige vrijgemaakten het GPV met fascisme in verband brachten, was daarom niet vreemd. (hfdst. 3)

6. Het GPV had in de jaren zestig door zijn samenwerking met het NEV de potentie om het concentratiepunt van de orthodox-christelijke tegenbeweging tegen de culturele revolutie van de jaren zestig te vormen. Doordat het GPV onder druk van de kerkelijk georiënteerde richting binnen de partij begin jaren zeventig weer voor het isolement koos, namen de EO en de RPF hiertoe het initiatief over. (hfdst. 3 en 4)

7. In reactie op de smaller wordende marge voor de ‘nationaal-gereformeerde’ politiek in de jaren zeventig veranderde het GPV rond 1981 radicaal van koers. De Kamerfractie sloeg een voorzichtigere, zakelijkere toon aan en de partij ging lokaal en provinciaal steeds meer samenwerken met andere orthodox-protestantse partijen, waarmee een groeiende verbondenheid werd gevoeld als gevolg van de doorgaande secularisatie en toenemende marginalisering van het orthodoxe christendom. (hfdst. 4 en 5)

8. Als PvdA-leider Joop den Uyl deel I van A.J. Verbrughs trilogie Universeel & antirevolutionair had gelezen, was hij in het Kamerdebat met G.J. Schutte over de ‘a-democratische trekken’ van de orthodox-protestantse partijen niet zo in het nauw gebracht. Verbrugh had zich in dit boek namelijk ondubbelzinnig tegen de democratie uitgesproken. (hfdst. 5)

9. De aandacht van het GPV voor het staatsrecht hangt nauw samen met de visie van de partij op de democratie, waarin het meerderheidsbeginsel werd afgewezen. Door zich in te zetten voor de formele regels van het politieke spel trachtte de partij het gezag van de koning(in) en de mening van minderheden te beschermen tegen de wil van de meerderheid. (hfdst. 3 en 5)

10. Het is een omissie dat Anet Bleich in haar biografie niets zegt over Den Uyls felle aanvallen op het christendom en op de orthodox-protestantse partijen aan het einde van zijn leven, terwijl ze wel uitgebreid schrijft over zijn breuk met het christelijke geloof in de Tweede Wereldoorlog. Den Uyls ‘afrekening’ met het christendom verdient nader onderzoek, uit biografisch oogpunt en om het maatschappelijke klimaat van de jaren tachtig beter te begrijpen.

Contra: A. Bleich, Joop den Uyl, 1919-1987. Dromer en doordouwer (Amsterdam 2008).

11. De controverse rond de vrijgemaakte CDJA-voorzitter Ad Koppejan in 1988 was evenals die rond het Bisschoppelijk Mandement van 1954 niet alleen een schoolvoorbeeld van verzuiling, maar ook het begin van het einde ervan. (hfdst. 5)

12. Dat partij en achterban nauwelijks geïnteresseerd waren in de politiek, maar vooral bezig waren met kerkgerelateerde vragen, is een belangrijke factor ter verklaring van het succes van het GPV. Jongeling, Schutte en Van Middelkoop kregen dankzij deze bijna onverschillige houding tegenover de politiek namelijk veel ruimte om hun eigen gang te gaan en hun individuele politieke talent te ontplooien. (hfdst. 5 en 6)

13. Er moet in de Nederlandse geschiedschrijving een scherp onderscheid gemaakt worden tussen het eerste en tweede paarse kabinet. Onder paars I waren de verhoudingen tussen Kamer en kabinet een tijdlang dualistisch en was de invloed van de oppositie sterk. Onder paars II daarentegen waren verhoudingen monistischer geworden, was het aanvankelijke elan verdwenen en kwam ethische wetgeving tot stand waar paars I zich nog niet aan wilde wagen. (hfdst. 6)

14. De positie van homoseksuelen in de ChristenUnie lijkt erg op die van de niet-vrijgemaakten in het GPV: officieel is er (een beetje) ruimte voor ze, feitelijk is die ruimte er niet. (epiloog)

15. Ter wille van de politieke geschiedschrijving zouden alle Kamerleden in navolging van de GPV-parlementariërs plakboeken moeten aanleggen, waarin krantenknipsels, cartoons en foto’s zijn verzameld die betrekking hebben op hun politieke optreden.

16. Voor het GPV was de vaste burcht de laatste stelling.

vrijdag, april 09, 2010

Huilen en lachen om paars

http://www.protestant.nl/actueel/huilen-en-lachen-om-paars




Nu 9 juni nog maar twee maanden duurt, nemen speculaties over de toekomstige coalitie steeds meer toe. Zal het CDA of misschien de ChristenUnie meedoen of blijven de christelijke partijen straks aan de zijlijn staan? Komt Paars wellicht weer in de mode? Columnist Ewout Klei haalt herinneringen op aan de gloriedagen van het paarse kabinet, die voor orthodoxe protestanten gelden als zwarte bladzijden in de geschiedenis van Nederland.

Toen het kabinet-Balkende IV in februari viel en men besloot dat er op 9 juni Tweede Kamerverkiezingen moeten komen, speculeerden kranten en opiniebladen meteen over een mogelijke coalitie. Dikwijls kwam Paars-plus ter sprake, een coalitie van PvdA, VVD en D66 aangevuld met GroenLinks.

Voor veel orthodoxe protestanten is deze coalitie een doemscenario. D66 en GroenLinks staan immers voor vrijzinnigheid en willen onder meer een einde maken aan de huidige praktijk dat orthodox-christelijke scholen homoseksuele leraren mogen ontslaan. Aan de paarse kabinetten hebben ChristenUnie en SGP slechte herinneringen, want onder Paars II werden euthanasie en het homohuwelijk wettelijk geregeld en het bordeelverbod afgeschaft.

Vooral de legalisering euthanasie zorgde voor hoogoplopende emoties. Tot grote ergernis van orthodoxe christenen riep GroenLinks-kamerlid Femke Halsema uit dat de nieuwe wet het individu bevrijdde van ‘kerk, gezin, overheid en vorst’. De woede van orthodoxe christenen bereikte echter het kookpunt toen D66-minister Els Borst van Volksgezondheid op 14 april 2001, de dag na Goede Vrijdag en twee dagen nadat de euthanasiewet door de Eerste Kamer was aangenomen, zei ‘Het is volbracht’, hiermee de laatste kruiswoorden van Jezus Christus citerend. De christelijke partijen waren hierover zo ontstemd, dat ze een motie van wantrouwen tegen de minister indienden. Omdat Borst inmiddels haar excuses had aangeboden werd de motie alleen door de christelijke partijen gesteund.

De discussie waarin Borst haar gewraakte opmerking maakte, was zeer gepolariseerd en ook de orthodox-protestanten waren niet bepaald diplomatiek en inlevend geweest. ChristenUnie-senator Schuurman had tijdens het euthanasiedebat in de Eerste Kamer D66-senator Kohnstamm tegen zich in het harnas gejaagd door de euthanasie in Nederland, die uitging van het principe van het zelfbeschikkingsrecht, te vergelijken met de euthanasiepraktijk op zwakken en geestelijk gehandicapten van nazi-Duitsland in de jaren dertig en veertig.

Er kon echter ook om Paars worden gelachen. Op 1 april 1998, toen de paarse ethische wetgeving nog in de toekomst lag, stond er in het orthodox-protestantse Nederlands Dagblad een opmerkelijk voorpaginabericht: het paarse kabinet had een wetsontwerp gemaakt om de witte baan in de Nederlandse vlag te voorzien van een paarse streep. Met deze wijziging zou het kabinet de ‘onmiskenbare waarde’ van de paarse coalitie voor de Nederlandse samenleving willen vastleggen. De krant berichtte dat met name RPF, SGP en GPV grote bezwaren hadden tegen de streep. Een woordvoerder zou hebben gezegd dat het kabinet brak met het verleden. Als er een streep moest komen in de witte baan, zou die streep oranje moeten zijn. Iedereen die het niet met het kabinetsvoornemen eens was, kon een handtekeningenlijst aanvragen door het nummer 0342-411699 te bellen. Zo’n vierhonderd lezers pakten de telefoon. Ze kregen een medewerker van het Nederlands Dagblad aan de lijn die vertelde dat het om een 1-aprilgrap ging. Sommige bellers konden om de grap lachen, maar anderen werden boos: ‘Een serieuze krant maakt geen grappen; daarvoor is de situatie in ons land veel te ernstig.’ Eén beller reageerde vasthoudend: ‘Toch wil ik handtekeningenlijsten hebben. Het kabinet is in staat zo’n voorstel te doen en dan heb ik alvast de lijsten in huis.’

Ik ben benieuwd welke grappen het Nederlands Dagblad (en misschien het SGP-gezinde Reformatorisch Dagblad) voor hun achterban in petto heeft, mocht Paars-plus straks werkelijkheid worden.

Ewout Klei, voor Protestant.nl