Onderstaande artikel staat sinds dinsdag 24 augustus 2010 op Joop.nl
Het dagblad Trouw meldde vrijdag 20 augustus dat er in de CDA-fractie tenminste één Kamerlid is die een principieel voorbehoud heeft gemaakt tegen een regeerakkoord met gedoogsteun van de PVV van Geert Wilders. Een dag later schreef de krant dat er twee CDA-parlementariërs waren die weigerden om met Wilders samen te werken. CDA-leider Maxime Verhagen verwijst deze geruchten naar de prullenmand: "De hele fractie heeft unaniem, alle leden, ingestemd met het voeren van deze onderhandelingen. Tegelijkertijd geldt voor de hele fractie ook dat het eindresultaat beoordeeld wordt op de inhoud."
Los van wie er nu gelijk heeft, Trouw of Verhagen, doet deze situatie mij denken aan die van zo’n dertig jaar eerder, toen het kersverse CDA veel te stellen had met de zogenaamde loyalisten. Over hen gaat deze column. Wie waren de loyalisten, wat wilden zij, hoe groot was hun invloed en in hoeverre lijkt de situatie toen op die van thans?
Het verhaal van de loyalisten begint in 1977: In Nederland is het kabinet-Den Uyl aan de macht, het meest linkse kabinet dat ons land ooit gekend heeft. Twee voorlopers van het CDA, de protestantse ARP en de katholieke KVP, leveren ministers voor dit kabinet. De AR-ministers voelen zich in dit kabinet als een vis in het water, maar KVP-minister Van Agt daarentegen botst regelmatig met zijn progressieve collega’s. Dankzij Van Agt komt het kabinet-Den Uyl begin 1977 dan ook ten val. ARP en KVP doen samen met de conservatief-christelijke CHU als CDA aan de parlementsverkiezingen mee. Van Agt is lijsttrekker. Het CDA wordt met 49 zetels de tweede partij van het land.
Het ligt voor de hand dat het CDA met de grote winnaar van de verkiezingen, de 53 zetels tellende PvdA, gaat regeren. Het loopt echter anders. Nadat de formatiepogingen tussen PvdA, CDA en D66 telkens weer zijn stukgelopen besluit Van Agt om met Hans Wiegel van de VVD aan tafel te zitten. CDA en VVD vormen met 77 zetels samen een krappe meerderheid in het parlement. In restaurant Le Bistroquet wordt eind 1977 het rechtse kabinet-Van Agt-Wiegel informeel geformeerd. De meeste CDA-Kamerleden, moe van al het geformeer, zien dit kabinet wel zitten. Zeven (voornamelijk uit de ARP afkomstige) parlementariërs waren echter liever met Den Uyl in zee gegaan. De zeven dissidenten zijn: Willem Aantjes (ARP), fractievoorzitter van het CDA tot zijn val in 1978, Bouke Beumer (ARP), Hans de Boer (ARP), Stef Dijkman (KVP), Sytze Faber (ARP), Jan van Houwelingen (ARP) en Jan Nico Scholten (ARP).
De zeven willen hun steun aan het rechtse kabinet niet voluit toezeggen. Uiteindelijk gaan ze wel akkoord, maar onder voorwaarden. Dankzij de CDA-loyalisten kan het kabinet geen wezenlijk ander beleid voeren dan in de voorafgaande jaren. De overheidstekorten, enorm gestegen tijdens het kabinet-Den Uyl, worden nog groter. Van Agt en Wiegel komen niet toe aan het ‘puinruimen’, wat Wiegel ons later wil doen laten geloven. Het bezuinigingsplan Bestek ’81 is heel bescheiden.
In 1980 komt het kabinet-Van Agt/Wiegel dankzij de loyalisten bijna ten val. Onderwerp van de controverse is niet de bezuinigingspolitiek maar de houding van het kabinet tegenover het blanke apartheidsregime in Zuid-Afrika. CDA en VVD zijn beslist geen voorstanders van de rassenscheiding in dat land en de stelselmatige discriminatie van de zwarte bevolking, maar ze vinden de apartheid geen voldoende reden om Zuid-Afrika economisch te boycotten. De progressieve partijen vinden van wel. Oppositieleider Den Uyl dient een motie in om tegen Zuid-Afrika een olieboycot in te stellen. De motie wordt aangenomen maar het kabinet besluit deze naast zich neer te leggen. Vervolgens dient Den Uyl een motie van wantrouwen in, die op het nippertje door de Kamer wordt verworpen: 72 parlementariërs stemmen voor, 74 tegen. De CDA-loyalisten hebben voor de motie gestemd. Het kabinet-Van Agt/Wiegel heeft de motie van wantrouwen overleefd alleen omdat de kleine rechtse partijen besluiten om tegen te stemmen. Belangwekkend is dat kabinetsformateur Wim van der Grinten een situatie zoals die zich in 1980 zou voordoen drie jaar eerder heeft voorzien, en in 1977 met de SGP, het GPV, de Boerenpartij en DS’70 een gedoogovereenkomst heeft afgesproken. Dankzij de gedoogsteun van drie rechtse partijen die dubieus staan tegenover de rechtsstaat (SGP, GPV en de BP steunen de apartheid door dik en dun) kan het kabinet dus in het zadel blijven.
In 1981 wordt het rechtse kabinet-Van Agt/Wiegel opgevolgd door het centrumlinkse kabinet-Van Agt/Den Uyl/Terlouw, dat na een klein jaar ruziën ten val komt. Na het interimkabinet-Van Agt/Terlouw treed in 1982 het rechtse kabinet-Lubbers aan. In tegenstelling tot Van Agt komt Lubbers wel aan bezuinigen toe en doet dit zo voortvarend, dat de Nederlandse economie er (ondanks pijnlijke maatregelen) weer bovenop wordt geholpen. De loyalisten, inmiddels kleiner in aantal, voeren nu een achterhoedegevecht. Omdat CDA en VVD met samen 81 zetels over een stevige meerderheid in het parlement beschikken zijn de overgebleven loyalisten politiek gezien ook niet zo relevant meer. Alleen tijdens het debat over de vraag of er op Nederlandse bodem Amerikaanse atoomwapens mogen worden geplaatst doen de linkse loyalisten lastig, maar dankzij de steun van klein rechts (nu SGP, GPV en RPF) trekken de CDA-dissidenten weer aan het kortste eind.
Dat de loyalisten steeds minder invloed krijgen komt ook door de toenemende fractiediscipline bij het CDA. Fractievoorzitter Bert de Vries ontneemt in 1983 de gedreven maar kritische Scholten het fractiewoordvoerderschap, waarop Scholten uit de CDA-fractie stapt. Scholten vormt hierna samen met Dijkman de fractie Scholten/Dijkman en blijft tot 1986 Kamerlid. In 1984 richt Scholten de Parlementariërs tegen Apartheid op, een internationale groepering die het wereldwijde anti-apartheidsprotest kracht wil bijzetten. Saillant detail: Scholten wordt in Washington opgepakt als hij daar tegen apartheid demonstreert. In 1986 besluit Scholten om lid te worden van de PvdA en voor deze partij belandt hij later nog in de senaat. Een progressieve partij als de PvdA bood meer ruimte aan kritische geesten dan het vaak zo conservatieve en conformistische CDA.
Tussen toen en thans zijn er interessante verschillen en overeenkomsten. Het grootste verschil is de grootte van de linkse loyalisten en rechtse gedogers. De loyalisten van nu zijn (volgens Trouw) met z’n tweeën in Kamer, in 1977 waren het er zeven. De rechtse gedogers daarentegen waren in 1977 slechts goed voor 6 zetels (3 SGP, GPV, Boerenpartij en DS’70 elk 1) terwijl PVV en SGP nu samen 26 zetels hebben (24 PVV, 2 SGP). De ChristenUnie (de opvolger van GPV en RPF) kan bovendien niet langer zonder meer tot rechts gerekend worden: partijleider André Rouvoet en vooral senator Egbert Schuurman hebben nu publiekelijk afstand genomen van de PVV en willen een rechts kabinet geen gedoogsteun geven.
De grote overeenkomst met vroeger is dat de keuze om CDA-dissident te worden nog steeds wordt ingegeven door moraal. De loyalisten zijn niet trouw aan de partijleiding, maar aan hun eigen principes. Het is dan ook geen wonder dat de loyalisten toen en thans voor het leeuwendeel protestanten zijn. Katholieken zijn hiërarchischer ingesteld en hebben de neiging hun instituut Kerk (met hoofdletter) altijd de hand boven het hoofd houden, ook al gebeuren daar dingen die het daglicht niet kunnen verdragen. Protestanten, en ik bedoel hiermee geen SGP’ers maar protestanten van het progressieve soort, gaan uit van het individuele geweten. Zij doen hun mond open als er ergens in de wereld onrecht plaatsvindt. Ik wens de CDA-loyalisten in de Kamer en daarbuiten (ik denk aan Wouter Beekers, Sytse Faber, Willem Aantjes, Doekle Terpstra maar ook aan Bert de Vries en Dries van Agt) veel succes in hun strijd voor de morele geloofwaardigheid van hun partij.
donderdag, augustus 26, 2010
woensdag, augustus 04, 2010
Oproep aan Kamerleden: neem afstand van PVV
Oproep aan Kamerleden: neem afstand van PVV
http://www.nd.nl/artikelen/2010/augustus/04/oproep-aan-kamerleden-neem-afstand-van-pvv
Nederlands Dagblad, 5 augustus 2010
van onze redactie binnenland
AMSTERDAM - Tweede Kamerleden van de VVD en het CDA moeten afstand nemen van de plannen van hun partijen om een gedoogakkoord te sluiten met de PVV.
14 reacties
Die oproep doet het nieuwe Comité voor de rechtsstaat in een brief die het aan de Kamerleden van de VVD en het CDA heeft gestuurd. Het comité is opgericht door de historici Jan Dirk Snel en Rob Hartmans. De brief is mede ondertekend door zeventig Nederlanders, waaronder bekende theologen, historici, filosofen en opiniemakers. Zo staan er de namen onder van hoogleraar theologie Erik Borgman, emeritus hoogleraar economie en voormalig ARP-Kamerlid Bob Goudzwaard, emeritus hoogleraar geschiedenis Maarten van Rossem, hoogleraar filosofie Paul van Tongeren, politiek historicus Ewout Klei, historicus Johan Snel en adjunct-directeur van De Groene Amsterdammer Tiers Bakker.
De brief is gebaseerd op een stuk van Jan Dirk Snel, dat eerder als opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad verscheen. Volgens de opstellers moeten de Kamerleden van CDA en VVD uitspreken dat ze elke aanval op de rechtsstaat afkeuren en dat ze het niet zullen accepteren, als de gedoogpartner van de coalitie zich daar toch schuldig aan maakt. ,,De werkelijkheid is niet zozeer dat de PVV zich bereid toonde een minderheidskabinet te gedogen, maar dat VVD en CDA de rabiate uitspraken van Wilders voortaan officieel gedogen'', stelt de brief. Volgens de opstellers tasten de uitspraken van Wilders de beginselen van de rechtsstaat aan en vraagt dat om een ondubbelzinnige, publieke afwijzing.
Partijpolitieke aard
Mark Rutte (VVD), Maxime Verhagen (CDA) en Geert Wilders (PVV) hebben juist afgesproken dat die laatste mag blijven zeggen wat hij wil. De opstellers van de brief doen geen uitspraak over welk kabinet wél gewenst is. Hun schrijven is ,,niet van partijpolitieke aard''.
CDA-leider Verhagen benadrukte woensdag in een interview dat het zou gaan om een CDA-VVD-kabinet. En in het gedoogakkoord met de PVV worden zaken als de bezuinigingen vastgelegd, maar niet de anti-islamagenda van Wilders. Emeritus-hoogleraar filosofie Sander Griffioen, die de brief ook ondertekende, vindt dat te makkelijk gesteld. ,,Zo onschuldig is het niet. Ik heb niets tegen het aangaan van tijdelijke bondgenootschappen. Maar je kijkt nu naar het aantal zetels dat de PVV vertegenwoordigt en vraagt om structurele hulp. Op zo'n moment moet je andersom ook eisen stellen aan de PVV en het optreden van die partij.''
Fout
In de optiek van Griffioen maakte het CDA ook al een fout toen de partij tijdens het eerste kabinet-Balkenende in zee ging met de Fortuynisten. ,,Dat heeft de staat serieus in gevaar gebracht. Maar het CDA wil altijd regeringsverantwoordelijkheid dragen. Dat zit ze in het bloed.''
Een andere ondertekenaar van de brief, Herman Oevermans, directeur van de Academie Mens en Organisatie aan de Christelijke Hogeschool Ede, vindt ook dat Verhagen zich er te gemakkelijk van af maakt. ,,Lubbers heeft al gesteld dat dit geen echt minderheidskabinet is, maar een bijzonder meerderheidskabinet. De PVV is nodig op onderdelen.''
SGP
Hij verbaast zich er daarnaast over dat een groep reformatorische christenen en een partij als de SGP geen afstand nemen van deze kabinetsvariant. ,,Als orthodox-christelijke minderheid sta je pal voor de rechten van minderheden. Daar zit ook een zeker eigenbelang bij. Maar Wilders gunt die rechten niet aan de islamitische minderheid. Daarom is het wat mij betreft een doodlopend spoor om met de PVV zaken te doen. Rechten die je claimt voor jezelf moet je anderen niet ontnemen.''
http://www.nd.nl/artikelen/2010/augustus/04/oproep-aan-kamerleden-neem-afstand-van-pvv
Nederlands Dagblad, 5 augustus 2010
van onze redactie binnenland
AMSTERDAM - Tweede Kamerleden van de VVD en het CDA moeten afstand nemen van de plannen van hun partijen om een gedoogakkoord te sluiten met de PVV.
14 reacties
Die oproep doet het nieuwe Comité voor de rechtsstaat in een brief die het aan de Kamerleden van de VVD en het CDA heeft gestuurd. Het comité is opgericht door de historici Jan Dirk Snel en Rob Hartmans. De brief is mede ondertekend door zeventig Nederlanders, waaronder bekende theologen, historici, filosofen en opiniemakers. Zo staan er de namen onder van hoogleraar theologie Erik Borgman, emeritus hoogleraar economie en voormalig ARP-Kamerlid Bob Goudzwaard, emeritus hoogleraar geschiedenis Maarten van Rossem, hoogleraar filosofie Paul van Tongeren, politiek historicus Ewout Klei, historicus Johan Snel en adjunct-directeur van De Groene Amsterdammer Tiers Bakker.
De brief is gebaseerd op een stuk van Jan Dirk Snel, dat eerder als opiniebijdrage in het Nederlands Dagblad verscheen. Volgens de opstellers moeten de Kamerleden van CDA en VVD uitspreken dat ze elke aanval op de rechtsstaat afkeuren en dat ze het niet zullen accepteren, als de gedoogpartner van de coalitie zich daar toch schuldig aan maakt. ,,De werkelijkheid is niet zozeer dat de PVV zich bereid toonde een minderheidskabinet te gedogen, maar dat VVD en CDA de rabiate uitspraken van Wilders voortaan officieel gedogen'', stelt de brief. Volgens de opstellers tasten de uitspraken van Wilders de beginselen van de rechtsstaat aan en vraagt dat om een ondubbelzinnige, publieke afwijzing.
Partijpolitieke aard
Mark Rutte (VVD), Maxime Verhagen (CDA) en Geert Wilders (PVV) hebben juist afgesproken dat die laatste mag blijven zeggen wat hij wil. De opstellers van de brief doen geen uitspraak over welk kabinet wél gewenst is. Hun schrijven is ,,niet van partijpolitieke aard''.
CDA-leider Verhagen benadrukte woensdag in een interview dat het zou gaan om een CDA-VVD-kabinet. En in het gedoogakkoord met de PVV worden zaken als de bezuinigingen vastgelegd, maar niet de anti-islamagenda van Wilders. Emeritus-hoogleraar filosofie Sander Griffioen, die de brief ook ondertekende, vindt dat te makkelijk gesteld. ,,Zo onschuldig is het niet. Ik heb niets tegen het aangaan van tijdelijke bondgenootschappen. Maar je kijkt nu naar het aantal zetels dat de PVV vertegenwoordigt en vraagt om structurele hulp. Op zo'n moment moet je andersom ook eisen stellen aan de PVV en het optreden van die partij.''
Fout
In de optiek van Griffioen maakte het CDA ook al een fout toen de partij tijdens het eerste kabinet-Balkenende in zee ging met de Fortuynisten. ,,Dat heeft de staat serieus in gevaar gebracht. Maar het CDA wil altijd regeringsverantwoordelijkheid dragen. Dat zit ze in het bloed.''
Een andere ondertekenaar van de brief, Herman Oevermans, directeur van de Academie Mens en Organisatie aan de Christelijke Hogeschool Ede, vindt ook dat Verhagen zich er te gemakkelijk van af maakt. ,,Lubbers heeft al gesteld dat dit geen echt minderheidskabinet is, maar een bijzonder meerderheidskabinet. De PVV is nodig op onderdelen.''
SGP
Hij verbaast zich er daarnaast over dat een groep reformatorische christenen en een partij als de SGP geen afstand nemen van deze kabinetsvariant. ,,Als orthodox-christelijke minderheid sta je pal voor de rechten van minderheden. Daar zit ook een zeker eigenbelang bij. Maar Wilders gunt die rechten niet aan de islamitische minderheid. Daarom is het wat mij betreft een doodlopend spoor om met de PVV zaken te doen. Rechten die je claimt voor jezelf moet je anderen niet ontnemen.''
dinsdag, augustus 03, 2010
Rechts kabinet, dan een progressief schaduwkabinet
http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/een_rechts_kabinet_dan_een_progressief_schaduwkabinet/
Mijn eerste column op Joop.nl, de progressieve opiniesite van de VARA. Mijn column is zaterdag 31 juli geplaatst.
Een rechts kabinet? Dan een progressief schaduwkabinet
EWOUT KLEI Oud-minister Van Thijn schreef het boek 'De formatie'. Wat kunnen we daar nu uit leren?
In verschillende media is de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen geïnterpreteerd als een grote overwinning van rechts. In feite hield de verkiezingsuitslag echter een verdere versplintering van het politieke landschap in, omdat het vormen van solide meerderheidskabinet nu een haast onmogelijke opgave is geworden.
Dat de formatie lastig zou gaan verlopen was vier weken voor de verkiezingen voorspeld door Ed van Thijn. In zijn op 11 mei verschenen rode boekje, met de weinig originele maar wel duidelijke titel De formatie, betoogt de PvdA-coryfee dat het in de toekomst steeds moeilijker wordt om een stabiele regering te vormen, behalve als er snel een ingrijpende hervormingsagenda ter tafel komt. De analyse en aanbevelingen die Van Thijn in zijn boek geeft verdienen nadere bestudering, omdat onze democratie zich als gevolg van de polarisatie (vooral van rechts) in een crisis bevindt, die om een oplossing vraagt.
Volgens Van Thijn kunnen burgers wel stemmen maar niet kiezen. We stemmen op een partij en niet op een kabinet. In 1977 ging de PvdA de verkiezingen in onder de leus ‘Kies de minister-president’ maar bleef na de formatie buiten de regering. In 2006 werden de Tweede Kamerverkiezingen gepresenteerd als een tweestrijd tussen Balkenende en Bos, maar het resultaat van deze verkiezingen was dat beide kemphanen tot elkaar waren veroordeeld in het kabinet-Balkenende IV. In de tijd van de verzuiling (1918-1966) leverde ons kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging nog stabiele regeringen op, omdat de verzuilde partijen hun achterbannen strak onder de duim hielden en de zuilelites beseften dat ze compromissen moesten sluiten. Nu politieke partijen niet meer over een vaste achterban beschikken zetten ze zich, uit electorale overwegingen, af tegen gelijkgezinde partijen én nemen ze om diezelfde reden stilletjes ideeën van de tegenpartij over.
Van Thijn denkt dat het in de toekomst steeds moeilijker wordt om een werkbare coalitie te vormen en vreest voor machteloze middenkabinetten, met als gevolg dat radicale partijen op de vleugels (de PVV op rechts en in mindere mate de SP op links) zullen groeien. Hij vergelijkt de Nederlandse situatie met die van Duitsland ten tijde van de Weimarrepubliek (1919-1933) en de Franse Vierde Republiek (1946-1958), waar instabiele kabinetten elkaar opvolgden, en met Denemarken en Israël, waar radicale partijen grote invloed uitoefenen op het regeringsbeleid (dankzij de gedoogsteun die de populistische Dansk Folkeparti aan de Deense minderheidsregering geeft kent Denemarken het strengste asielbeleid van West-Europa en in Israël is de extreemrechtse Lieberman zelfs minister van Buitenlandse Zaken).
De instabiele situatie wordt volgens Van Thijn alleen opgelost als het politieke stelsel grondig wordt hervormd. Hij wil geen districtenstelsel zoals in Groot-Brittannië, waar de Tories en Labour de dienst uit maken en de progressieve Liberal Democrats veel te klein zijn (Nick Clegg wil aan dit stelsel een einde maken). Wat Van Thijn wil is een gemengd stelsel, een beetje districtenstelsel en een beetje evenredig stelsel dus. Daarnaast moeten politieke partijen van te voren duidelijk maken met welke partijen ze een regering willen vormen en met welke niet. De PvdA’er lijkt hiermee terug te willen naar de jaren zeventig, toen de progressieve partijen PvdA, D’66 en PPR (een voorloper van GroenLinks) samen het programma Keerpunt ’72 schreven en een schaduwkabinet vormden. De kiezer heeft dan wel iets te kiezen.
De formatie bestaat uit drie delen, een dagboek, een theoretisch/essayistisch deel en een fictief verhaal. Het dagboek is nogal saai. Waar Van Thijn in Dagboek van een onderhandelaar (1978) als één van de onderhandelaars over een tweede kabinet-Den Uyl als insider een tipje van de sluier van de achterkamertjespolitiek oplichtte, is dit dagboek van een buitenstaander weinig onthullend. Het fictieve formatieverhaal aan het slot daarentegen is wel aardig. Van Thijn zit er een beetje naast met zijn voorspelling (zo krijgen van hem de PVV en de PvdA elk 28 zetels, de VVD 24 en D66 18), maar dat er na de verkiezingen moeilijk een kabinet te vormen valt heeft hij goed ingezien. Dat Van Thijn er behoorlijk naast zat met zijn verkiezingsuitslag zegt ook iets over de betrekkelijkheid van opiniepeilingen en de vluchtigheid van de actualiteit. Het middendeel, waarin Van Thijn zijn theorie over de instabiliteit van ons politieke systeem uitwerkt, is zonder meer het interessantst. Eigenlijk zou hij dit nog een keer moeten omwerken tot een wetenschappelijke publicatie. De these van Van Thijn, dat een evenredig kiesstelsel zorgt voor een instabiel politiek systeem, zou als hypothese moeten worden getest in een groot vergelijkend (historisch) onderzoek.
Dankzij Van Thijn staat het onderwerp bestuurlijke vernieuwingen anno 2010 opnieuw weer op de politieke kaart, waar D66 zich altijd sterk voor heeft gemaakt. Het is geen toeval dat Van Thijn zijn boek heeft opgedragen aan niemand minder dan wijlen D66-oprichter Hans van Mierlo, een “visionair democraat”. Het is aardig om te zien dat juist D66 de adviezen van Van Thijn in de laatste verkiezingscampagne lijkt te hebben opgevolgd, want Pechtold pleitte voor paars plus en nog geen week voor de verkiezingen veranderde het partijlogo van kleur. Helaas voor D66 is paars nu (voorlopig?) van de baan en lijkt te worden aangestuurd op een rechts kabinet. Als de formatie van paars plus was gelukt had D66 misschien weer een ministerie voor Bestuurlijke Vernieuwing kunnen claimen, die van dit thema echt werk zou moeten maken en met goede hervormingsvoorstellen zou moeten komen. Met een rechts kabinet in het verschiet zouden D66, GroenLinks en de PvdA de progressieve samenwerking van de jaren zeventig weer nieuw leven in kunnen blazen.
Of de PVV nu in de regering komt of alleen gedoogsteun geeft, een rechts kabinet is niet mijn kabinet. Begin jaren zeventig vormden oppositieleiders Joop den Uyl en Hans van Mierlo een schaduwkabinet dat klaar stond om te regeren. Als er daadwerkelijk een rechts kabinet aantreedt dan moeten Job Cohen, Alexander Pechtold en Femke Halsema de handen ineen slaan en een nieuw schaduwkabinet vormen, dat het roer van het schip van staat overneemt als Mark Rutte de macht over dit stuur verliest. Zo’n schaduwkabinet - dat helemaal in de geest van Van Thijn is en het publicitair weer ongelooflijk goed gaat doen - wordt dan bovendien een vast baken en een signaal van hoop in een verwilderde en stormachtige tijd, waar donkere wolken zich samenpakken.
Mijn eerste column op Joop.nl, de progressieve opiniesite van de VARA. Mijn column is zaterdag 31 juli geplaatst.
Een rechts kabinet? Dan een progressief schaduwkabinet
EWOUT KLEI Oud-minister Van Thijn schreef het boek 'De formatie'. Wat kunnen we daar nu uit leren?
In verschillende media is de uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen geïnterpreteerd als een grote overwinning van rechts. In feite hield de verkiezingsuitslag echter een verdere versplintering van het politieke landschap in, omdat het vormen van solide meerderheidskabinet nu een haast onmogelijke opgave is geworden.
Dat de formatie lastig zou gaan verlopen was vier weken voor de verkiezingen voorspeld door Ed van Thijn. In zijn op 11 mei verschenen rode boekje, met de weinig originele maar wel duidelijke titel De formatie, betoogt de PvdA-coryfee dat het in de toekomst steeds moeilijker wordt om een stabiele regering te vormen, behalve als er snel een ingrijpende hervormingsagenda ter tafel komt. De analyse en aanbevelingen die Van Thijn in zijn boek geeft verdienen nadere bestudering, omdat onze democratie zich als gevolg van de polarisatie (vooral van rechts) in een crisis bevindt, die om een oplossing vraagt.
Volgens Van Thijn kunnen burgers wel stemmen maar niet kiezen. We stemmen op een partij en niet op een kabinet. In 1977 ging de PvdA de verkiezingen in onder de leus ‘Kies de minister-president’ maar bleef na de formatie buiten de regering. In 2006 werden de Tweede Kamerverkiezingen gepresenteerd als een tweestrijd tussen Balkenende en Bos, maar het resultaat van deze verkiezingen was dat beide kemphanen tot elkaar waren veroordeeld in het kabinet-Balkenende IV. In de tijd van de verzuiling (1918-1966) leverde ons kiesstelsel van evenredige vertegenwoordiging nog stabiele regeringen op, omdat de verzuilde partijen hun achterbannen strak onder de duim hielden en de zuilelites beseften dat ze compromissen moesten sluiten. Nu politieke partijen niet meer over een vaste achterban beschikken zetten ze zich, uit electorale overwegingen, af tegen gelijkgezinde partijen én nemen ze om diezelfde reden stilletjes ideeën van de tegenpartij over.
Van Thijn denkt dat het in de toekomst steeds moeilijker wordt om een werkbare coalitie te vormen en vreest voor machteloze middenkabinetten, met als gevolg dat radicale partijen op de vleugels (de PVV op rechts en in mindere mate de SP op links) zullen groeien. Hij vergelijkt de Nederlandse situatie met die van Duitsland ten tijde van de Weimarrepubliek (1919-1933) en de Franse Vierde Republiek (1946-1958), waar instabiele kabinetten elkaar opvolgden, en met Denemarken en Israël, waar radicale partijen grote invloed uitoefenen op het regeringsbeleid (dankzij de gedoogsteun die de populistische Dansk Folkeparti aan de Deense minderheidsregering geeft kent Denemarken het strengste asielbeleid van West-Europa en in Israël is de extreemrechtse Lieberman zelfs minister van Buitenlandse Zaken).
De instabiele situatie wordt volgens Van Thijn alleen opgelost als het politieke stelsel grondig wordt hervormd. Hij wil geen districtenstelsel zoals in Groot-Brittannië, waar de Tories en Labour de dienst uit maken en de progressieve Liberal Democrats veel te klein zijn (Nick Clegg wil aan dit stelsel een einde maken). Wat Van Thijn wil is een gemengd stelsel, een beetje districtenstelsel en een beetje evenredig stelsel dus. Daarnaast moeten politieke partijen van te voren duidelijk maken met welke partijen ze een regering willen vormen en met welke niet. De PvdA’er lijkt hiermee terug te willen naar de jaren zeventig, toen de progressieve partijen PvdA, D’66 en PPR (een voorloper van GroenLinks) samen het programma Keerpunt ’72 schreven en een schaduwkabinet vormden. De kiezer heeft dan wel iets te kiezen.
De formatie bestaat uit drie delen, een dagboek, een theoretisch/essayistisch deel en een fictief verhaal. Het dagboek is nogal saai. Waar Van Thijn in Dagboek van een onderhandelaar (1978) als één van de onderhandelaars over een tweede kabinet-Den Uyl als insider een tipje van de sluier van de achterkamertjespolitiek oplichtte, is dit dagboek van een buitenstaander weinig onthullend. Het fictieve formatieverhaal aan het slot daarentegen is wel aardig. Van Thijn zit er een beetje naast met zijn voorspelling (zo krijgen van hem de PVV en de PvdA elk 28 zetels, de VVD 24 en D66 18), maar dat er na de verkiezingen moeilijk een kabinet te vormen valt heeft hij goed ingezien. Dat Van Thijn er behoorlijk naast zat met zijn verkiezingsuitslag zegt ook iets over de betrekkelijkheid van opiniepeilingen en de vluchtigheid van de actualiteit. Het middendeel, waarin Van Thijn zijn theorie over de instabiliteit van ons politieke systeem uitwerkt, is zonder meer het interessantst. Eigenlijk zou hij dit nog een keer moeten omwerken tot een wetenschappelijke publicatie. De these van Van Thijn, dat een evenredig kiesstelsel zorgt voor een instabiel politiek systeem, zou als hypothese moeten worden getest in een groot vergelijkend (historisch) onderzoek.
Dankzij Van Thijn staat het onderwerp bestuurlijke vernieuwingen anno 2010 opnieuw weer op de politieke kaart, waar D66 zich altijd sterk voor heeft gemaakt. Het is geen toeval dat Van Thijn zijn boek heeft opgedragen aan niemand minder dan wijlen D66-oprichter Hans van Mierlo, een “visionair democraat”. Het is aardig om te zien dat juist D66 de adviezen van Van Thijn in de laatste verkiezingscampagne lijkt te hebben opgevolgd, want Pechtold pleitte voor paars plus en nog geen week voor de verkiezingen veranderde het partijlogo van kleur. Helaas voor D66 is paars nu (voorlopig?) van de baan en lijkt te worden aangestuurd op een rechts kabinet. Als de formatie van paars plus was gelukt had D66 misschien weer een ministerie voor Bestuurlijke Vernieuwing kunnen claimen, die van dit thema echt werk zou moeten maken en met goede hervormingsvoorstellen zou moeten komen. Met een rechts kabinet in het verschiet zouden D66, GroenLinks en de PvdA de progressieve samenwerking van de jaren zeventig weer nieuw leven in kunnen blazen.
Of de PVV nu in de regering komt of alleen gedoogsteun geeft, een rechts kabinet is niet mijn kabinet. Begin jaren zeventig vormden oppositieleiders Joop den Uyl en Hans van Mierlo een schaduwkabinet dat klaar stond om te regeren. Als er daadwerkelijk een rechts kabinet aantreedt dan moeten Job Cohen, Alexander Pechtold en Femke Halsema de handen ineen slaan en een nieuw schaduwkabinet vormen, dat het roer van het schip van staat overneemt als Mark Rutte de macht over dit stuur verliest. Zo’n schaduwkabinet - dat helemaal in de geest van Van Thijn is en het publicitair weer ongelooflijk goed gaat doen - wordt dan bovendien een vast baken en een signaal van hoop in een verwilderde en stormachtige tijd, waar donkere wolken zich samenpakken.
Persbericht - Oprichting Comité voor de Rechtsstaat - Oproep aan Kamerleden van VVD en CDA
Onderstaande open brief heb ik ook ondertekend.
PERSBERICHT
OPRICHTING COMITÉ VOOR DE RECHTSSTAAT
BRIEF AAN KAMERLEDEN VVD EN CDA
Het op vrijdag 31 juli jongstleden genomen besluit van VVD, CDA en PVV om te streven naar een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV, heeft veel kritsche reacties opgeroepen. Wat echter tot nog toe sterk onderbelicht is gebleven, is dat VVD en CDA met dit besluit een principiële grens hebben overschreden.
In hun streven samen te gaan regeren willen VVD en CDA een gedoogakkoord sluiten met een partij die zich een vijand van onze rechtsstaat betoont, waarbij er volgens de vrijdag afgelegde verlaring sprake is van ‘acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht’.
De PVV keert zich tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet, terwijl zij tevens wil tornen aan de onafhankelijkheid van de rechtsspraak. Het staat een ieder vrij deze ideeën uit te dragen, maar van partijen als de VVD en het CDA, die zeggen onze rechtsstaat te verdedigen, mag verwacht worden dat zij zich van dergelijke opvattingen distantiëren, en dat zij zich niet politiek afhankelijk maken van een ondemocratisch georganiseerde partij die deze antirechtsstatelijke ideeën propageert.
Deze uiterst zorgelijke ontwikkeling is voor een aantal burgers aanleiding een Comité voor de Rechtsstaat op te richten. De initiatiefnemers, de historici Jan Dirk Snel en Rob Hartmans, hebben een brief geschreven aan alle leden van de Tweede Kamer van VVD en CDA, die mede is ondertekend door ruim zeventig bezorgde burgers, waaronder de theoloog Erik Borgman, de historicus Maarten van Rossem, de ethicus Gerrit Manenschijn, de econoom Bob Goudzwaard, de oud-ambassadeur Edy Korthals Altes, de islamoloog Pieter Sjoerd van Koningsveld en de filosofen Sander Griffioen en Paul van Tongeren. Hierin wordt de Kamerleden van beide partijen gevraagd ondubbelzinnig afstand van te nemen van de verklaring van jongstleden vrijdag en uit te spreken dat zij elke aanslag op de grondslagen van onze liberale rechtsstaat afkeuren en het ook niet acceptabel achten als gedoogpartners van een door hen gesteund kabinet dat wel doen. (Zie bijgaande brief)
De initiatiefnemers en ondertekenaars zullen, afhankelijk van de ontwikkelingen, zich beraden over verdere stappen.
Namens het comité,
Jan Dirk Snel
Rob Hartmans
(Initiatiefnemers van het Comité voor de Rechtstaat)
Noot voor de redactie
Comité voor de Rechtsstaat
Eerste Oosterparkstraat 168D
1091 HJ Amsterdam
020 693 64 24 (Jan Dirk Snel)
06-46437538 (Rob Hartmans)
j.d.snel@chello.nl
robhartmans@gmail.com
Officiële tekst in de bijlage
Comité voor de Rechtsstaat
Eerste Oosterparkstraat 168D
1091 HJ Amsterdam
020 693 64 24 (Jan Dirk Snel)
06 46437538 (Rob Hartmans)
Aan:
de leden van de Tweede Kamerfracties van VVD en CDA
Ter kennisneming aan:
de overige leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal
- Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
-Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Postbus 20017
2500 EA Den Haag
Amsterdam/Assendelft, 3 augustus 2010
Geacht Kamerlid,
Vrijdag 30 juli 2010 is de dag waarop uw fractie een principiële grens heeft overschreden. Op de avond van deze vrijdag deelden de fractievoorzitters van VVD en CDA, Mark Rutte en Maxime Verhagen, in een verklaring die ze samen met de fractievoorzitter van de PVV, Geert Wilders, aflegden, mee dat ze zouden gaan onderhandelen over een regeerakkoord tussen VVD en CDA, dat door middel van een gedoogakkoord door de PVV gesteund zou worden.
Rutte en Verhagen verklaarden samen met Wilders dat de partijen "elkaars verschil van inzicht" over de vraag of de islam te karakteriseren valt "als óf religie óf (politieke) ideologie", "accepteren". En iets verderop herhaalden ze dat nog eens door te reppen van "acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht".
Wat dit betekende, konden we heel snel zien. PVV-leider Wilders legde aan de verzamelde pers uit dat hij voortaan door zou kunnen gaan met zijn bekende uitspraken over de islam. De werkelijkheid is dus niet zozeer dat de PVV zich bereid toonde een minderheidskabinet te gedogen, maar dat VVD en CDA de rabiate uitspraken van Wilders voortaan officieel gedogen.
Wie het partijprogramma van de PVV raadpleegt, zal constateren dat deze partij onder meer de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en levensovertuiging niet op de islam wil betrekken, een heilig boek wil verbieden, hoofddoekjes wil belasten en de “strijd tegen de islam” tot “het kernpunt van ons buitenlandbeleid” wil maken. De PVV keert zich hiermee in ieder geval tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet. Ook dat is binnen ons rechtsbestel toegestaan, maar wel moet geconstateerd worden dat een partij die zich uitspreekt tegen deze fundamentele grondrechten, zich een vijand van onze rechtsstaat betoont.
Onze vrijheden zijn ongedeeld: ze gelden voor alle burgers zonder uitzondering gelijkelijk. Wie dat niet aanvaardt, verwerpt de vrijheden die van ons allen zijn. Niet wat wij van de islam vinden, is het kernpunt, maar of we de rechtsstaat de moeite van het verdedigen waard achten.
Door middel van hun verklaring hebben Mark Rutte en Maxime Verhagen aangegeven dat ze pleidooien tegen onze rechtsorde accepteren als een legitieme uiting van een gedoogpartner, ook al is het duidelijk dat ze die zelf geenszins onderschrijven. Vanuit hun verantwoordelijkheid hadden ze zover nooit mogen gegaan. Van coalitiegenoot of gedoogpartner mag men bij twijfel een meer hartelijke omhelzing van de beginselen van de rechtsstaat verwachten.
U bent lid van een fractie die met de gedoogverklaring heeft ingestemd. Wij vragen u alsnog daar in een publieke verklaring ondubbelzinnig afstand van te nemen en uit te spreken dat u elke aanslag op de grondslagen van onze liberale rechtsstaat afkeurt en het ook niet acceptabel acht als gedoogpartners van een door u gesteund kabinet dat wel doen.
Over de vraag welke coalitie al dan niet gewenst is, spreken wij ons in dit schrijven niet uit, ook niet als het gaat over een eventuele coalitie met de PVV of gedoogsteun door die partij. Dit schrijven is niet van partijpolitieke aard. Het gaat de ondertekenaren om de handhaving van een fundamentele en principiële norm.
Voor de tekst van deze brief zijn de eerste twee ondertekenaren volledig verantwoordelijk. De medeondertekenaren ondersteunen de hoofdstrekking van dit betoog, maar zullen op onderdelen uiteraard hun eigen uiteenlopende opvattingen koesteren. Deze brief is voortgekomen uit een schrijven dat de eerste ondertekenaar op 31 juli 2010 opstelde en verzond en dat onder meer te vinden is op zijn weblog en op verzoek op de site joop.nl; dat stuk was uiteraard alleen voor zijn verantwoordelijkheid.
Wij hopen dat u gevolg geeft aan de oproep in deze brief en wensen u het allerbeste bij uw werkzaamheden ten dienste van het gehele Nederlandse volk.
Hoogachtend,
Jan Dirk Snel, historicus, Amsterdam
Rob Hartmans, historicus, Assendelft
Medeondertekenaren:
* Tiers Bakker, adjunct-directeur De Groene Amsterdammer, Amsterdam
* H.Bart, emeritus hoogleraar wiskunde Erasmus Universiteit Rotterdam, Bleiswijk
* M.M.L. Beek, psycholoog, voorheen universitair docent huisartsgeneeskunde Radboud Universiteit, Nijmegen
* Klaas van Berkel, hoogleraar geschiedenis Rijksuniversiteit Groningen, Zuidhorn
* Jan de Boer, oud-directeur sociale dienst Leeuwarden, schrijver-dichter in de Franse taal, St.Laurent de la Cabrerisse, Frankrijk
* Marlies ter Borg, auteur Bijbel en Koran in Verhalen, Aerdenhout
* M.B. ter Borg, hoogleraar godsdienstsociologie en niet-institutionele religie Universiteit Leiden, Aerdenhout
* Erik Borgman, hoogleraar theologie van de religie in het bijzonder het christendom Universiteit van Tilburg, Utrecht
* J.Breman, emeritus hoogleraar Universiteit van Amsterdam, Heemstede
* Maureen Butter, coördinator Platform Gezondheid en Milieu, Leens
* M. Clotscher, HRM consultant, Den Haag
* René Danen, voorzitter Nederland Bekent Kleur, Amsterdam
* M. Doef, huisvrouw, Bleiswijk
* Fons Elders, emeritus hoogleraar Theory of World Views, Warder
* Elizabeth Fisher-Spanjer, literair agent voormalige Alexander Herzen Stichting, Amsterdam
* Willem Frijhoff, emeritus hoogleraar geschiedenis Vrije Universiteit, Rotterdam
* Jaap van Gelderen, kerkhistoricus, Kampen
* Bob Goudzwaard, emeritus hoogleraar economie Vrije Universiteit en oud-lid van de Tweede Kamer (ARP)
* Sander Griffioen, emeritus hoogleraar wijsbegeerte Vrije Universiteit, Loenen aan de Vecht
* Anton van Hooff, klassiek historicus, Nijmegen
* Leon Heuts, journalist, Eindhoven
* J.E. Hamburger, stafmedewerker Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid, Broek in Waterland
* Willem Harland, gepensioneerd leraar, Delfzijl
* J.Z. Herrenberg, schrijver, Delft
* Maarten Jan Hijmans, journalist, Amsterdam
* Han van der Horst, hstoricus, Schiedam
* Jacqueline van IJken, manager ggz, Assendelft
* Esther van IJken, Amsterdam, logopedist
* Michele Jacobs, journalist, Amsterdam
* Cees van der Jagt, aow-er en als vrijwilliger bij diverse activiteiten betrokken, Ede
* Bert de Jong, oud-parlementair redacteur en chef-redacteur dagblad Trouw, Almere
* Jaap de Jong, docent, Utrecht
* T.P. de Jong, predikant, Stadskanaal
* Ewout Klei, politiek historicus, Kampen
* Dolph Kohnstamm. oud-hoogleraar psychologie, Amsterdam
* Jan H. Kompagnie, historicus, Gouda
* Pieter Sjoerd van Koningsveld, emeritus hoogleraar islamologie, Oegstgeest.
* Cor en Anne Koole, Zeist
* Peter Koop, office-manager, Bloemendaal
* Edy Korthals Altes, oud-ambassadeur, Den Haag
* Bas Kromhout, historicus, Voorburg
* Bert Laeyendecker, emeritus hoogleraar sociologie, Doorn
* Solange Leibovici, literatuurwetenschapster, Amsterdam
* Gerrit Manenschijn, emeritus hoogleraar ethiek, Alphen aan den Rijn
* Bauke Marinus, historicus, Amsterdam
* Monica Meijsing, filosoof, Nijmegen
* Herman Oevermans. directeur Academie Mens en Organisatie, Christelijke Hogeschool Ede, Bennekom
* Rob de Ridder, antropoloog, Harich
* S.M. Rodenhuis, Almere
* Maarten van Rossem, emeritus hoogleraar geschiedenis, Utrecht
* T.Schroders, psychriatisch verpleegkundige,Terschelling.
* Arend Smilde, freelance vertaler en redacteur, Utrecht
* Frans Smits, hoofdredacteur Historisch Nieuwsblad en Maarten!, Amsterdam
* Alice Snel–ten Dolle, gepensioneerd (jeugd)bibliothecaris en hbo-docent, Deventer
* Johan Snel, historicus, Ede
* Frans J.J. Thuijs, historicus, Amsterdam
* Gérard van Tillo, emeritus hoogleraar godsdienstsociologie Universiteit van Amsterdam, Amsterdam
* Jans Tinbergen, filosofe, Rotterdam
* Paul J.M. van Tongeren, hoogleraar filosofie Radboud Universiteit, Nijmegen.
* Jouke Turpijn, historicus, Amsterdam
* Erna Vahrmeijer, Zwolle
* Alida van der Veen, Amsterdam
* J.A. van der Ven, hoogleraar religiewetenschappen Radboud Universiteit, Nijmegen
* L. Vermij, gepensioneerd, voorheen werkzaam in industrie research en development, Doesburg
* Rienk Vermij, historicus, Norman, Oklahoma, Verenigde Staten
* Karuna Waaijer, psychologe-psychotherapeute, Leiden
* Koo van der Wal, emeritus hoogleraar wijsbegeerte, Maarssen
* Gerard Wiegers, hoogleraar religiestudies Universiteit van Amsterdam, Leiden
* Diederik Wienen, theoloog, Utrecht
* Bèr Wilbers, journalist, Eindhoven
* F. Willems, huisvrouw, Feinsum
* Theo W.A. de Wit, universitair docent en bijzonder hoogleraar Universiteit van Tilburg, Utrecht
* Kees van Zijverden, Enkhuizen
* Evert van der Zweerde, hoogleraar politieke filosofie, Nijmegen
PERSBERICHT
OPRICHTING COMITÉ VOOR DE RECHTSSTAAT
BRIEF AAN KAMERLEDEN VVD EN CDA
Het op vrijdag 31 juli jongstleden genomen besluit van VVD, CDA en PVV om te streven naar een minderheidskabinet van VVD en CDA, met gedoogsteun van de PVV, heeft veel kritsche reacties opgeroepen. Wat echter tot nog toe sterk onderbelicht is gebleven, is dat VVD en CDA met dit besluit een principiële grens hebben overschreden.
In hun streven samen te gaan regeren willen VVD en CDA een gedoogakkoord sluiten met een partij die zich een vijand van onze rechtsstaat betoont, waarbij er volgens de vrijdag afgelegde verlaring sprake is van ‘acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht’.
De PVV keert zich tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet, terwijl zij tevens wil tornen aan de onafhankelijkheid van de rechtsspraak. Het staat een ieder vrij deze ideeën uit te dragen, maar van partijen als de VVD en het CDA, die zeggen onze rechtsstaat te verdedigen, mag verwacht worden dat zij zich van dergelijke opvattingen distantiëren, en dat zij zich niet politiek afhankelijk maken van een ondemocratisch georganiseerde partij die deze antirechtsstatelijke ideeën propageert.
Deze uiterst zorgelijke ontwikkeling is voor een aantal burgers aanleiding een Comité voor de Rechtsstaat op te richten. De initiatiefnemers, de historici Jan Dirk Snel en Rob Hartmans, hebben een brief geschreven aan alle leden van de Tweede Kamer van VVD en CDA, die mede is ondertekend door ruim zeventig bezorgde burgers, waaronder de theoloog Erik Borgman, de historicus Maarten van Rossem, de ethicus Gerrit Manenschijn, de econoom Bob Goudzwaard, de oud-ambassadeur Edy Korthals Altes, de islamoloog Pieter Sjoerd van Koningsveld en de filosofen Sander Griffioen en Paul van Tongeren. Hierin wordt de Kamerleden van beide partijen gevraagd ondubbelzinnig afstand van te nemen van de verklaring van jongstleden vrijdag en uit te spreken dat zij elke aanslag op de grondslagen van onze liberale rechtsstaat afkeuren en het ook niet acceptabel achten als gedoogpartners van een door hen gesteund kabinet dat wel doen. (Zie bijgaande brief)
De initiatiefnemers en ondertekenaars zullen, afhankelijk van de ontwikkelingen, zich beraden over verdere stappen.
Namens het comité,
Jan Dirk Snel
Rob Hartmans
(Initiatiefnemers van het Comité voor de Rechtstaat)
Noot voor de redactie
Comité voor de Rechtsstaat
Eerste Oosterparkstraat 168D
1091 HJ Amsterdam
020 693 64 24 (Jan Dirk Snel)
06-46437538 (Rob Hartmans)
j.d.snel@chello.nl
robhartmans@gmail.com
Officiële tekst in de bijlage
Comité voor de Rechtsstaat
Eerste Oosterparkstraat 168D
1091 HJ Amsterdam
020 693 64 24 (Jan Dirk Snel)
06 46437538 (Rob Hartmans)
Aan:
de leden van de Tweede Kamerfracties van VVD en CDA
Ter kennisneming aan:
de overige leden van de Tweede Kamer en Eerste Kamer der Staten-Generaal
- Binnenhof 4
2513 AA Den Haag
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
-Binnenhof 22
2513 AA Den Haag
Postbus 20017
2500 EA Den Haag
Amsterdam/Assendelft, 3 augustus 2010
Geacht Kamerlid,
Vrijdag 30 juli 2010 is de dag waarop uw fractie een principiële grens heeft overschreden. Op de avond van deze vrijdag deelden de fractievoorzitters van VVD en CDA, Mark Rutte en Maxime Verhagen, in een verklaring die ze samen met de fractievoorzitter van de PVV, Geert Wilders, aflegden, mee dat ze zouden gaan onderhandelen over een regeerakkoord tussen VVD en CDA, dat door middel van een gedoogakkoord door de PVV gesteund zou worden.
Rutte en Verhagen verklaarden samen met Wilders dat de partijen "elkaars verschil van inzicht" over de vraag of de islam te karakteriseren valt "als óf religie óf (politieke) ideologie", "accepteren". En iets verderop herhaalden ze dat nog eens door te reppen van "acceptatie van elkaars verschillen van mening en het volledig aan elkaar gunnen van de vrijheid van meningsuiting over bestaande verschillen van inzicht".
Wat dit betekende, konden we heel snel zien. PVV-leider Wilders legde aan de verzamelde pers uit dat hij voortaan door zou kunnen gaan met zijn bekende uitspraken over de islam. De werkelijkheid is dus niet zozeer dat de PVV zich bereid toonde een minderheidskabinet te gedogen, maar dat VVD en CDA de rabiate uitspraken van Wilders voortaan officieel gedogen.
Wie het partijprogramma van de PVV raadpleegt, zal constateren dat deze partij onder meer de grondwettelijke vrijheid van godsdienst en levensovertuiging niet op de islam wil betrekken, een heilig boek wil verbieden, hoofddoekjes wil belasten en de “strijd tegen de islam” tot “het kernpunt van ons buitenlandbeleid” wil maken. De PVV keert zich hiermee in ieder geval tegen de artikelen 1 (rechtsgelijkheid), 6 (godsdienstvrijheid) en 7 (uitingsvrijheid) in de Nederlandse Grondwet. Ook dat is binnen ons rechtsbestel toegestaan, maar wel moet geconstateerd worden dat een partij die zich uitspreekt tegen deze fundamentele grondrechten, zich een vijand van onze rechtsstaat betoont.
Onze vrijheden zijn ongedeeld: ze gelden voor alle burgers zonder uitzondering gelijkelijk. Wie dat niet aanvaardt, verwerpt de vrijheden die van ons allen zijn. Niet wat wij van de islam vinden, is het kernpunt, maar of we de rechtsstaat de moeite van het verdedigen waard achten.
Door middel van hun verklaring hebben Mark Rutte en Maxime Verhagen aangegeven dat ze pleidooien tegen onze rechtsorde accepteren als een legitieme uiting van een gedoogpartner, ook al is het duidelijk dat ze die zelf geenszins onderschrijven. Vanuit hun verantwoordelijkheid hadden ze zover nooit mogen gegaan. Van coalitiegenoot of gedoogpartner mag men bij twijfel een meer hartelijke omhelzing van de beginselen van de rechtsstaat verwachten.
U bent lid van een fractie die met de gedoogverklaring heeft ingestemd. Wij vragen u alsnog daar in een publieke verklaring ondubbelzinnig afstand van te nemen en uit te spreken dat u elke aanslag op de grondslagen van onze liberale rechtsstaat afkeurt en het ook niet acceptabel acht als gedoogpartners van een door u gesteund kabinet dat wel doen.
Over de vraag welke coalitie al dan niet gewenst is, spreken wij ons in dit schrijven niet uit, ook niet als het gaat over een eventuele coalitie met de PVV of gedoogsteun door die partij. Dit schrijven is niet van partijpolitieke aard. Het gaat de ondertekenaren om de handhaving van een fundamentele en principiële norm.
Voor de tekst van deze brief zijn de eerste twee ondertekenaren volledig verantwoordelijk. De medeondertekenaren ondersteunen de hoofdstrekking van dit betoog, maar zullen op onderdelen uiteraard hun eigen uiteenlopende opvattingen koesteren. Deze brief is voortgekomen uit een schrijven dat de eerste ondertekenaar op 31 juli 2010 opstelde en verzond en dat onder meer te vinden is op zijn weblog en op verzoek op de site joop.nl; dat stuk was uiteraard alleen voor zijn verantwoordelijkheid.
Wij hopen dat u gevolg geeft aan de oproep in deze brief en wensen u het allerbeste bij uw werkzaamheden ten dienste van het gehele Nederlandse volk.
Hoogachtend,
Jan Dirk Snel, historicus, Amsterdam
Rob Hartmans, historicus, Assendelft
Medeondertekenaren:
* Tiers Bakker, adjunct-directeur De Groene Amsterdammer, Amsterdam
* H.Bart, emeritus hoogleraar wiskunde Erasmus Universiteit Rotterdam, Bleiswijk
* M.M.L. Beek, psycholoog, voorheen universitair docent huisartsgeneeskunde Radboud Universiteit, Nijmegen
* Klaas van Berkel, hoogleraar geschiedenis Rijksuniversiteit Groningen, Zuidhorn
* Jan de Boer, oud-directeur sociale dienst Leeuwarden, schrijver-dichter in de Franse taal, St.Laurent de la Cabrerisse, Frankrijk
* Marlies ter Borg, auteur Bijbel en Koran in Verhalen, Aerdenhout
* M.B. ter Borg, hoogleraar godsdienstsociologie en niet-institutionele religie Universiteit Leiden, Aerdenhout
* Erik Borgman, hoogleraar theologie van de religie in het bijzonder het christendom Universiteit van Tilburg, Utrecht
* J.Breman, emeritus hoogleraar Universiteit van Amsterdam, Heemstede
* Maureen Butter, coördinator Platform Gezondheid en Milieu, Leens
* M. Clotscher, HRM consultant, Den Haag
* René Danen, voorzitter Nederland Bekent Kleur, Amsterdam
* M. Doef, huisvrouw, Bleiswijk
* Fons Elders, emeritus hoogleraar Theory of World Views, Warder
* Elizabeth Fisher-Spanjer, literair agent voormalige Alexander Herzen Stichting, Amsterdam
* Willem Frijhoff, emeritus hoogleraar geschiedenis Vrije Universiteit, Rotterdam
* Jaap van Gelderen, kerkhistoricus, Kampen
* Bob Goudzwaard, emeritus hoogleraar economie Vrije Universiteit en oud-lid van de Tweede Kamer (ARP)
* Sander Griffioen, emeritus hoogleraar wijsbegeerte Vrije Universiteit, Loenen aan de Vecht
* Anton van Hooff, klassiek historicus, Nijmegen
* Leon Heuts, journalist, Eindhoven
* J.E. Hamburger, stafmedewerker Uitvoeringsorganisatie Sociale Zekerheid, Broek in Waterland
* Willem Harland, gepensioneerd leraar, Delfzijl
* J.Z. Herrenberg, schrijver, Delft
* Maarten Jan Hijmans, journalist, Amsterdam
* Han van der Horst, hstoricus, Schiedam
* Jacqueline van IJken, manager ggz, Assendelft
* Esther van IJken, Amsterdam, logopedist
* Michele Jacobs, journalist, Amsterdam
* Cees van der Jagt, aow-er en als vrijwilliger bij diverse activiteiten betrokken, Ede
* Bert de Jong, oud-parlementair redacteur en chef-redacteur dagblad Trouw, Almere
* Jaap de Jong, docent, Utrecht
* T.P. de Jong, predikant, Stadskanaal
* Ewout Klei, politiek historicus, Kampen
* Dolph Kohnstamm. oud-hoogleraar psychologie, Amsterdam
* Jan H. Kompagnie, historicus, Gouda
* Pieter Sjoerd van Koningsveld, emeritus hoogleraar islamologie, Oegstgeest.
* Cor en Anne Koole, Zeist
* Peter Koop, office-manager, Bloemendaal
* Edy Korthals Altes, oud-ambassadeur, Den Haag
* Bas Kromhout, historicus, Voorburg
* Bert Laeyendecker, emeritus hoogleraar sociologie, Doorn
* Solange Leibovici, literatuurwetenschapster, Amsterdam
* Gerrit Manenschijn, emeritus hoogleraar ethiek, Alphen aan den Rijn
* Bauke Marinus, historicus, Amsterdam
* Monica Meijsing, filosoof, Nijmegen
* Herman Oevermans. directeur Academie Mens en Organisatie, Christelijke Hogeschool Ede, Bennekom
* Rob de Ridder, antropoloog, Harich
* S.M. Rodenhuis, Almere
* Maarten van Rossem, emeritus hoogleraar geschiedenis, Utrecht
* T.Schroders, psychriatisch verpleegkundige,Terschelling.
* Arend Smilde, freelance vertaler en redacteur, Utrecht
* Frans Smits, hoofdredacteur Historisch Nieuwsblad en Maarten!, Amsterdam
* Alice Snel–ten Dolle, gepensioneerd (jeugd)bibliothecaris en hbo-docent, Deventer
* Johan Snel, historicus, Ede
* Frans J.J. Thuijs, historicus, Amsterdam
* Gérard van Tillo, emeritus hoogleraar godsdienstsociologie Universiteit van Amsterdam, Amsterdam
* Jans Tinbergen, filosofe, Rotterdam
* Paul J.M. van Tongeren, hoogleraar filosofie Radboud Universiteit, Nijmegen.
* Jouke Turpijn, historicus, Amsterdam
* Erna Vahrmeijer, Zwolle
* Alida van der Veen, Amsterdam
* J.A. van der Ven, hoogleraar religiewetenschappen Radboud Universiteit, Nijmegen
* L. Vermij, gepensioneerd, voorheen werkzaam in industrie research en development, Doesburg
* Rienk Vermij, historicus, Norman, Oklahoma, Verenigde Staten
* Karuna Waaijer, psychologe-psychotherapeute, Leiden
* Koo van der Wal, emeritus hoogleraar wijsbegeerte, Maarssen
* Gerard Wiegers, hoogleraar religiestudies Universiteit van Amsterdam, Leiden
* Diederik Wienen, theoloog, Utrecht
* Bèr Wilbers, journalist, Eindhoven
* F. Willems, huisvrouw, Feinsum
* Theo W.A. de Wit, universitair docent en bijzonder hoogleraar Universiteit van Tilburg, Utrecht
* Kees van Zijverden, Enkhuizen
* Evert van der Zweerde, hoogleraar politieke filosofie, Nijmegen
Abonneren op:
Posts (Atom)