Dit is mijn eerste artikel op het D66blog
Auteur: Ewout Klei. Voorzitter D66-werkgroep Levensbeschouwing en Religie
Een Thema-afdeling van D66 voor Religie en Levensbeschouwing lijkt een beetje overbodige luxe. Op het eerste gezicht leven we in een vrij land en in een vrij werelddeel. Je mag geloven wat je wilt, ook als je helemaal nergens in wilt geloven: gereformeerd-vrijgemaakt of van-god-vrijgemaakt, het kan allemaal.
In veel landen in Azië en Afrika is het met deze vrijheid echter gans anders gesteld. Daar worden minderheden niet zelden geconfronteerd met discriminatie, en soms zelfs met vervolging. Denk bijvoorbeeld aan de Ahmadiyya moslims in Pakistan, de Bahai in Iran, de Kopten in Egypte en de Falun Gong in China.
Europa ook is niet meer wat het (een tijdje althans) geweest is. In Hongarije is nu een christelijk-conservatieve partij aan de macht, die dankzij haar tweederde meerderheid in het parlement de grondwet kan wijzigen. De regering drukt er nu allemaal wetten door, die in strijd zijn met de mensenrechten. Zo worden een heleboel geloofsgemeenschappen – moslims, hindoes, vrijzinnige christenen en vrijzinnige joden – niet meer erkend, en hun bezittingen geconfisqueerd. D66-Europarlementariër Sophie in ’t Veld protesteerde uiteraard, maar zal Europa ook maatregelen tegen de reactionaire regering-Órban willen nemen?
Nederland is er gelukkig beter aan toe dan Hongarije. We hebben een minderheidskabinet, dat slechts gedoogsteun krijgt van de ondemocratische PVV en SGP. VVD en CDA hebben nog steeds het woord ‘democratie’ respectievelijk ‘democratisch’ in hun partijnaam staan, en een verregaande wetswijziging in Hongaarse zin komt hier het parlement niet door. PVV en SGP kunnen hooguit de boel (tijdelijk) tegenhouden. Geert Wilders wil niet dat de hypotheekrente wordt afgeschaft, stuurt een theatraal tweetje, en de boel gaat weer op slot. De SGP wil niet dat er bezuinigd wordt op de kinderbijslag, gaat even bij Mark Rutte langs, en alles blijft bij het oude. Verontruste vrijzinnigen die geloven dat we dankzij de gedoogsteun van de SGP zijn beland ‘in handen van de Poldertaliban’, kunnen – om oud-premier Hendrikus Colijn even te parafraseren – rustig slapen. De SGP heeft maar twee zetels in het parlement en haar meest verregaande standpunten wijken te zeer van de mainstream af, om ooit wet te zullen worden. Een onverwachte bondgenoot vinden we hier soms zelfs in de PVV, die voor het voorstel van GroenLinks-Kamerlid Ineke van Gent stemde om de homodiscriminerende weigerambtenaar straks te weigeren. De gedoogsteun van de SGP is goed voor de verkoop van kinderwagens, maar de partij wordt nooit meer dan een bijwagentje.
De afwezigheid van Hongaarse toestanden betekent overigens niet, dat we in Nederland op onze lauweren kunnen luieren. Godsdienstvrijheid betekent voor D66, dat een individu mag en kan geloven wat zij/hij wil. Dan alleen kun je waarlijk vrijgemaakt zijn. In Nederland bestaat deze vrijheid de jure, maar de facto komt het nog vaak voor dat de groep het individu dwingt om zus en zo te geloven, op straffe van uitsluiting uit de hemel (in theorie maar dit hoef je niet te geloven) en uitsluiting uit de groep (in de praktijk komt het hier op neer). Op dit moment is het zo dat de overheid de discriminatie van bijvoorbeeld gelovige homoseksuelen door religieuze organisaties faciliteert, door partijen en scholen te subsidiëren die aan ‘afwijkende’ mensen geen ruimte willen geven. Godsdienstvrijheid kun je pas echt genieten, als de overheid helemaal neutraal is. Dat is nu niet het geval. De SGP mag vrouwen weren uit openbare functies, iets wat volstrekt ondenkbaar is in andere Europese landen. Daarnaast wordt er in de publieke ruimte dikwijls een uitzondering gemaakt voor een religieus beroep op ´gewetensbezwaren´ (bijvoorbeeld bij inentingen, abortus, euthanasie en het homohuwelijk), met als gevolgd dat er voor (conservatieve) gelovigen blijkbaar andere regels gelden dan voor de rest van de burgers. Ten slotte bevat onze wetgeving theocratische restjes, zoals het verbod op godslastering en de zondagswetgeving.
D66 staat nu voor een duivels dilemma: In hoeverre moet de overheid het individu tegen de dwang van de groep in bescherming nemen, zonder dat er misschien een seculiere meerderheidsdwang ontstaat? Kiezen we voor de smalle weg van het ‘vrijzinnige paternalisme’ van Dick Pels van het Wetenschappelijk Bureau GroenLinks, die van mening is dat een overheid als een goede herder met (zachte) dwang de stijfkoppige schaapjes over de seculiere dam moet leiden? Of willen we de brede de weg van Mark Rutte bewandelen, die de SGP ooit een ‘leuke partij met leuke mensen’ noemde? Na de moord op Pim Fortuyn sprak zijn opvolger Mat Herben de profetische woorden: “Pim heeft ons de weg gewezen, die wij moeten gaan. Loopt u met mij mee?” In tegenstelling tot Herben ben ik niet op zoek naar dociele discipelen, maar naar vrije zinzoekers. Mijn woorden klinken daarom wellicht wat weifelender: “Dick heeft een weg gewezen en Mark heeft een weg gewezen, ik weet nog niet precies welke weg wij als D66´ers moeten gaan. Zoekt u met mij mee?”
Posts tonen met het label Mark Rutte. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Mark Rutte. Alle posts tonen
maandag, januari 09, 2012
woensdag, februari 16, 2011
Rutte als lachende derde
Zie: http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/rutte_als_lachende_derde/
Door: Ewout Klei
De komst van het kabinet-Rutte I leek op het eerste gezicht de progressieve samenwerking te versterken. Los van elkaar pleitten ik (op Joop.nl) en de Tilburgse PvdA-wethouder Jan Hamming voor een progressief schaduwkabinet (zie: http://www.artikel7.nu/?p=47464), en op zondag 16 januari 2011 organiseerde de PvdA met GroenLinks en de SP de manifestatie ‘Een nieuw jaar, een ander Nederland’, waaraan ook D66 deelnam. Samen zou men een vuist maken tegen het meest rechtse kabinet uit de Nederlandse geschiedenis.
Op dit moment lijkt de progressieve verdeeldheid echter groter dan ooit. De oorzaak is natuurlijk Kunduz. D66 en GroenLinks, die begin 2010 zelf een politiemissie naar Afghanistan hadden voorgesteld, steunden het plan van de rechtse regering om een missie naar Kunduz doorgang te doen laten vinden, terwijl PvdA en SP daar mordicus tegen waren.
Dat D66 en GroenLinks voort het regeringsvoorstel stemden, had niet zozeer te maken met hun eigen standpunt ten opzichte van Afghanistan, maar vooral met machtspolitiek. Het huidige kabinet is een minderheidskabinet, en afhankelijk van de gedoogsteun van de PVV. Omdat de PVV deze gedoogsteun niet op alle onderwerpen wil geven, moet de regering bij tijd en wijle steun zoeken bij de oppositie. D66 en GroenLinks zijn bereid om met Rutte deals te sluiten. Dit doen ze niet alleen omdat ze hierdoor meer invloed kunnen uitoefenen, maar ook omdat het kabinet zich zo een beetje kan ontworstelen aan Wilders’ wurggreep. De samenwerking met Rutte heeft dus pragmatische en principiële kanten.
Tegenover D66 en GroenLinks presenteren de PvdA en vooral de SP zich als principiële progressieve partijen. Waar D66 en GroenLinks ten aanzien van Kunduz overduidelijk verkeerd kozen, houden PvdA en SP de rug recht, zo willen ze ons doen laten geloven. Deze houding lijkt heel principieel, maar is niet van opportunistische motieven verschoond. Volgens de peilingen van Maurice de Hond ondervindt vooral GroenLinks electorale schade aan het Kunduz-debat, en de PvdA en de SP hopen hiervan bij de Provinciale Statenverkiezingen van 2 maart te kunnen profiteren. Omdat deze verkiezingen indirecte Eerste Kamerverkiezingen zijn, en het huidige kabinet graag een meerderheid in de senaat wil hebben, gaan de Statenverkiezingen erg over landelijke thema’s.
Het interview op NU.nl met Tiny Kox (zie: http://www.nu.nl/politiek/2447949/als-we-ergens-zijn-we-ergens-voor.html), nummer 1 op de SP-lijst voor de Eerste Kamerverkiezingen, over GroenLinks, gaat uitsluitend over de landelijke politiek. Kox valt GroenLinks hard aan. De partij zou met haar Afghanistan-standpunt niet alleen gezorgd hebben voor een “schisma” gezorgd. Dit is volgens Kox geen “breuk”, maar wel een “diep gat”. De missie naar Kunduz is geen politiemissie maar gewoon een militaire missie, en Kox vond het teleurstellend dat GroenLinks de problematiek wilde oplossen met “bommen en granaten”.
De opmerkelijke woordkeus van Kox, “schisma”, “diep gat” en “bommen en granaten”, verraden zijn achterliggende politieke bedoeling. Door GroenLinks zo zwart mogelijk af te schilderen en met rode SP-tomaten te bekogelen, hoopt Kox dat zijn eigen partij bij de kiezer het beste uit de verf komt. Kox mag dit natuurlijk doen - politiek is een spel en bij verkiezingen wil elke partij er op haar paasbest uitzien - maar zijn suggestie dat D66 en GroenLinks opportunistisch zijn, en SP en PvdA principieel, moet naar het rijk der fabelen worden verwezen.
Terug naar de progressieve samenwerking. D66, GroenLinks, de PvdA en de SP hebben tegengestelde belangen. D66 en GroenLinks (de laatste partij overigens sinds kort) nemen in het politieke landschap een centrumpositie in, en willen graag weer regeren. Het feit dat in 2007 niet Femke Halsema maar André Rouvoet in de regering kwam, en dat Halsema in 2010 weer net achter het net viste, heeft GroenLinks een trauma een bezorgd. De partij wil straks niet voor een derde keer buitenspel staan. Voor D66 geldt iets soortgelijks. Begin 2006 viel het kabinet-Balkende II bijna toen de Democraten geen missie naar Afghanistan wilden. D66 kreeg hierdoor (en dankzij andere gebeurtenissen) het imago van een onbetrouwbare regeringspartner. Alexander Pechtold wil van dit stigma af, en doet zijn uiterste best om D66 weer Regierungsfähig te maken.
Bij de PvdA en de SP liggen de zaken echter duidelijk anders. Deze partijen zijn linkser en daarom meer tot oppositie geneigd. Omdat VVD en CDA in een andere electorale vijver vissen, richtten de PvdA en de SP hun pijlen liever op electorale concurrenten D66 en GroenLinks. Ondanks mooie woorden over progressieve samenwerking zijn de vier partijen dus allereerst bezig met het verdedigen van hun eigenbelang.
De progressieve verdeeldheid maakt Mark Rutte tot een lachende derde. (Correcter zou trouwens ‘lachende vijfde’ zijn, maar deze uitdrukking bestaat helaas niet.) Mijn vrees en vermoeden is dat het minderheidskabinet gewoon de rit uit blijft zitten en de verschillende partijen tegen elkaar blijft uitspelen, ook als VVD, CDA en PVV geen meerderheid in de senaat krijgen.
“Divide et impera”, “verdeel en heers”, was het motto van de Romeinse machtspolitiek. Hoewel hij zo’n tien jaar over zijn geschiedenisstudie heeft gedaan, lijkt Rutte deze les uit het verleden helaas niet te zijn vergeten.
Abonneren op:
Reacties (Atom)