woensdag, november 24, 2010

Beelden Van der Capellen eindelijk naar Zwolle?

http://www.geschiedenisbeleven.nl/Artikelen/Geschiedenis/Beelden_Van_der_Capellen_eindelijk_naar_Zwolle/

Progressieve politicus van het jaar

Onderstaande artikel werd op 16 november 2010 geplaatst op Joop.nl




Lang geleden, toen de politieke pers nog progressief was, organiseerde het weekblad De Tijd onder parlementaire journalisten de verkiezing voor de politicus van het jaar.
De grote lieveling van de pers was PvdA-leider Joop en Uyl. Hij werd van 1973 tot 1977 en in 1980 en 1982 politicus van het jaar, in 1978, 1981, 1983 en 1985 tweede, en in 1979 derde. Alleen in 1984 en 1986 kwam hij niet in de top-3 terecht.

De verkiezing voor de politicus van het jaar werd in 1986 voor het laatst door De Tijd georganiseerd. Het blad HP de Tijd en RTL hebben daarna de organisatie van de verkiezing even overgenomen, en vanaf 2003 wordt de verkiezing jaarlijks georganiseerd door de NOS. In 2007 was het ook mogelijk voor de burgers om via internet op hun favoriete politicus te stemmen. D66-voorman Alexander Pechtold was volgens de parlementaire pers de beste politicus, maar Bas van der Vlies won dankzij een voorkeurscampagne van SGP-jongeren de publieksverkiezingen. Gevolg was dat Geert Wilders, die door pers en publiek als tweede was verkozen, de winnaar werd. In 2008 werd de verkiezing daarom weer alleen onder parlementaire journalisten gehouden. Burgers die op hun politicus van het jaar willen stemmen, kunnen dat doen (na het invullen van een heleboel privévragen) op de website van EénVandaag.

Omdat de pers in onze tijd lang niet meer zo progressief is - Geert Wilders’ opiniestukken worden in de Volkskrant geplaatst en PVV-Kamerlid Martin Bosma wordt nu zelfs columnist voor het NRC Handelsblad - zou het moderne progressieve medium Joop.nl de ‘verkiezing voor de progressieve politicus van het jaar’ kunnen organiseren. Allereerst natuurlijk omdat dit leuk is, maar daarnaast ook een beetje om een statement te maken tegen het huidige conservatieve klimaat. Welke politicus heeft zich in 2010 van haar/zijn beste progressieve kant laten zien? Hieronder mijn top-5:

1. Ad Koppejan (CDA). Hoewel hij helaas en waarschijnlijk onder enorme druk uiteindelijk toch akkoord is gegaan met het rechtse kabinet, fungeerde deze progressieve christendemocraat een tijdlang als het morele geweten van Nederland. Mede dankzij zijn protest zijn de marges van het huidige kabinet smal. Het had allemaal nog veel erger kunnen zijn.

2. Mariëtte Hamer (PvdA). We zijn het door alle belangrijke politieke gebeurtenissen van het afgelopen jaar bijna weer vergeten, maar dankzij het moedige optreden van Hamer in Kamer in januari, werd het vernietigende Irak-rapport niet zomaar even aan de kant gelegd. Hamer liet zien dat principes soms belangrijker zijn dan ordinaire machtspolitiek.

3. Femke Halsema (GroenLinks). De beste allround politica, die de afgelopen jaren erg gegroeid is in haar rol, en dé oppositieleider is geworden. Dankzij Halsema is GroenLinks een redelijk alternatief. De partij heeft haar radicale veren afgeschud en is Regierungsfähig geworden, ondanks het mislukken van paars plus.

4. Emile Roemer (SP). Met zijn humor zorgde hij er hoogstpersoonlijk voor dat de SP uit het electorale dal omhooggekomen is.

5. André Rouvoet (ChristenUnie). Rouvoet is beslist geen progressief politicus, maar zijn principiële protest tegen samenwerking met de PVV dwingt respect af. Daar kunnen de christelijke politici bij het CDA en vooral bij de SGP iets van leren.

Behalve de verkiezing voor de beste politicus van het jaar, organiseerde De Tijd (alleen in 1986) ook de verkiezing voor de slechtste politicus van het jaar. Welke politicus heeft zich in 2010 van haar/zijn slechtste kant laten zien? Daarom hieronder ook mijn andere top-5:

1. Maxime Verhagen (CDA). Als de Italiaanse filosoof Nicòllo Machiavelli een actuele versie van zijn boek Il principe (De heerser) zou schrijven, fungeert Maxime Verhagen daarin als de nieuwe Cesare Borgia, een politicus die over lijken gaat. Waarom? Verhagens dubieuze rol tijdens de discussie over de verlenging van de Nederlandse missie in Afghanistan, en zijn aanvankelijke ‘principiële’ bezwaren tegen samenwerking met de PVV.

2. Cees van der Staaij (SGP). Omdat Van der Staaij meteen na de verkiezingen van 9 juni aangaf een VVD-PVV-CDA-kabinet te willen, en bereid was om dit kabinet van gedoogsteun te voorzien.

3. Martin Bosma (PVV). Omdat hij het voor elkaar heeft gekregen dat het NRC Handelsblad hem nu als ‘intellectueel’ beschouwd, vanwege zijn waanzinnige complottheorieënboekje.


4. Job Cohen (PvdA). Niet omdat Cohen zelf zo slecht is, maar omdat hij het allemaal liet gebeuren en door zijn onwrikbare opstelling het huidige rechtse kabinet mede mogelijk heeft gemaakt. Hopelijk maakt hij in 2011 een boel goed.

5. Marcial Hernandez & Eric Lucassen (PVV). PVV-tuig van de richel.

Uiteraard is er op mijn keuze het een en ander af te dingen. Zie het vooral als een voorzetje. Ik ben daarom ook erg nieuwsgierig naar de discussie.

donderdag, november 04, 2010

Turkish Delight

Onderstaande column is gepubliceerd op Joop.nl en Protestant.nl
Zie: http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/turkish_delight/
en http://www.protestant.nl/actueel/turkish-delight





De werkelijkheid is een stuk complexer dan de zwart-wit beelden die de conservatieve framers van het islam-debat ons steeds weer voorschotelen
Een week voor de gewraakte uitspraken van premier Mark Rutte over Nederlanders met een Turks paspoort was ik op vakantie in Istanbul. Ik had over "de poort naar de Oriënt" gelezen in De brug van Geert Mak en Istanbul van Orhan Pamuk, en het leek mij geweldig om deze stad eens in het echt te aanschouwen.

Istanbul heeft een rijke geschiedenis en staat vol met oude kerken en moskeeën. De stad heette van 330 tot 1453 Constantinopel en was hoofdstad van het christelijke Oost-Romeinse (later: Byzantijnse) Rijk, daarna was Istanbul tot 1923 hoofdstad van het islamitische Ottomaanse Rijk. Het toeristische hoogtepunt van Istanbul is de Aya Sophia, zo’n duizend jaar lang de grootste kerk ter wereld, totdat de Turken de stad veroverden en de basiliek ombouwden tot een moskee. Onder indruk van het Byzantijnse bouwwerk modelleerden de Turken hun nieuwe moskeeën naar de Aya Sophia, uiteraard met als doel om deze in schoonheid te overtreffen.

Resultaat hiervan waren de Süleymanmoskee en de Blauwe Moskee, die elk jaar ook door honderdduizenden toeristen worden bezocht. Prachtig zijn verder de Gouden Hoorn met de Galatabrug van Geert Mak, het Topkapipaleis van de sultans en last but not least de bazaars, waar je Turkish Delight kunt kopen (de snoepjes, niet de Engelse vertaling van het beroemde boek van Jan Wolkers).

Als zuinige calvinist ben ik niet zo van de souvenirs, dus ging ik naar een goede historische boekhandel in de buurt van de Blauwe Moskee om een blijvende herinnering aan te schaffen. Dit werd het boek Osman’s dream. The story of the Ottoman Empire 1300-1923 van Caroline Finkel, waarin ongenuanceerde historische beelden over de relatie tussen de islam en Europa worden bijgesteld. Ik was zo enthousiast over dit boek, dat ik heb besloten om hier maar een column over te schrijven.

In de huidige islam-discussie, die vaak op zeer ongenuanceerde wijze wordt gevoerd, doen islam-critici dikwijls een beroep op de geschiedenis. Dat de islam volgens hun een intolerante en gewelddadige godsdienst is die Europa bedreigt, 'bewijzen' de slag bij Poitiers van 732, de val van Constantinopel in 1453 en het mislukte beleg van Wenen in 1683.

Osman’s dream toont echter aan de conflicten tussen het Ottomaanse Rijk en de christelijke staten in Europa niet zozeer het gevolg waren van religieuze of ideologische tegenstellingen, maar in de eerste plaats te maken met machtspolitiek. In de nadagen van het Byzantijnse Rijk sloten keizers en troonpretendenten soms allianties met het opkomende Ottomaanse Rijk om binnenlandse vijanden het hoofd te kunnen bieden. De Italiaanse staatjes voelden zich in de vijftiende eeuw meer bedreigd door de Fransen dan door de Turken en Frans I van Frankrijk sloot begin zestiende eeuw met de Turken een bondgenootschap tegen Karel V van Habsburg.

Voor het Ottomaanse Rijk vormden de islamitische rijken van de Mamelukken in Egypte en de Safawiden in Perzië misschien nog wel een grotere bedreiging dan de verschillende christelijke staten in Europa. Het Mamelukkenrijk werd in 1517 zonder al te veel moeite door de Ottomanen veroverd, de Safawiden bleven lastig en probeerden zelfs een anti-Ottomaans bondgenootschap met de zeemacht Venetië te sluiten. De Habsburgers beschouwden hun oorlogen tegen de Turken als een strijd tussen christendom en islam en de Ottomaanse sultans beriepen zich dikwijls op de heilige oorlog om hun oorlogen tegen buurlanden te rechtvaardigen, maar de werkelijkheid was een stuk complexer.

Het Ottomaanse Rijk was lange tijd een stuk toleranter tegenover religieuze minderheden dan de Europese landen. Na de Reconquista werden de joden in Spanje hevig vervolgd, in het Ottomaanse Rijk vonden velen van hen een veilig heenkomen. Ook hadden de protestanten in het Ottomaanse deel van Hongarije het een stuk beter dan hun geloofsbroeders in het Habsburgse deel van het land. Ze waren "Liever Turks dan Paaps".

De Turkse tolerantie kwam in de negentiende eeuw onder druk te staan, maar dit was een gevolg van het nationalisme en het feit dat het Ottomaanse Rijk van alle kanten werd bedreigd. Intolerant was het Ottomaanse Rijk daarentegen wel tegen andersdenkende moslims. Rondreizende islamitische predikers met opvattingen die al te erg afweken van de soennitische orthodoxie belandden niet zelden op het schavot, vooral wanneer hun boodschap ook politieke consequenties had.

De werkelijkheid is nogmaals een stuk complexer dan de zwart-wit beelden die de conservatieve framers van het islam-debat ons steeds weer voorschotelen.
De reeds overtuigden overtuig je niet met een genuanceerd verhaal, dat de andere kant benadrukt. Voor degenen die wel open staan voor iets nieuws beveel ik het boek Caroline Finkel van harte aan. Maar nog beter is het om Istanbul zelf een keer te vereren met een bezoek, om daar onder de indruk te raken van deze mooie stad, dit jaar terecht één van de culturele hoofdsteden van Europa.