Dit artikel stond in het Friesch Dagblad van 3 april 2009.
http://www.frieschdagblad.nl/index.asp?artID=44023#reacties
Biografie van Pieter Jongeling gepresenteerd
Dicht bij de achterban, man met universele roeping
Ter gelegenheid van de honderdste geboortedag van Pieter Jongeling (1909-1985) werd in Kampen afgelopen week een congres gehouden. Van alle kanten werd de markante journalist, schrijver en politicus belicht. Ook werd de Jongeling-biografie van Nederlands Dagblad-journalist Herman Veenhof gepresenteerd.
Door Jan Willem Tamminga.
Het Kamper congres werd woensdag een ouderwets feestje van gereformeerde herkenning. Minister Van Middelkoop, terug van ‘Afghanistan’, beet het spits af. Hij werd in 1973 medewerker van Jongeling, en haalde herinneringen op aan diens optreden en werkwijze. Toen Jongeling in 1963 in het parlement kwam was hij al 54 jaar.
Hij was grotendeels autodidact maar had in de gereformeerde wereld grote journalistieke autoriteit. Van Middelkoop typeerde Jongeling als geestelijk volwassen, verstandig, sterk verankerd in levensbeschouwing en historie, evenwichtig en kritisch. Hij droeg daarbij de stille herinnering aan de doorleefde jaren van de Tweede Wereldoorlog met zich mee. Gelovend in de kracht van het principiële woord en wars van kretologie. Levend in en van ideeën en niet van rekenmodellen. En een ambachtelijk parlementariër, aanzienlijk minder voor prikkels van de waan van de dag. Het type Jongeling is op het Binnenhof schaars geworden, zo niet verdwenen, constateerde Van Middelkoop met enige weemoed.
Universele roeping
Maar de navolging van Christus was voor Jongeling niet slechts een persoonlijke en morele categorie, maar een universele roeping die zich normatief uitstrekt in tijd en ruimte. Jongelings stellingnames waren deducties vanuit een algemene, confessionele of historische redenering, vanuit een levensbeschouwelijke verankering. De integratie van dit alles zorgde voor dwingende en zelfs universele politieke conclusies.
Daarnaast was hij een klassieke volksvertegenwoordiger. Hij stond dicht bij zijn achterban, was slechts in Den Haag wanneer zijn werk dat vereiste en verbleef, buiten het parlementaire werk om, zo veel mogelijk op zijn vertrouwde gereformeerde thuisbasis. Met het Haagse leven bemoeide hij zich weinig. Door naar Jongeling te kijken valt volgens Van Middelkoop op hoe ongezond ver de verzelfstandiging van het parlementaire ambt is voortgeschreden.
Drs. Ewout Klei, die een proefschrift over de geschiedenis van het GPV voorbereidt, liet zien hoe het GPV mede ‘de andere jaren zestig’ vormgaf. Het waren niet alleen D’66, de seksuele revolutie, provo’s en antirookmagiërs die het beeld van die tijd bepaalden, maar ook een rechtse splintergroepering als van boer Koekoek en de massale beweging van het GPV.
Het GPV noemde zich een ‘nationaal-gereformeerde’ partij. Het stond een conservatieve politiek voor, met een sterk leger, behoud van de Nederlandse kolonie, voor de monarchie en tegen Europese eenwording. Ook de Zuid-Afrikaanse Apartheid werd door het GPV niet afgekeurd. De verkiezingsleus in 1967 was ‘Voor vorstenhuis en vaderland’. Jongeling was erg geschrokken van de rookbom die in 1966 richting prinses Beatrix was gegooid.
Het gebruik van de term ‘beweging’, alsmede het vertoon van nationalisme door vlagvertoon en het zingen van strijdliederen op de massabijeenkomsten maakte dat kranten als Het Parool en NRC parallellen trokken met vroegere fascistische groeperingen. Helemaal toen de tweede man van het GPV, Verbrugh, met de tekst De schuilkelder uit! De uniform aan! Laat zien wie u is! Sluit u aan bij het leger, dat wil opmarcheren voor vorstenhuis en vaderland, voor onze vrijheid en onafhankelijkheid, voor de roeping van ons volk in de wereld! Ere zij God en leve het Vaderland! golven van enthousiasme oogste.
Een verrassing was het opduiken van de verloren gewaande documentaire die Roelof Kiers in 1965 maakte over Jongeling. Jongeling met zijn schare kinderen aan tafel, Jongeling die in fraaie volzinnen een praktisch lege Tweede Kamer toespreekt. Hij stal de harten van Nederland met de altijd verse bloem op zijn revers. Op de vraag hoe hij de bloem een hele dag zo mooi hield, liet hij zien hoe die in een achter de revers genaaid minuscuul waterflesje stak. ‘Door mijn vrouw bedacht’, aldus Jongeling.
Confetti
Volgens George Harinck, directeur van het organiserende Archief- en Documentatiecentrum, had Jongeling zijn verleden in kamp Sachsenhausen nooit goed verwerkt maar alleen weggedrukt. Als een deur die wel wordt dichtgeduwd maar die niet op slot kan.
Het leidde tot een diep besef van goed en kwaad. Jongeling was overtuigd dat het kwaad in de mens zit, en dat dit kwaad ten verderve leidt. Oorlog en vrede, vrijheid en onvrijheid waren in dat licht slechts gradueel. Het bestrijden van het geestelijk nihilisme dat over Europa neerdaalde was volgens hem belangrijker dan de strijd tegen gevaarlijke ideologieën van de jaren zestig. Europa zonk weg ‘in de nacht van ontkerstening en wegvloeiende christelijk beschaving’.
Maar ook de vrijgemaakten die hun bevrijding vierden zaten hem dwars. ,,De talloze verwijzingen naar het werk des Heren daalde als confetti op de feestgangers neer. Arm? Berooid? Afgaande op teksten van toen was op dit feest der vrijgemaakten elk in liefde dronken”, aldus Harinck.
‘Het gevaar’, aldus Jongeling, ‘komt van overal maar vooral uit ons eigen hart’. Dat had consequenties. Vrijheid en vrijmaking vielen samen. Grijstinten, schemergebieden, twijfel of aarzeling en kwamen niet meer aan de orde. De weg ten hemel liep via de juiste kerkkeuze en de deur der duisternis moest en zou dicht blijven. Wie dit schema betwistte vormde een bedreiging. De wereld leidt ten verderve, maar de kerk overwint.
iZonder twijfel. Biografie van Pieter Jongeling. Door Herman Veenhof. Uitgeverij De Vuurbaak. 431 pagina’s. Prijs: 24,90 euro
iOp www.adckampen.nl is een digitale tentoonstelling te zien over Jongeling en zijn werk
Geen opmerkingen:
Een reactie posten