vrijdag, april 03, 2009

De SDAP en de massapolitiek

Recensie

– Ewout Klei –

Transparant 19.4 (december 2008) 30-31





N.a.v. Bernard Rulof, Een leger van priesters voor een heilige zaak. SDAP, politieke manifestaties en massapolitiek 1918-1940 (Amsterdam: Wereldbibliotheek, 2007), 400 pag., €34,90.

[30] Aan het einde van de negentiende eeuw veranderde in West-Europa het karakter van politiek. In plaats van het debat van de heren van stand kwam de massapolitiek van ideologische partijen die werden aangevoerd door charismatische leiders. Doel van deze ideologische partijen was het steun verkrijgen van groepen uit de samenleving en deze aan de partij te binden om zo een gedisciplineerde massabeweging te vormen. Na de Eerste Wereld-oorlog, toen in de meeste West-Europese landen het algemeen kiesrecht was ingevoerd, ging men door met deze pogingen, hoewel de partijen nu waren gevormd. De Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP) die in 1946 op zou gaan in de Partij van de Arbeid, was bij uitstek een partij die gebruik maakte van massamanifestaties om de eigen aanhang blijvend aan de partij te binden en een appel te doen uitgaan op de rest van de kiezers. Historicus Bernard Rulof beschrijft in zijn boek Een leger van priesters voor een heilige zaak hoe de SDAP manifestaties gebruikte en hoe dit middel in de loop van het interbellum van functie veranderde.
In 1918 was de revolutiepoging van Troelstra mislukt en stond de SDAP jarenlang politiek buitenspel. Pas in 1939 kon de partij als coalitiepartner aanschuiven in het tweede kabinet-De Geer. Dit gebeurde niet zomaar. De SDAP transformeerde in het interbellum van een revolutionaire arbeiderspartij naar een vaderlandslievende volkspartij. De partij had hiervoor tot op zekere hoogte haar ideologische veren moeten afschudden: men was niet meer uit op de revolutionaire omverwerping van het kapitalisme. In 1935 werd daarom het Plan van Arbeid gelanceerd, dat een realistisch antwoord moest zijn op de economische crisis van de jaren dertig, en in 1937 een nieuwe gematigd beginselprogramma aangenomen.
De manifestaties van de SDAP werden in het interbellum minder revolutionair. Voorzitter Koos Vorrink, en propagandachef Meyer Sluyser wilden laten zien dat de sociaal-democraten fatsoenlijke mensen waren. Manifestaties moesten daarom ordelijk verlopen. Omdat ook in de jaren dertig de marge van de democratische politiek smal was onderhandelde de SDAP altijd netjes met de autoriteiten of men een optocht mocht organiseren en aan welke regels men zich moest houden. Bovendien werden de manifestaties steeds strakker geregisseerd. SDAP’ers mochten niet over straat slenteren maar in rijen van vier marcheren, strak in het gelid. Rulof beschrijft verder hoe de functie van de toespraak veranderde, er ruimte kwam voor leuke dingen voor linkse mensen als rode ballonnen, liederen, amateur-toneel en gymnastiek, en hoe de SDAP door de Belgische en Duitse sociaal-democra-tische voorbeelden werd beïnvloed. Het Plan van Arbeid was ook in België uitgeprobeerd en net als de Duitse sociaal-democraten wilde de SDAP zich teweer stellen tegen het nationaal-socialisme en communisme.
De SDAP was niet langer de leidster van het proletariaat dat in strijd was met het kapitaal, maar de verdedigster van het vaderland dat bedreigd werd door nazi-Duitsland. De partij was nationaal, in tegenstelling tot de Nationaal Socialistische Beweging (NSB) en de Gommunistische Partij Holland (GPH), die respectievelijk Berlijn en Moskou achterna liepen. De massamanifestaties van de SDAP moesten in principe ook appelleren op de Nederlanders die niet van de partij waren en de democratische solidariteit versterken. Op 16 september 1934 organiseerde het Bureau voor Actie en Propaganda (Buracprop) – dat door de SDAP en de vakbond NVV was opgericht om weestand te bieden tegen het nationaal-socialisme en communisme – in Amsterdam, Rotterdam, Groningen en Arnhem demonstraties voor ‘Socia-lisme en Democratie’. In Groningen maakte een toneelspel over de verschrikkingen van oor-log diepe indruk op de toeschouwers terwijl in Arnhem het vlagvertoon voor een vrolijke sfeer zorgde.
Niet iedereen in de SDAP vond de massamanifestatie een geschikt politiek middel. De kritische partijideoloog Jacques de Kadt vond dat de emotionele planactie voor het rationele Plan van Arbeid ‘in plaats van het plan te populariseren, veeleer de popularisatie planiseert; of om het duidelijker te zeggen, dat men alles wat er aan goedkope massa-effecten mogelijk is, bijeenraapt, zonder na te gaan of al die vaandel- en eedafleggings- en lichtwerper-flauwekul, wel organisatorisch verenigbaar is met de emst en de vastberadenheid en het doorzettings-vermogen, die voor een plan-beweging en in ’t algemeen voor een socialistische beweging in deze periode nodig zijn’. De planactie paste qua vorm beter ‘bij het mensentype, dat gewon-nen zal worden die deze methoden óók en beter gebruiken, de Mussertianen en Stalinisten’. De overtuiging van de organisatoren dat de planactie ook mensen van buiten zou aantrekken was volgens De Kadt zelfbedrog. Het was preken voor eigen parochie.
Na de Tweede Wereldoorlog verdween de massamanifestatie als politieke uitingsvorm snel naar de achtergrond. Politieke partijen maakten er weinig [31] gebruik van. Het wij-gevoel met de zuil werd minder sterk en politici kon je ook zien op televisie. Alleen het Gereformeerd Politiek Verbond, de politieke arm van de in 1944 ontstane vrijgemaakte zuil, organiseerde in de jaren zestig drukbezochte ‘Nationale Appels’ die sterk deden denken aan de manifestaties uit de jaren dertig. De massamanifestatie kwam pas echt terug in de jaren zeventig en tachtig, maar dan in andere vorm. Niet politieke partijen maar single-issue-bewegingen als de anti-abortusbeweging en de anti-kernwapenbeweging zouden duizenden mensen op de been brengen.
Het boek van Rulof geeft een mooi beeld van de jaren dertig en laat op overtuigende wijze zien dat de SDAP zich liet inspireren door voorbeelden uit het buitenland. Jammer is wel dat het bij een bespreking van de SDAP is gebleven. De ARP en de NSB, die net als de SDAP van mening waren dat het met dit land zoveel beter en anders kon, maakten gebruik van dit politieke middel. Een vergelijking had wellicht extra perspectieven opgeleverd.

Geen opmerkingen: