Dit is de lange versie van het artikel dat op dinsdag 1 juni 2004 in het Nederlands Dagblad verscheen.
Mag Turkije lid worden van de EU?
Op zaterdag 24 april werd in Lunteren door de Eurofractie van de ChristenUnie/SGP een congres gehouden over de vraag of Turkije nu wel of geen lid van de EU mag worden. Het antwoord was nee. Turkije is een islamitisch land en mag daarom geen lid worden van de EU. Volgens Europarlementariër Bas Belder is de islam "een regelrechte aanval op onze hoogste profeet en leraar" en als Turkije lid wordt van de EU dan "moeten we ons indekken dat moslims de baas worden en christenen tweederangs burgers." ChristenUnie-lid A. Vente uit Reeuwijk zei dat hij geen gelijke rechten wilde toekennen aan moslims die hij "heidenen" noemde.
Klare taal. De uitkomst van dit congres stond dan ook in scherp contrast met de conclusie van J.W. Sap die in de 2e Groen van Prinster-lezing die hij een dag eerder had gehouden - misschien ietwat te sterk - zei dat het `onmenselijk` was wanneer het christelijke Europa zich zal afsluiten voor Turkije.
Is het onmenselijk wanneer het christelijke Europa zich afsluit voor het islamitische Turkije? Als het louter om deze rede te doen is natuurlijk wel. In het redactioneel van dinsdag 27 april in het ND zegt KVB dan ook terecht dat men zich verre dient te houden van "het vissen in de troebele wateren van het anti-moslimsentiment" maar we mogen wel "met enig recht sceptisch staan tegenover de toetreding van Turkije". Wat dat betreft lijkt er in de ChristenUnie geen eenstemmigheid te zijn. In een interview met Andre Rouvoet en Eimert van Middelkoop werd door hen duidelijk gesteld dat het ‘islam-argument’ te zwak was om toetreding af te wijzen. Zij stellen dat met de Balkanlanden de grenzen van de EU zijn bereikt.
Wat zijn de bezwaren tegen de Turkse toetreding? Turkije schendt nog steeds de mensenrechten, minderheden als de Koerden hebben het moeilijk. Op lokaal niveau wordt het kerken nogal eens moeilijk gemaakt, nog afgezien van instituten als ‘het presidium voor religieuze zaken’ dat in de praktijk de islam als ‘staatsgodsdienst’ bevestigd. Het leger heeft daarnaast nog veel politieke invloed, het noorden van Cyprus wordt sinds 1974 door het Turkse leger bezet, en dit blijft de Turkse politiek mede bepalen. Belangrijk is ook het argument dat de Turkse cultuur een ‘innerlijke ethiek’ (schuldbesef) schijnbaar ontbeert, Turkije wil de Ottomaanse genocide op 2 miljoen Armeniers niet erkennen zoals Duitsland zijn schuld wel heeft ingezien. Bovendien, wanneer we Turkije toelaten maar Bulgarije weigeren zou dit heel frappant zijn. Nog afgezien van discussies over Wit-Rusland en Oekraïne. Overigens ligt met de discussie over de toetreding van deze landen de vraag over de grenzen van de EU levensgroot op tafel. In dat kader is de opmerking van Rouvoet dat deze discussie te weinig gevoerd is blijkbaar terecht.
Toch zijn er ook wel degelijk een aantal argumenten te zien die de toetreding op termijn rechtvaardigen. Ten eerste is het natuurlijk de vraag of het geografisch Europa Turkije uitsluit. Landen als Armenië en Georgië worden vaak ‘Europees’ genoemd en vormen het grootste deel van de oostgrens van Turkije. De noordgrens is de europese Zwarte Zee en de westgrens is het Europese deel van het Oostelijk Middellandse Zee-bekken, waar ook Cyprus in ligt. Alleen de Zuid-Oostelijke grens is met echt aziatische landen. En daarmee zijn we in de eigenlijke discussie aangeland. Is een Turkse cultuur niet Europees?
De geschiedenis geeft geen eenduidig antwoord. De protestantse Hongaren en de Joden op de Balkan verbonden zich ooit met de Turken tegen de Habsburgers. Lang werd Turkije als ‘Europese’ gesprekspartner van de Europese grootmachten gezien in de negentiende en twintigste eeuw. Dat Turkije oorlog voerde in Europa is gezien bijv. de geschiedenis tussen Frankrijk en Duitsland in ieder geval geen argument om Turkije als ‘tegenstander van Europa’ te betitelen. Anderzijds is het duidelijk dat de Turkse heersers zich onverdraagzaam opstelden tegen het Europese Oosters Orthodoxe christendom en de bijbehorende culturen. Maar laten we reëel zijn, de Europese grootmachten vonden de bezetting van Griekenland en Bulgarije beslist geen reden om militair in te grijpen maar bleven diplomatieke banden houden met het Ottomaanse rijk.
Past de Turkse islam in Europa? De islam is nu al een realiteit in Europa en de Turkse cultuur kan niet 1 op 1 gelijkgesteld worden met de islam, de islam is veel breder. De vraag is eerder of de Turkse variant van de islam in Europa past. Opvallend is in ieder geval wel dat de Turkse islam in de huidige EU in ieder geval los lijkt te staan van alle discussies rondom radicale uitingen van die godsdienst en ook geen banden heeft met het opkomende antisemitisme. Er is in Turkije wel een scherpe formele scheiding tussen kerk en staat, die is bijvoorbeeld beter geregeld dan in landen als Griekenland. De angst voor de politieke islam is dus ook behoorlijk misplaatst en vooral gebaseerd op onderbuikgevoelens. Daarbij heeft zich alleen in Turkije een variant van de politieke islam ontwikkeld die vergelijkbaar is met de Europese christendemocratie.
Wat overblijft is dus de beoordeling van de huidige politieke en culturele situatie in Turkije en de vraag stellen of die in te passen is in de EU. Turkije is geen Arabisch land maar verschilt politiek en cultureel gezien enorm van de rest van het Midden-Oosten en er zijn de laatste dertig jaar veel toezeggingen aan Turkije gedaan. Turkije is lid van de NAVO en heeft goede diplomatieke betrekkingen met Amerika en Israël.
Turkije heeft ook de doodstraf afgeschaft en de nationale regering lijkt in ieder geval van veel zaken serieus werk te maken al zijn de vorderingen in de lokale realiteit soms lastig te zien. Toch is dit argument zwaarwegend. We hoeven namelijk niet te verwachten dat Turkije zich gaat hervormen wanneer er uiteindelijk toch geen perspectief is op toetreding. Het is zeer de vraag of een niet-politiek en zuiver economisch samenwerkingsverband de noodzakelijke politieke veranderingen brengt. Het lijkt niet waarschijnlijk als we in aanmerking nemen dat alle huidige veranderingen alleen er gekomen zijn door een politiek perspectief. Het simpele feit dat deze regering deze veranderingen serieus door wil voeren betekent dat de Turkse cultuur in ieder geval lang niet die kloof met de rest van Europa heeft als de Arabische wereld. Veranderingen lijken ook tot de mogelijkheden te horen, de Turkse steden en toeristische gebieden worden zwaar beïnvloed door de westerse cultuur en de Turken lijken er ook ontvankelijk voor te zijn.
Een ‘ja’ zonder dat de in aanvang genoemde bezwaren weggenomen zijn is niet goed voor de EU en niet goed voor Turkije. Een absoluut ‘nee’ tegen een politiek perspectief op de lange termijn lijkt geen recht te doen aan de feitelijke situatie, de mogelijkheden en de door de EU gewenste toekomstige richting van Turkije. Het is daarom belangrijk dat Turkije geen nul op het request krijgt.
Johannes de Jong en Ewout Klei
Geen opmerkingen:
Een reactie posten