Het is alweer een jaar geleden dat ik voor mijn scriptieonderzoek naar Londen ben geweest. Op een dinsdag in februari was ik bij de British Library aangekomen, waar ik drie week onderzoek zou doen. Ik had alle nodige papieren ingeleverd, althans dat dacht ik. Een aanbevelingsbrief van niemand minder dan professor doctor Henk te Velde, professor in the political culture of the department of history at the university of Groningen, was niet genoeg. Ik moest behalve mijn identiteitsbewijs ook nog een bewijs hebben van mijn woonadres in Nederland. Het uittreksel uit het bevolkingsregister. Het uittreksel dat ik had opgevraagd. Het uittreksel dat ik vergeten was mee te nemen naar Londen. Ik belde die avond gelijk mijn vader op die het uittreksel naar mij en de British Library moest doorfaxen, zodat ik mijn reader's pass kon krijgen.
De rest ging wonderwel. Ik stapte op het goede vliegtuig, landde op het goede vliegveld (Londen Gatwick), stapte in de verkeerde trein (niet de Gatwick-express maar een gewone trein), maar kwam wel op de goede plek aan (Victoria Station), alwaar ik met de metro (ook wel underground of tube genoemd), naar Paddington Station (u weet wel, van dat stomme beertje) ging. In de gelijknamige wijk was mijn hotel gevestigd waar ik drie week zou overnachten.
Het Lancaster Hall Hotel was een Duits YMCA-hotel van kosmopolitische allure. De receptioniste was Italiaans, haar assistent een Ier en in de catering werkten Scandinaviërs. Op een morgen, tijdens het ontbijt, werd ik plots omringd door een hele schare Russisch-orthodoxe geestlijken. Zij hielden in het hotel een bijeenkomst. Zoiets maak je maar een keer in je leven mee. Na die ontmoeting keek ik elke ochtend uit naar de indiaan, de politieagent, de bouwvakker en de stoere man in leer. Ze kwamen niet.
In de buurt van het hotel waren Indische winkels, Chinese eethuisjes en Italiaanse restaurants en een prachtige pub, The pride of Paddington, waar ik opnieuw weer mocht kennis maken met Guiness. Wanneer ik na een drukke dag onderzoek geen behoefte aan eten had maar aan consumeren, dan waren daar de McDonalds, de Burger King, de Pizza Hut en Kentucky Fried Chicken om in deze behoefte te voorzien.
Hoewel ik er niet voor in Londen was heb ik natuurlijk wel even de toerist uitgehangen. De Big Ben, de National Gallery, de Tower en de Towerbridge vielen mij nogal tegen. Daarentegen waren de National Portrait Gallery, de British Museum en de Londen Museum fantastisch. Harrods was op zondag helaas gesloten, Fowles (de beste boekhandel van Londen), gelukkig niet. Urenlang heb ik mij daar op de bovenste verdieping vermaakt met interessante boeken.
Mijn onderzoek in de British Library naar de theatraal tegendraadse parlementariër John Wilkes (1725-1797) verliep zo voorspoedig, zeg maar als een trein, dat ik ook maar op zoek ben gegaan naar platform 9¾. Op dit perron vertrekt namelijk de Hoghwarth's Express. Hogwarth is de toverkostschool waar Harry Potter elk jaar naartoe gaat om zich te bekwamen in vakken als toverdranken, waarzeggerij, verweer tegen zwarte kunsten, verzorging van fabeldieren, transfiguratie etc. Helaas heb ik platform 9¾ niet kunnen vinden. Ik vond wel een stom plakkaat aan een muur. Die was echter voor toeristen bedoeld. Mijn vergeefse pogingen om via deze muur de Hogwarth's Express alsnog te bereiken werden echter niet zo op prijs gesteld, dus heb ik mijn queeste maar opgegeven. Toen ik even later van King's Cross Station naar de British Library liep, meende ik een lichtblauwe Ford Angelina zien opstijgen. Maar opeens was de Ford niet meer. Ik denk dat ik het mij heb ingebeeld.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten