vrijdag, september 30, 2005

Geachte abactis, lieve Stieneke,

"Als het genie profetisch naar de toekomst wijst, kan hij dit slechts, dank zij zijn dieper besef van het verleden." (Søren Kierkegaard)

Geachte abactis, lieve Stieneke,


Mijn voormalige huisgenoot, Albert Mollema, vermoeide vorig jaar de GSV met een afscheidsbrief die maar liefst 20 minuten duurde. Ik, bescheiden als ik ben, zal u niet zo lang vervelen met mijn geblaat, slechts 2 pagina's. Auke Minnema zal nu misschien denken: "Vriend Klei, verraad je mij nu met een kus?" Maar ik zeg u, Auke, ik heb je waarlijk lief. Hoed mijn schapen.

Nu ik deze brief schrijf is het vakantie. Ik ben bezig met een boek van Dick Pels over Pim Fortuyn, de opvolger van de theatraal tegendraadse achttiende-eeuwse politicus Joan Derk van der Capellen tot den Pol, waarover ondergetekende zijn eindscriptie heeft geschreven, waarmee hij de Radix scriptieprijs heeft gewonnen, ondanks het feit dat hij in de Sic zich nogal provocerend populistisch over het magazine van het Gereformeerd Wetenschappelijk Genootschap had uitgelaten.
In "De geest van Pim" vertelt Dick Pels dat Fortuyn een buitenstaanders was, iemand die anders was dan de rest en daarom werd buitengesloten. Pim voelde zich buitengesloten en ging daarom anders gedragen, zodat het "buitengesloten-zijn" een zelfvervullende profetie werd.
Voorwaar, voorwaar ik zeg u, de biografie van Pels is een feest der herkenning. Ik sluit mij soms ook buiten. Op zondag 17 juni letterlijk. Ik had de deur achter mij dichtgeslagen en realiseerde mij opeens dat ik geen sleutels bij mij had om weer terug te komen. Ik stond nu midden in de woestijn, en er was niemand die mijn geroep, mijn smeking en mijn klagen hoorde. Het was immers zondagochtend en alle studenten lagen nog in bed. Och, wat voelde ik mij eenzaam en verlaten. Ik moest een besluit nemen. Ik moest hulp buiten mijzelf gaan zoeken. Ik, een geboren calvinist [nee, niet wedergeboren] en dus geneigd tot alle kwaad.
Maar in de moeilijkste momenten van je leven kom je erachter wie je ware vrienden zijn. Zij lopen niet in een grote boog om je heen en laten je links liggen. Zij lappen je geestelijk en fysiek op en als je ze om een fiets vraagt zullen ze je geen kopje suiker geven. Ik dwaal af. Om een lang verhaal kort te maken: ik kreeg van Bennard Doornbos een fiets en maakte toen - om de sleutels te halen - een queeste naar het verre Middelstum. [Even wachten] Daarheen en weer terug. [Deze LOTR-grap is speciaal voor Matthijs Schokker] Af en toe sloeg ik de verkeerde weg in, maar gelukkig had ik het einddoel goed voor ogen, en wist ik mijn zoektocht naar de heilige graal, ik bedoel de sleutels, met succes te volbrengen.

Dit verhaal over verlossing, waarin feit en fictie door elkaar lopen, illustreert prachtig mijn zijn-tot-de-GSV. [Let op de Heideggeriaanse streepjes] Ik was af en toe onmogelijk, u heeft mij ondanks mijn fouten en gebreken toch geaccepteerd. Ik was het eigenwijze koekoeksjong dat - hoewel ik nog niet kon vliegen - het warme nest verliet, u "steeg op als een arend" en ving mij op. Ik was de verloren zoon, u was mijn liefhebbende vader. Ik was de hoer, u Hosea. [Wachten totdat het gelach verstomd is]
De GSV: christelijk, sociaal en studentikoos. Intellectueel niet meer, maar daar wil ik in deze brief niet over lamenteren. Ik kaart het alleen even aan. Wie staat er op om tegen de bierkaai te vechten nu ik niet meer onder u ben? Wie zal er voorgaan in de geest van Klei? Iemand?
Het meest waardeer ik echter het sociale karkater van de GSV. Niemand wordt buitengesloten. Het feit dat we het vaak hebben over randleden, betekent dat er om deze mensen gedacht wordt! Het grote verschil met de middelbare school en met de boze buitenwereld is dat op de GSV iedereen mee mag doen, iedereen telt, iedereen wordt geaccepteerd, of je nu de Radixprijs hebt gewonnen of na twee jaar nog steeds je propedeuse niet hebt gehaald. [Dit bedoel ik dus niet serieus] Om met de woorden van professor Snape te spreken: "Fame isn't everything, Mr. Potter."
GSV, bedankt voor je stoere novitiaat, je thoffe [op z'n Huttenga's uitspreken] kampen, je gave Dies (hoewel de gaafste Dies in Utrecht was met de dame die nu mijn brief voorleest), je swingende feesten, je fantastische ABC-weekenden, je heerlijke Happietaria, je aardse zedenmeesters, je hemelse Annie Stortemelktrofee-winnares, je paarse hazen, je senaat L.A.M., je Join Boerma-website, je prachtige SiC (met daarin de intelligentste artikelen over Friedrich Nietzsche, Jacques Derrida, Pierre Bayle en Joan Derk van der Capellen tot den Pol) en je geweldige OV-lezingen (met name die met James Kennedy, Eddo Evinck, Willem Jan Otten en Wolter Rose). GSV, you are always in my mind.

Met vriendelijke groet,


Ewout Klei

PS. Mag ik misschien reünist worden?

maandag, september 05, 2005

Vroegtijdig einde van een denktank

Op 31 augustus stond er in verschillende kranten dat de Edmund Burke Stichting wordt gesplitst en dat Bart Jan Spruyt moet vertrekken als directeur. De commerciële activiteiten zullen ondergebracht worden in een zelfstandige denktank die onder eigen naam gaat werken. Spruyt en zijn Burke Stichting zullen zich weer gaan richten op de oorspronkelijke doelstellingen: het uitdragen van het conservatieve gedachtegoed via thema- en discussieavonden. De Edmund Burke Stichting nieuwe stijl begint zonder kantoor of betaald personeel omdat dat 'vooralsnog financieel niet mogelijk is gebleken'. Spruyt wordt daarom bestuurslid, samen met de huidige bestuursleden Andreas Kinneging en Michiel Visser. Dit betekent de facto het einde van de denktank, want met alleen thema-avonden kom je natuurlijk niet in de publiciteit.

In een toelichting op de door te voeren reorganisatie zei Spruyt dat hij al langere tijd ontevreden was over de richting waarin de Burke Stichting zich ontwikkelde. Het meeste geld moest naar het zogenaamde public-policy programma, economische vraagstukken en dergelijke. Voor het uitdragen van de culturele en filosofische aspecten van het conservatisme - waar Spruyt zich als natuurlijk als historicus veel meer voor interesseert - waren nauwelijks fondsen te vinden.
Hoewel ik mij niet zou willen omschrijven als een conservatief vind ik het jammer dat de Edmund Burke Stichting oude stijl is opgedoekt. De Stichting, die eind 2000 (dus voor de opkomst van Fortuyn) werd opgericht, was de eerste politiek-ideologische denktank die niet aan een Nederlandse politieke partij was verbonden. Een grote verademing, want het Nederlandse politieke landschap werd/wordt nog steeds gedomineerd door de schotjesgeest. De Burke Stichting probeerde via boeken en brochures de Nederlandse politiek te beïnvloeden, en vond tot op zekere hoogte gehoor bij partijen als de VVD, het CDA en de ChristenUnie. Het ideaal van Spruyt, een grote conservatieve partij zoals de Republikeinse partij in Amerika, zag men echter niet zo zitten.
Spruyt probeerde meer gehoor te krijgen en knoopte banden aan met het onafhankelijke Tweede-Kamerlid Geert Wilders. Hierover ontstond commotie. CDA-prominenten Hans Hillen en Dries van Agt en ChristenUnie-senator Eimert van Middelkoop stapten uit de Edmund Burke Stichting, omdat die huns inziens niet meer onpartijdig was. Het is natuurlijk de vraag in hoeverre dit voor de denktank funest is geweest. De Edmund Burke Stichting was in ieder geval niet zo salonfähig meer.
Spruyt ontkent echter met klem dat zijn toenadering tot Wilders de huidige reorganisatie noodzakelijk heeft gemaakt. De bestuurscrisis van dit voorjaar had volgens hem vooral te maken met zijn ideeën over hoe de Burke Stichting verder moest.

Misschien zegt de opkomst en ondergang (want daar komt het volgens mij eigenlijk wel op neer) van de Edmund Burke Stichting wel iets over de politieke cultuur van Nederland, die het buitenstaanders met nieuwe ideeën haast onmogelijk maakt om het systeem open te breken. Eind jaren veertig mislukte de doorbraak van de PvdA; D66 wilde de grondwet in democratische zin wijzigen maar in de grondwet van 1983 kwam hier weinig van terecht; een jaar na de moord op Fortuyn was de politiek in Den Haag weer saai als vanouds; van de bestuurlijke vernieuwingen van D66 viel na het vertrek van Thom de Graaf ook niets te verwachten; en er is nu eigenlijk ook geen ruimte meer om een onafhankelijke politiek-filosofische denktank in stand te houden.
Of je het nu met Spruyt eens bent of niet, de publieke discussie ondergaat een behoorlijke aderlating nu zijn denktank min of meer aan een vroegtijdige dood is gestorven. Spruyt zegt zelf geen politieke ambities meer te hebben. "Ik dacht dat het 5 voor 12 was en dat er door een rol in de politiek nog iets te keren viel. Het is echter kwart over één. Alleen een wezenlijke heroriëntatie op het conservatisme kan mijns inziens een keer ten goede brengen."