zondag, oktober 05, 2008

Partij Trots op Lont

Onderstaande artikel stond (hoewel enigzins gecensureerd) in het Nederlands Dagblad van donderdag 2 oktober 2008.

Door: Ewout Klei


Een glimlach kon ik niet onderdrukken toen ik in het Nederlands Dagblad van 1 oktober 2008 las over de nieuwe partij van Yvette Lont, voormalig prostitué, ChristenUnie-lid en raadslid van het stadsdeel Amsterdam-Zuidoost. Lont richt zich op verontruste kiezers uit de voormalige Reformatorische Politieke Federatie. Een aantal mensen uit de oude RPF maakt zich namelijk grote zorgen maken over de koers van de ChristenUnie die, nu de partij in de regering zit, een wending naar links lijkt te maken in ethische vraagstukken als homoseksualiteit, embryoselectie en Israël. Lonts woordvoerder (nee, niet Kay van de Linden) Barthus Kas benadrukt daarom dat haar nieuwe partij “Bijbelgetrouw” (dit moet RPF’ers aanspreken) wil zijn en over “onveranderlijke standpunten” (dit klinkt meer SGP-achtig) zal beschikken. Waar de ChristenUnie ter wille van de macht haar beginselen voor een schotel linzenmoes heeft verkocht, zo blijft de dappere maar eenzame Lont wel haar rug recht houden en durft zij nog wel te zeggen waar het op staat, is de indruk die zij en haar woordvoerder (het lijkt er bijna op dat je er pas toe doet als je een woordvoerder hebt) willen wekken.

Mij bekruipt echter heel erg het gevoel, mevrouw Lont mag mij vertellen als ik ongelijk heb, dat het haar eigenlijk helemaal niet gaat om de homokwestie waarom ze toentertijd uit de ChristenUnie is gestapt. Het lijkt veeleer te draaien om mevrouw Lont zelf. Haar polemische en provocerende stijl en de manier hoe ze de media bespeelt doet meer denken aan hoe Geert Wilders en Rita Verdonk in het parlement en in De Volkskrant optreden, dan op het optreden van voormalig RPF-leider Meindert Leerling, die het inhoudelijk best met haar eens is. Leerling had en heeft in de verste verte niet de behoefte om te scoren. Het gaat hem om alleen om zijn principiële punt te maken. Je kunt het daar mee eens zijn of niet, maar de manier hoe hij dit naar voren brengt is respectvol. Voor aanvang van het Kamerdebat over de Wet Gelijke Behandeling stapte Leerling op zijn homoseksuele mede-Kamerleden Jacob Kohnstamm (D66) en Peter Lankhorst (PPR) af en zei dat wat hij in het komende debat zou gaan zeggen niet persoonlijk bedoeld was. Ook beleed Leerling tijdens dit debat spontaan schuld over wat de christenen in de loop der eeuwen tegenover homo’s fout hadden gedaan. Dit werd erg gewaardeerd. Lankhorst beschouwde Leerling sindsdien als ‘dierbare vriend’ en ook de homobelangenorganisatie COC was over deze actie zeer te spreken.

Deze eerlijke en kritische zelfreflectie mis ik een beetje bij Lont. Geert Wilders en Rita Verdonk liegen. Wilders wil niet vertellen wat zijn echte bedoelingen waren achter de film Fitna en of deze film in eerste instantie eigenlijk niet veel provocerender was, en Verdonk had zich ‘vergist’ toen ze zei nooit lid te zijn van de Pacifistisch Socialistische Partij. Ik heb Lont niet op leugens betrapt, nog niet wil ik bijna zeggen, maar door haar zeer polariserende manier van optreden loopt ze sterk het risico in een morele spagaat te vallen. Norm en werkelijkheid hebben namelijk nooit een één-op-één-relatie.

Voor politicologen en historici die zich bezighouden met de politieke geschiedenis, ik behoor tot de laatste categorie, is de oprichting van een nieuwe politieke partij altijd leuk en interessant. Ik vind het nog steeds jammer dat er toentertijd niets terecht gekomen van de charismatisch-evangelische partij Nederland Pro Deo van mr. H.F. Westerveld die een lijstverbinding wilde aangaan met de SGP (ND, 10-10-2006). De ontwikkeling van Lonts partij zal ik dan ook met belangstelling volgen. Wel vermoed ik, maar ik ben slechts een historicus en geen profeet die in de toekomst kan kijken, dat de partij straks geen enkele kans maakt om een Kamerzetel te behalen en er alleen voor zorgt dat de ChristenUnie een paar (honderd, duizend?) stemmen verliest. Ik wens Lont veel sterkte met haar nieuwe partij, hoop dat er nog Lont-fans zijn die net als de klokkenluidende Tilburgse pastoor hun cavia naar haar vernoemen, het lijkt mij leuk om haar te zien bij Pauw & Witteman of Andries Knevel, maar een positief verschil zal ze denk ik niet maken.


Ewout klei is historicus en schrijft een proefschrift over het Gereformeerd Politiek Verbond

Trots op vooroordelen

Dit artikel stond alweer een tijdje geleden in het Katern.


Door: Ewout Klei


Theodore Dalrymple, Leve het vooroordeel! Nederlandse vertaling Jabik Veenbaas. Uitgeverij Nieuw Amsterdam. 2008. ISBN 97890468043131. Oorspronkelijke titel: In praise of prejudice. The necessity of preconceived ideas, New York/Londen 2007.


De rassenrellen in Los Angeles in 1992, die er uiteindelijk voor zorgden dat George Bush senior de presidentsverkiezingen verloor, inspireerden de dames van de popgroep En Vogue tot het schrijven van ‘Free your mind’. In dit nummer tegen ‘prejudice’ riepen ze de alle mensen op om ‘colorblind’ te zijn:

I wear tight clothing and high heel shoes,

it doesnt make me a prostitute;

I like rap music wear hip-hop clothes,

That doesnt mean that Im sellin dope.

Het essay Leve het vooroordeel! van Theodore Dalrymple doet een beetje aan 'Free your mind' denken. Zou deze gepensioneerde psychiater en een tegendraadse conservatieve polemist van het type Bart-Jan Spruyt echt een pleidooi houden voor discriminatie? Deze vraag moet met ‘ja’ worden beantwoord. Niettemin maakt dit zijn betoog, hoe gek het misschien ook klinken mag, niet verwerpelijk. Althans, niet helemaal.

In zijn essay benadrukt Dalrymple dat vooroordelen ervaring en kennis bevatten over wat de samenleving goed en kwaad vindt. Vooroordelen liggen om die reden aan de basis van regels voor fatsoenlijke omgangsvormen. Omdat mensen niet vanuit het niets een eigen ethiek kunnen ontwerpen zijn vooroordelen noodzakelijk. Volgens Dalrymple gebruiken veel mensen onbevooroordeeldheid als een excuus om losbandig en onbeheerst te zijn, in plaats van zich te conformeren aan de heersende normen en waarden. Dit is slecht voor het individu en voor de maatschappij.

Als men het ene vooroordeel veroordeelt komt daar vaak een ander vooroordeel voor terug. Dalrymple noemt als voorbeeld de visie van een zichzelf progressief achtende journaliste van The Guardian. Zij betoogde in een artikel dat als een meisje van zeventien uit de onderklasse graag zwanger wil worden, dit niet noodzakelijkerwijs een domme beslissing is omdat haar enige alternatief is om voor een hongerloon vakken te gaan vullen in de supermarkt. Hoewel de journaliste in kwestie volgens Dalrymple vermoedelijk apetrots is op haar onbevooroordeeldheid in deze kwestie, ging zij ook uit van enkele niet-triviale vooronderstellingen, namelijk dat laagbetaald werk niet deugt en dat vakken vullen iets vernederends is. Niet het vakken vullen is erg, maar de elitair-linkse verachting van de journaliste.

Volgens Dalrymple is het maken van onderscheid niet altijd slecht. Het begrip ‘discrimination’ had vroeger een positieve betekenis en betekende dat er een onderscheid werd gemaakt tussen waar en niet-waar, mooi en lelijk, goed en kwaad enzovoort. Iemand die discrimineerde was iemand die goed kon oordelen. Later kreeg het begrip echter een uiterst negatieve connotatie en was iemand die discrimineerde een racist, een homofoob, een reactionair en (het ergste van alles) een conservatief. Uiteraard is Dalrymple dus niet voor discriminatie op basis van ras, maar wel voor maken onderscheid. In de meeste gevallen zijn mannen met een agressief uiterlijk, bijvoorbeeld met tatoeages en piercings, volgens de psychiater ook agressief en gewelddadig. Het is veel beter om deze mannen daarom uit de weg te gaan dan om er een relatie mee aan te gaan, wat menig goedgelovig meisje uit de achterbuurt schijnt te doen omdat het uiterlijk weinig zou zeggen over hoe die persoon in het echt is.

Hoewel vanuit mijn hardnekkige vooroordelen tegen vooroordelen ik het boekje liever niet zou willen aanprijzen als fenomenaal en fantastisch, hiervoor is het betoog toch een beetje apodictisch, heeft Dalrymple een goed punt gemaakt. Het essay kan daarom het beste gelezen worden ter lering en vermaak.

Tenslotte kan de lezer die Dalrymple eens in het echt wil horen zijn geluk niet op, want op 2 oktober aanstaande spreekt hij in Nijmegen: www.ru.nl/sp/dalrymple